-40- wethouder gaat er vanuit dat de uitzetting van de personeelsformatie pas budgettair neutraal is op het moment dat die 2 of 3 mensen in dienst zijn gekomen. Ons bezwaar om dat zo te doen is nu juist, en ook collega Franken zegt dat, dat Berenschot duidelijk heeft aangegeven dat in dat model, wat ons straks in het streekgewest gepresenteerd gaat worden, juist die 20% efficiency zit. Vandaar dat wij die slag om de arm willen houden. De VOORZITTER: Even voor alle duidelijkheid. Het is een slag om de arm, op het moment dat de gewestelijke milieudienst aan het werk is. Laten we zeg gen, dat is niet met ingang van 1 september a.s., wanneer wij wel willen beginnen met de uitwerking van ons gemeentelijk milieu-uitwerkingsplan. Overigens bij deze is nog eens een keer toegezegd dat ik graag de rekensom, die ik nu aan de heer Franken ter hand heb gesteld, maar waar door de gauwigheid misschien nog wel wat op af en aan te dingen is, nog eens geheel tot achter de komma berekend in de commissie algemene zaken de revue wil laten passeren. Ik heb sterk de indruk dat we niet op veel andere punten overigens daar zullen uitkomen. De vraag op dit moment is nu, bent u bereid om de nota, zoals die er thans ligt, tot de uwe te maken? We begrijpen natuurlijk de opmerking van de heer Muller met betrekking tot de 20% efficiencykorting, die in gewestelijke samenwerking kan komen. Alleen het moment van realiseren is niet aangebro ken, want die gewestelijke milieudienst is er niet. Nu is het de vraag, wilt u in die tussentijd, willens en wetens, de handicap van de 20%, die je te zijner tijd kunt behalen, oplopen? Dat is inderdaad waar de voorstellen in elkaar overlopen. Of zegt u op dit moment, nee, wij gaan eraan beginnen en college, neem dusdanige arbeidskontrakten of andere voorwaarden, dat we niet met grote onoverkomelijke consequenties blijven zitten. Om u nu ook maar eens een feitelijk middel aan de hand te doen, waarmee dat soort problemen in formele zin opgelost zouden kunnen worden. De wethouder, het college, is erop uit om 1 september a.s. met ons uitwer kingsplan te beginnen. Het woord is aan wethouder Bakx. De heer BAKX, wethouder: De heer Van den Kieboom merkt in dit verband nog op dat de vermenging met het volgend agendapunt op dit moment niet moet plaats vinden. Je moet nu eerst voor jezelf vaststellen, wat wil je nu op een rij zetten. Ongeacht wat we op een rij gezet hebben, het moet uitgevoerd worden. Welke instantie, met welke efficiencykorting enz., dat horen we op een later moment. Alleen u brengt ons natuurlijk in grote twijfel op het moment dat u zegt, ja, daar nemen we nog een stuk voorbehoud in. Ik zeg u nogmaals, we hebben er toch een plaatje onder gelegd. Iemand van u maakte een opmerking richting commissie financiën en het zal u natuurlijk duidelijk zijn dat dit ook in het college heeft gespeeld. Maar wij hebben er nu een plaatje bij geleverd en daar zijn we ook verplichtingen voor aange gaan, ook met de rijksoverheid. Daar ziet u zelfs in 1992 1993 en 1994 nog bepaalde overschotten, die we zelf dan nog extra zouden kunnen inzetten op milieubeleid. Dus er zit best nog enige marge in, maar dan moeten we wel met elkaar kunnen afspreken, dat die marge natuurlijk niet zodanig kan zijn dat dat er toe zou kunnen leiden dat we een aantal maanden, misschien wel drie kwart jaar, in een stuk onzekerheid verkeren, omdat die andere discussie nog steeds niet is afgerond. Daarom zou ik nog eens nadrukkelijk aan de raad willen vragen om deze nota vast te stellen. In het volgende agendapunt en verderop ook heel nadrukkelijk met het streekgewest zullen wij moeten bespreken hoe wij die winst denken te halen. Maar wij moeten toch iets bieden. Mag ik u er in dit geval aan herinneren dat wij, als portefeuillehouders in -41- het totale gewest, daar ook heel nadrukkelijk met elkaar over spreken. En dat in het onderhavige rapport met name van het DHV van dezelfde uren en zaken wordt uitgegaan, tot en met elke categorie bedrijven toe. U brengt ons dan in een stuk verlegenheid en al kunnen we het niet precies inschatten in termijnen, u laat ons dan toch onverantwoord achter, doordat u ons een fors aantal maanden in onzekerheid laat. Ik zou u dus willen vragen om de nota toch vast te stellen, mede gezien het feit dat die koppeling wordt gemaakt en ik voor 1 april toch wel duidelijk richting streekgewest Mevrouw DEMMERS: Een interruptie, voorzitter. De wethouder maakt het zich ontzettend moeilijk, want ik denk dat de oplossing daar al lag. Als hij uw woorden had aangehaald en had gezegd van, om in tussentijd te kunnen wer ken, heb ik een tussentijdse oplossing nodig en dat kan zijn formatie plaatsen in de vorm van een jaarkontraktdan ga ik een heel eind met u mee. U betoogt er een heel verhaal achteraan, waardoor het alleen maar extra moeilijk wordt gemaakt. We hebben allemaal gezegd in de raad, dat we met uw uitvoeringsplan akkoord gaan en dat we daar inhoudelijk geen problemen mee hebben. Maar dat we met het aangaan van formatieplaatsen en de financiële consequenties niet akkoord zijn, omdat er nog een modellendiscussie volgt en een model aangenomen zal moeten worden. De heer BAKX, wethouder: Nee, nu zegt u iets anders. U zegt, als u nu de discussie aangaat en u kunt uitkomen en u wilt een formatieplaats, dan neemt u ze maar tijdelijk aan, want u moet toch.. Mevrouw DEMMERS: Dat is toch een prima verhaal. U geeft dan aan... De heer BAKX, wethouder: Natuurlijk zullen wij in ons achterhoofd houden dat, als wij een bepaalde discussie opstarten, dat dan de personele conse quentie er niet onder mag lijden, maar je moet wel het programma uit kunnen voeren, dat zul je wel waar moeten maken... De heer JANSSEN: Voorzitter, mag ik even interrumperen. Ik wil proberen.. De VOORZITTER: Laat u de wethouder even uitspreken. De heer BAKX, wethouder: Of je het nu vastlegt of met een tijdelijk kontrakt komt, het kost toch gewoon geld, mevrouw Demmers? Mevrouw DEMMERS: Ja, maar daar heb ik het helemaal niet over. U begrijpt het niet. Wij zeggen allemaal dat we inhoudelijk met uw programma akkoord gaan. Daar sta ik volledig achter. Ik begrijp ook het probleem wat er ontstaat als er een te lange tijd zit tussen aanname in het streekgewestelijk milieu en de situatie waarin het nu zit. Er moeten een aantal taken, waar we achter staan, uitgevoerd worden. Dat dat niet met de huidige bezetting kan, heeft u aangetoond. Dat hebben we ook geen van allen ontkend. Waar we allemaal tegen zijn, is dat u de zaak uit laat breiden met een aantal formatieplaatsen die struktureel zijn en derhalve een probleem kunnen vormen met de volgende onderhandelingen. Dan zeggen we -en terecht heeft de voorzitter dat aangegeven- zoek dan een tussenoplossing door inderdaad mensen aan te nemen met een jaarkontrakt, of welke vorm daarvoor mogelijk is, dat is weer een volgende discussie. Dat is op dit moment niet opportuun. Ik denk dat we er dan uit zijn. U maakt het zich op dit moment erg moeilijk en dat is helemaal niet de oorzaak. De heer VAN DEN KIEBOOM: Voorzitter, mag ik mevrouw Demmers er op wijzen dat het heel simpel lijkt om mensen met een jaarkontrakt aan te nemen. Maar ik

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 68