-38-
of gaan zij op termijn ook naar de regio toe? Ik wil daarom even op dit mo
ment dat voorbehoud maken.
De heer VAN DEN OUDEN: Ik zal het kort houden, voorzitter, in verband met de
dreigende verlenging. De wethouder heeft gezegd, bij de achterstandssitua
ties bijvoorbeeld ten aanzien van de vergunningverlening wordt ook een stuk
preventie meegenomen. Ik begrijp daaruit dat het een en/en beleid gaat
worden, dus dat is wat wij ook willen. Verder heeft hij gesproken over het
handhavingsteam, dat een zeer belangrijke rol gaat spelen bij o.a. de inten
sivering van de controles. Dat heeft hij voldoende beantwoord. Wij stemmen
dus in met deze nota.
Mevrouw DEMMERS: Ik ondersteun volledig het betoog van de heer Franken.
De heer VAN DEN KIEBOOM: Voorzitter, ik wil toch graag even een korrektie
aanbrengen bij wat de heer Franken zegt. De heer Franken heeft het over een
beleidsnota. Nee, het is, ik zou bijna zeggen, een werknota. Het beleid
hebben we vorig jaar geformuleerd, mijnheer Franken. Ik had verwacht dat,
als we gezamenlijk dat beleid geformuleerd hebben en het er over eens zijn,
we het dan ook eens zouden zijn over de consequenties en het uitvoeren
daarvan.
In mijn opvatting heeft de uitbreiding van 1 naar 3 formatieplaatsen geen
rechtstreekse relatie met de 20% efficiencykorting, waarover u spreekt, bij
het samengaan in streekgewestelijk verband. Ik heb u gezegd op grond waarvan
wij als raad verplichtingen hebben op een aantal punten. Dat kun je niet
zomaar wegpoetsen. Daar heeft de heer Van der Kallen ook al op gewezen,
terecht denk ik op een aantal punten.
Als wij niet bereid zijn geld uit te geven voor een milieu, voor een milieu
zorg, waarvan we allemaal zeggen dat het zo belangrijk is, dan lopen we
grote kans dat er geld terug moet.
Ten aanzien van de regionale samenwerking, daar kom ik dadelijk op terug.
De heer SMITS: In het volgende raadsstuk, wat behandeld gaat worden, stelt
het college, dat zij sterk voorstander is van een snelle invoering van een
milieu-organisatie in streekgewestelijk verband. Dat houdt in dat, als die
snelle invoering gestalte krijgt, dit onderwerp, wanneer dat er ingeschoven
wordt, ook snel aan verandering toe is en aan herijking. Dat houdt in dat
ook deze uitzetting van dat personeel een extra belasting is voor die dis
cussie. De VVD-fraktie is daar niet voor.
Nogmaals gezegd, wij zijn niet tegen de argumenten die genoemd zijn. We
willen ze niet wegpraten. We zeggen niet dat er een uitsluiting nodig zal
zijn, maar we willen dat laten blijken in de discussie in het streekgewest
Dus wij stellen met de heer Franken voor om die uitbreiding te temporiseren
en een snelheid af te wachten van die regionale milieudienst.
De heer VAN DE WATER: Voorzitter, we hebben het nu over het milieu, de
gemeente, Bergen werkt, het milieu-uitvoeringsplan. Er wordt ook verwezen
naar bedrijven en de mogelijkheden daarvan. Als het mag, wil ik toch even
verwijzen naar een bedrijf, wat op dit moment toch ruim 26% van het markt
aandeel heeft. Vanaf 1 april komen daar alle plastic tassen, die er zijn,
uit eigen gerecycleerd plastic. Alle kartonnen verpakkingen, die dit jaar
gebruikt worden, bestaan uit eigen gerecycleerd karton. Het is ook mogelijk
om -waar de heer Van der Kallen al eens naar gevraagd heeft- plastic flessen
hiervoor in te leveren. Niet zijnde statiegeldflessen dan natuurlijk. Vanaf
1995 zullen alle installaties ontdaan worden van CFK, genaamd de freon 12.
Dan praten we toch over het laten verwerken van 100.000 kg. En om de grootte
van het bedrijf aan te geven, tot voor kort werden er alleen binnen het
-39-
eigen bedrijf 17 miljoen plastic bekertjes per jaar gebruikt. Ik bedoel
hiermee te zeggen dat er toch in een breed vlak aan ons milieu gedacht
wordt
De VOORZITTER: Dank u wel. Andere leden van uw raad? Dan is het woord aan
wethouder Bakx.
De heer BAKX, wethouder: Iedereen let op de kleintjes. Ook de heer Van de
Water, begrijp ik.
Mijnheer Franken heeft het over de beoordeling van de uren die op het
lijstje van de voorzitter voorkomen. Maar ook op pagina 149 van de kader
nota staan ze keurig voor u voorgerekend in niet produktieve uren, in pro-
duktieve uren. U kunt dat alles nalezen. Alleen dat rekensommetje komt op
1360 uit. De voorzitter komt op het rekensommetje van 1380 uit.
Dan, mijnheer Franken, gaat u er toch een element inbrengen, dat doet ook
D66 en de VVD, door te zeggen van, maar luister nu eens, bij het volgende
voorstel bij de modellendiscussie daar zou uit de rapportages hebben moeten
blijken dat bij efficiencykorting je aan 20% komt. Hoe zit dat spannings
veld?
We hebben achterstand, dat weten we. Dat is allemaal doorgerekend. Ook
niemand heeft die cijfers op zich betwijfeld. We zijn daar echt niet mee
aan de ruime kant geweest. U mag daar nog ingewikkelde sommen over maken,
maar wij zitten daar net tegen een voldoende aan.
Als u dan zegt, ja, maar dat kan in streekgewestelijk verband, de discussie
zou dan wel eens anders kunnen uitpakken. Dan zeg ik, dat is een onjuiste
gang van zaken, want wij zullen toch eerst met zijn allen moeten vaststel
len datgene wat we hebben afgesproken en ook datgene waarop we ons hebben
vastgelegd. Daarmee ga je de onderhandelingen in en dat is het pakket wat je
aanbiedt
Dat zou dus in dit geval betekenen dat wij zeggen, wij hebben deze uren
nagerekend. Het is natuurlijk duidelijk, als wij de nota vanavond vaststel
len, is er geen enkel probleem om de volgende maand in de commissie APPZ of
in de commissie financiën deze nota nog eens ter kennisneming te leggen,
zodat die zaken nog eens nagerekend kunnen worden. Daar heeft het college
geen enkel bezwaar tegen. Maar ik zou er vanavond toch op willen aandringen
om de nota als zodanig vast te stellen. Omdat u de koppeling maakt naar de
modellendiscussie, zou dat gevolgen kunnen hebben voor de modellendiscussie,
want dan stuurt u in feite het college op pad, terwijl wij dan geen vast
gesteld programma hebben. Daar zou ik ernstige bezwaren tegen hebben, omdat
dan die datum van 1 april om de hoek komt kijken. Daarvan hebben wij nadruk
kelijk gezegd, we laten de exercities met name op personele zaken en de
financiën zullen nog eens in dat streekgewest worden doorgezet, om die zaken
van alle gemeenten op zich te gaan doorrekenen. Daar komen op een later
moment voorstellen uit.
Dat zult u zeer zeker zien, omdat wij uitgegaan zijn van kengetallen, die
als voorbeeld gesteld zijn in het streekgewest. Misschien zit er best marge
in, dan denk ik niet marge in de pluskant. Maar ik denk dat we dan net met
de voeten droog blijven.
Ik zou dus in ieder geval de raad nadrukkelijk willen beklemtonen om deze
zaken vast te stellen, om niet de discussie verder te belasten. Want dan is
het toch ontzettend moeilijk om te bepalen welke richting wij met de inzet
uit willen.
Nogmaals ik heb u gezegd, de volgende maand kan het naar de commissie APPZ
en financiën om die cijfers na te rekenen, geen enkel probleem, maar wel
vaststelling vanavond.
De heer MULLER: Voorzitter, als ik de wethouder even mag interrumperen.
Wij willen de nota Bergen werkt qua inhoudelijkheid wel vaststellen. Maar de