-50- 028 Aanschaf 2 pc's voor afd. ROV 029 Aanschaf grondexploitatie-programma's 030 Aanschaf 2 pc's voor Archiefdienst 031 Aanschaf meubilair voor dienst Welzijn 032 Organisatiemodel peuterspeelzalen 033 Aanleg regeninstallatie tennisbanen Meilust 034 Treffen voorziening Islamitische basisschool 035 Aanschaf pomp tankauto brandweer 036 Hypothecaire geldverstrekking aan ambtenaar 8.075 kp2 53.715 kp2 9.890 kp2 3.500 kp20 17.775 600 34.000 kp24 11.000 421 12.000 120 25.000 002 033 De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, dit voorstel bleek voor de meeste frak- ties een hamerstuk. Voor de BSD zitten er echter veel facetten aan, die een nadere afweging vergen. Buiten de sportieve kanten aan dit voorstel spelen efficiëntie, milieu- en imago-aspekten mee. De gemeente Bergen op Zoom is een onderdeel van de overheid. Die overheid spreekt zich op tal van niveau's, rijk, provincie, waterschappen en middels openbare nutsbedrijven, uit over het gebruik van water. Er wordt een inten sieve campagne gevoerd inzake de terugdringing van het watergebruik en beperkingen worden zelfs opgelegd. Zulks niet zonder reden. Ons zogenaamde waterrijke landje is op tal van plaatsen aan het verdrogen. Grondwaterniveaus dalen en tal van natuur waarden lopen gevaar of zijn al aanzienlijk aangetast. Recent heeft de provincie Noord-Brabant maatregelen afgekondigd om het waterverbruik in de landbouw en voor sportvelden aanzienlijk te beperken, de zogenaamde beregeningsverboden voor bepaalde perioden. Deze maatregelen treffen delen van de burgerij en de agrarische stand direkt in de portemon nee, want er is een direkt verband tussen de hoeveelheden water, die het gewas ter beschikking staan, en de groei van het gewas en daarmee de opbrengst. Voor de getroffenen is het moeilijk verteerbaar dat ten aanzien van hun watergebruik maatregelen getroffen worden, die hun economisch voortbestaan nog verder ondergraven en dat aan anderen geen strobreed in de weg wordt gelegd om voor nota bene rekreatieve doeleinden water te gebruiken. Beregening voor brood op de plank wordt aanzienlijk beperkt en beregening voor rekreatie mag wel. Voor hen onbegrijpelijk en onverteerbaar. Ik weet het, het klinkt gechargeerd, en dat is het vermoedelijk ook, maar dat maakt het gevoel van onrechtvaardigheid, dat de agrarische stand heeft, niet minder: dat zij wèl gepakt worden, maar dat de elektoraal grotere groepen, zoals nu bijvoorbeeld de tennissers, maar evengoed de autowassers met de tuinslang en de tuinsproeiers gespaard blijven van maatregelen. Het imago van de onafhankelijke, objektieve overheid, die onder het motto van gelijke monniken gelijke kappen zou moeten handelen, is bij deze naar mijn mening in ernstig gevaar. Als je echter de tennisser vraagt wat die ervan vindt, dan wijst deze je op het gegeven dat het waterverbruik relatief beperkt is en dat het bevochtigen van gravelbanen absoluut noodzakelijk is voor het behoud van de kwaliteit van de baan en tegen het stuiven en voor de veiligheid. Op zich, vanuit de optiek van de tennisser bekeken, valide argumenten. Bekijk je het voorstel vanuit het effekt op de efficiëntie van het onderhoud en gebruik van de gravelbanen, dan is de aanschaf van deze beregenings- installatie aleszins verantwoord en, sterker nog, zelfs geboden. Als de doelmatigheid op wat langere termijn wordt bekeken, zeker als het komt tot baanrenovaties of vervangingen, dan komt men mogelijk tot andere conclusies. Alternatieven zoals kunstgras kosten minder onderhoud en geen water. Dit in overweging nemend en daarbij betrekkend dat het veel gehoorde argument van de blessures op harde banen hier deels mee ondervangen wordt, omdat kunstgras minder hard is dan bijvoorbeeld Mateko, dan komt de BSD tot -51- de conclusie dat anno 1992 de milieu-overwegingen, alsmede de wens om het milieu, bij alles wat we doen, mee te wegen, ertoe moeten leiden dat een overheid, die haar beleidsvoornemens serieus neemt, niet meer kan besluiten tot de aankoop van beregeningsapparatuurterwijl zij erkent (zie de bijge voegde notitie) dat het waterverbruik toeneemt. Als dan tevens uit de bij de commissie ter inzage gelegde stukken blijkt dat baanvernieuwing mogelijk in het nabije verschiet ligt, is de BSD tegen dit voorstel. Tevens wil ik het college vragen, waarom bij dit voorstel geen milieutoets is gevoegd. In mijn herinnering is in deze zaal herhaaldelijk gesproken over het toepassen van een milieutoets, indien relevant. In de BSD-optiek is een milieutoets bij deze begrotingswijziging zeer relevant. Tevens wil ik de raad wijzen op een uitspraak van H. van Zoelen, hoofd van het Bureau Grondwater van de provincie, en ik citeer: "Er wordt veel te veel grondwater aan de bodem onttrokken. Dat leidt tot steeds verdere verdroging in de provincie. Er zijn daarom strengere regels nodig, maar dat geldt niet alleen voor de beregening, maar ook voor de industrie en de watervoorzie ning. Iedereen zal er mee te maken krijgen. Wat de beregening betreft, hanteren wij het principe van gelijke monniken, gelijke kappen. Als je agrariërs beperkingen oplegt, moet je dat ook doen bij de sport". Einde citaat. Dit citaat van de heer Van Zoelen is te vinden in de Gelderlander van 13 maart 1992. Gezien deze uitspraken van een topambtenaar van de provincie acht ik pro vinciale maatregelen, die het gelijke monniken, gelijke kappen ook opleggen aan tennissers, niet uitgesloten, eerder waarschijnlijk. Is een uitgave van 34.000,op dit moment voor dit doel dan wel verantwoord? Voorzitter, dit alles overziend, verzoek ik het college deze begrotingswij ziging terug te nemen en het huiswerk op o.a. het gebied van de milieutoets, de kans op provinciale beperkingen, de verenigbaarheid met eerdere beleids voornemens en een totale visie op de toekomstige ontwikkeling van de tennis- faciliteiten binnen onze gemeente nog eens over te doen. Tevens doe ik een beroep op de andere partijen in deze om hun uitspraken op milieugebied hard te maken. Zo stelde de heer M. Franken in de commissie milieu van afgelopen maandag, bij het bespreken van het milieu-uitvoerings plan, dat de gemeente het goede voorbeeld moet geven en eerst bij zichzelf moet beginnen. Het zal duidelijk zijn, ik ben het met hem eens. Ik verzoek hem en zijn fraktie, ook al is hij nu afwezig, dit nu in de praktijk te brengen. Tevens wil ik de portefeuillehouder milieu erop wijzen dat hij afgelopen maandag, tijdens die voornoemde bespreking, mij toezegde op pagina 7 van het MUP, bij het lijstje van zaken die tegengegaan moeten worden, "verdroging" op te nemen. Dat is gisteren middels het errata ook bevestigd en middels het raadsbesluit gebeurd. Tevens benadrukte hij, op mijn verzoek, waarbij ik sport als voorbeeld noemde, dat de vier instrumenten, waarover op pagina 4 van het MUP wordt gesproken, op het totale gemeentelijke beleid van toepassing dienen te zijn. College en raad, neem alstublieft uw eigen voorgenomen beleid serieus en neem dit voorstel terug of verwerp het. Tot zover, voorzitter. De heer JOUVENAZ: Voorzitter, ik maak er niet zo'n lange roman van. Ik wilde me graag bij de feiten houden en dat is namelijk het volgende. GB/S vindt dit voorstel incongruent aan de visies van de meeste frakties aangaande het subsidiebeleid o.a. ten opzichte van verenigingen en extra investeringen in deze categorie. Subsidies en/of extra investeringen alleen dan, indien onomstotelijk kan worden vastgesteld dat de investeringen gemotiveerd zijn en dat de beoogde veranderingen en/of aanpassingen beslist nodig zijn om verder te kunnen existeren. Dit komt niet in het voorstel tot uiting. Zou de motivatie wèl voldoende zijn, dan nog wordt zoveel mogelijk zelfwerkzaamheid gevraagd. In dit licht gezien, vraagt GB/S zich af, is de aanleg van een

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 73