-46-
Wij zijn deze vergadering gestart met de afwezigheid van de dames Demmers,
Noorman, Ambagts en de heren Stuart, Bolsius, Van den Ouden, Linssen, Wit
hagen, M. Franken, Van Kemenade en Van de Water.
De heer JANSSEN: Voorzitter, mag ik aan de laatste mededeling van u toe
voegen dat mevrouw Noorman gisteren reeds ziek was.
De VOORZITTER: Ik voeg er geen waardeoordeel aan toe, noch heb ik dat
gezegd. Voor de volledigheid merk ik dat op, omdat we heden niet andermaal
overgaan tot het tekenen van de presentielijst.
15Voorstel tot hetvaststellen van het Verdeelbesluit 1992 van het Fonds
Stadsvernieuwing.
Nr. SOB/16
De heer AERTSSEN: Voorzitter, de spoeling is vanavond inderdaad dun, maar ik
zal mijn verhaal houden.
Met forse vertraging kan de gemeenteraad vanavond dan toch het verdeelbe
sluit voor de stadsvernieuwing vaststellen. Naar de mening van mijn fraktie
was deze vertraging niet nodig geweest, indien u op tijd was gestart met de
fundamentele bezinning over voeding en besteding van het Fonds Stadsver
nieuwing. Ondanks uw aankondiging 2 jaar geleden en herhaaldelijk aan
dringen van onze kant, heeft het college nog niets hierover op papier kunnen
zetten.
In de commissie heb ik dan ook nadrukkelijk gevraagd om op zijn laatst in de
maand oktober met een notitie over dit onderwerp naar de raad te komen. Het
verdeelbesluit 1993 kan dan op tijd en goed onderbouwd worden vastgesteld.
Deze vaststelling dient dan bij voorkeur tegelijk met de begrotingsbehan
deling plaats te vinden. Voorzitter, ik leg er de nadruk op dat mijn fraktie
zeer hecht aan het voorgestelde tijdspad.
Naar de mening van de PvdA zullen de schaarser wordende middelen voor de
stadsvernieuwing verdeeld moeten worden over de gehele stad, met dien
verstande, dat er steeds sprake moet zijn van reële en maatschappelijke en
technisch noodzakelijke stadsvernieuwingsprojekten. Er zal dan ook een
systematiek moeten worden ontwikkeld om tot een goede weging van de ver
schillende met elkaar concurrerende projekten te komen.
Betreffende het besluit nog 2 opmerkingen.
Ten aanzien van sektor 5. Het aanvankelijke voornemen om 30.000,uit te
trekken voor huurdersondersteuning in de Oranjebuurt heeft het niet gehaald.
Het lijkt erop of het college reeds een voorschot heeft genomen op de fun
damentele discussie over de besteding van de gelden. De voorgenomen woning
verbeteringen in de Oranjebuurt vallen wat ons betreft nog steeds onder het
kopje stadsvernieuwing. Volgens de statuten van het fonds kan de woning
bouwvereniging Bergen op Zoom dan ook aanspraak doen gelden op een finan-
cële ondersteuning in verband met voorlichting en informatieverstrekking aan
de betreffende bewoners.
Onze fraktie betreurt deze gang van zaken zeer. Indien het wegvallen van het
projekt een puur budgettaire aangelegenheid is, vragen wij het college het
projekt toch te vermelden onder het kopje p.m.. Mijn fraktie wil thans nog
niet uitsluiten dat wellicht in 1993 en volgende jaren dit projekt alsnog
voor ondersteuning in aanmerking komt.
De tweede opmerking betreft de noodzakelijke aanpak van de Schoolstraat.
Bij dit projekt is hierover duidelijk sprake van een herstratingsklusHer
straten is naar onze mening onderhoud en valt dus in feite niet onder het
Fonds Stadsvernieuwing. Bij de behandeling van het plan in de commissie en
raad zullen wij wat dat betreft kritisch naar de aard en de dekking van het
plan kijken.
-47-
De VOORZITTER: Dank u zeer. Andere leden van de Raad? Neen?
Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Aertssen, merk ik namens het
college op dat we uiteraard graag bereid zijn om met u over de stadsver
nieuwing te spreken. Alleen, of wij u helemaal kunnen bevredigen met be
trekking tot het moment waarop die discussie aangegaan zal worden, daarover
kan ik u thans geen definitieve zekerheid verstrekken.
Het lijkt mij nuttig om over stadsvernieuwing op lokaal niveau te spreken,
wanneer daar in het parlement richtinggevende uitspraken over gedaan zijn.
De discussie in het parlement is ook, zoals u weet, enige tijd opgeschort.
Ik heb geen enkele reden om te vermoeden dat die discussie niet voor het
zomerreces zal plaatsvinden, maar een absolute zekerheid daarover kan ik u
niet geven.
Het gaat er natuurlijk niet alleen hier, maar met name ook in het parlement
om, hoe wij het begrip stadsvernieuwing in de wet en, als gevolg daarvan,
ook in de lokale verordening zullen moeten definiëren.
De heer Aertssen heeft in zekere zin gelijk, maar dat is ook in de commissie
reeds toegegeven als zodanig, dat het college op dit moment de definitie van
stadsvernieuwing wat aangescherpt heeft. Daar waren uiteraard budgettaire
redenen voor. Maar dat betekent niet dat wij tot een andere interpretatie
van de verordening zijn gekomen. Met name niet met betrekking tot de huur
dersondersteuning in de Oranjebuurt.
Het is duidelijk dat er op dit moment, mits aan voorwaarden voldaan kan
worden, een beroep door de woningbouwvereniging op het fonds stadsver
nieuwing gedaan kan worden, met betrekking tot het geven van voorlichting
aan de bewoners en met betrekking tot het aanstellen van een kontaktpersoon.
Indien, en dat schrijft de verordening voor in de artikelen 5. 4.1, 5. 8.1,
5. 12 en 5. 16.2, dat een aanvrage om een bijdrage in de kosten van -en ik
heb er 2 genoemd en ik herhaal ze nog maar eens- het geven van voorlichting
aan de bewoners en het vrijmaken van middelen ten behoeve van een kontakt
persoon, tegelijk met, doch separaat van de aanvraag, om verstrekking van
geldelijke steun voor de uitvoering van een stadsvernieuwingsproces, bij
b en w moet worden ingediend.
Er is niet een expliciete koppeling in de verordening vereist, maar een
separate toezending van de stukken.
Wel, simpel de verordening lezend en interpreterend, lezend wat er staat,
moet ik u meedelen dat een dergelijke aanvraag van de woningbouwvereniging
Bergen op Zoom, om daar een stadsvernieuwingsproces te starten, niet is
ontvangen. Hiermee is de juistheid van de interpretatie van de verordening,
denk ik, in voldoende mate aangetoond. Ik geef u niet in overweging om reeds
thans verwachtingen te wekken, door daar middelen voor vrij te maken, maar
bovendien in beginsel uit te spreken dat u van plan bent daar een stadsver-
nieuwingsprojekt te starten.
Dat sluit heel wel aan bij de wens, die u naar voren gebracht heeft, mijn
heer Aertssen, dat we moeten zoeken naar die afwegingsmiddelen, naar een
afwegingssystematiek om de schaarse middelen daar te alloceren, waar ze het
beste thuishoren. Dus voordat u de wens had uitgesproken, bent u eigenlijk
al bediend geworden.
Voor wat betreft uw opmerkingen naar het projekt Schoolstraat zijn we nog
eens gewaarschuwd dat de motieven daarbij inderdaad werkelijke stadsver
nieuwingsmotieven moeten zijn. U heeft meegedeeld dat u ze daaraan zult
toetsen.
Ik denk dat dat het is, wat ik daarop namens het college had willen zeggen.
Heeft u behoefte aan een tweede termijn?
De heer AERTSSEN: Voorzitter, een korte opmerking. Wat betreft die funda
mentele discussie. Daar hebben we het inderdaad in de commissie ook over
gehad. Ik heb niet bedoeld te zeggen dat wij in oktober al haarscherp kunnen