-32-
De heer Smits bleef dat in de commissie wat tegenspreken. De tweede reden
was, en dat is inderdaad ingegeven door het volgende agendapunt, dat wij
voor 1 april -en we hadden het aangevraagd bij het streekgewest- gewoon
besluitvorming met betrekking tot de modellendiscussie moeten nemen. Dan
moet je wel weten met wat voor stuk Bergen op Zoom de discussie natuurlijk
aangaat en welke richting je daarmee uitgaat.
Nogmaals, ik denk dat u voor een gedeelte naar het college kunt verwijzen
van, het is niet helemaal verlopen zoals de normale besluitvorming dient te
verlopen. Enerzijds door de tijdsdruk, anderzijds toch in de lijn zoals we
eerder hebben uitgestippeld.
Dan maakt u de opmerking, de controles zijn wat aan de magere kant. Dan kom
ik aan het aantal werkbare dagen, hoe wij daar aan komen. We hebben gesteld,
je zult ook in dat milieubeleid een aantal prioriteiten moeten stellen. Dat
betekent dat wij in de categorie 3- en 4-bedrijven, en dat heeft u gezien,
een verdubbeling van de controles doen.
Verder, en dat was een vraag die met name mevrouw Demmers stelde, zal er in
juni besluitvorming in de gewestraad plaatsvinden met betrekking tot de hele
handhaving. Dat betekent dat daar een voorstel komt met daarbij een handha-
vingsteam, bestaande o.a. uit de beide centrumgemeenten althans mensen
daarvan en vele instanties. Wat er uiteindelijk toe moet leiden dat die per
1 september 1992 gaat starten. Die zullen met de lokale mensen, en toevallig
beschik ik al over de concept-rapportage, op de hele controle en de hand-
havingssfeer een zeer belangrijke rol gaan spelen. Dus dat betekent waar
wij in feite tot nu toe mee zaten. Wij kunnen wel de controle opvoeren, maar
de hele verwerking, wat er achteraan zou moeten gebeuren, stokt eigenlijk op
dit moment ook. Dit kunnen we nu daadwerkelijk op gaan pakken. Dat betekent
ook in de handhavingsfeerkorte termijnen. Dus mogelijkerwijs kunnen we die
controles, doordat er in een keer gevolgen plaatsvinden en dus ook minder
werkzaamheden zijn voor de eigen mensen, nog verder intensiveren.
U heeft ook gesproken over het aantal werkbare dagen.
Het is een aantal jaren geleden dat de commissie VOS 1 en later VOS 2
geheten model heeft gestaan voor het Berenschot rapport, wat uiteindelijk
landelijk is vertaald in de groene kadernota van de VNG. Daaruit is
nadrukkelijk naar voren gekomen dat we kengetallen in milieuland zouden
moeten hebben om te komen tot een opzet die voor het hele land geldt. Daar
heeft men vele berekeningen onder gelegd, waar toevallig dit streekgewest
model voor heeft gestaan. Daar kwam men uit op ca. 1360 uren, omgerekend in
dagen zijn dat 170 dagen.
Wanneer je dat verder uitspit, dan is het een gebruik dat er inderdaad van
200 werkbare dagen wordt uitgegaan. Daar zitten produktieve dagen, of uren
zo u wilt, en inproduktieve dagen of uren bij. Die 30 dagen, of vertaald in
een aantal inproduktieve uren, zijn eruit geschrapt. Die inproduktieve uren
zijn o.a. overleg wat men onderling voert, opleiding, het bijhouden van
ontwikkelingen enz.. Wij hebben dat getoetst van, hoe zit dat in het eigen
apparaat. Misschien dat de voorzitter daar dadelijk even op kan ingaan. Ik
kan het dan op dit moment uitdrukken in uren.
Daar, waar wij in dit plan uitgaan van 1360 uren, gaat de gemeente in de
orde van grootte uit van ca. 1380/1390 uren. In feite zit daar wel enig
verschil in, maar niet in die mate dat je, als je alles zou doorrekenen, zou
kunnen zeggen, daar komen hele formatieplaatsen uit.
Nogmaals gezegd, het spoort wel degelijk met de uitgangspunten in onze
gemeente, in ons apparaat. Maar ook belangrijk is dat er officieel vastge
stelde kengetallen zijn, die een aantal jaren eerder in het streekgewest
model hebben gestaan en die nu vertaald zijn in het landelijk kader van de
VNG
Dan met betrekking tot preventie naar de heer Van den Ouden toe en tevens
als antwoord op de heer Franken. De heer Van den Ouden zegt, u zou
nadrukkelijk de aandacht op preventie moeten vestigen.
-33-
Ik heb in de commissie gezegd, en ook de adviseur heeft dat duidelijk
gezegd, dat wij ons op dit moment tot een aantal zaken verplichten. U zult
ongetwijfeld weten dat wij ons naar aanleiding van de vaststelling van de
nota van vorig jaar tot 1-1-1995 hebben vastgelegd in de Bugm-taken en de P-
plustaken.
Met name de Bugm-taken hebben wij streekgewestelijk opgestart, want dat was
een voorwaarde om subsidie te verkrijgen. Daar heeft het ministerie positief
op gereageerd. Ik heb het al eens eerder betoogd, daar zullen wij een jaar
programma van moeten overhandigen. Voldoen wij daar niet aan, dan valt
inderdaad dat financieel plaatje in feite in elkaar, omdat we dan gekort
worden.
Verder hebben wij op 19-12-1991 de Inspectie van Volksgezondheid en Milieu
hygiëne voorgelegd hoe wij met name met ons jaarprogramma denken om te gaan
met de inzet van ons personeel. We konden natuurlijk toen nog niet exact
zeggen van, wij gaan in de komende jaren extra formatieplaatsen inzetten.
Wij hebben ons wel garant gesteld, dat we zeggen, de taken om tot dat
adequaat niveau te komen in 1995, daar verplichten wij ons toe. Er zijn nog
een aantal vragen gesteld. Mede dit rapport zou, denk ik, in onze ogen een
goed antwoord zijn naar de inspectie, omdat men dan exact kan teruglezen hoe
de gemeente Bergen op Zoom de zaken kan oppakken.
Verder mag ik u herinneren aan de uitgangspunten, ook vertaald in de begro
ting 1992. Daar heeft al doorgerekend gestaan het plaatje van de extra
gelden. Alleen hebben we toen gezegd, we komen in het milieu-uitvoerings
programma daar nadrukkelijk op terug.
Met betrekking tot die preventie. Daarvan hebben we gezegd, laten we eerst
aandacht besteden aan de achterstand, want dat heeft toch de eerste priori
teit. Tevens doe je daar natuurlijk een stuk preventie in, want we hebben
bijvoorbeeld vergunningachterstanden. In de te verstrekken vergunningen
sfeer of meldingensfeer zul je natuurlijk zaken opnemen die voor de toekomst
een preventieve werking kunnen hebben. Je zult er in je vergunningensfeer
ook rekening mee kunnen houden. Dus eigenlijk doe je toch, om op dat
adequate niveau te komen, in feite beide zaken. Zeker daar waar je nieuwe of
hernieuwde vergunningen moet verstrekken.
Mevrouw Demmers gaat nog eens nadrukkelijk inhoudelijk in op de in de nota
staande bedrijfszorgsystemenIk kan u melden dat wij een paar maanden
geleden een aanbod vanuit de NVOB kregen om te komen tot een convenant in de
bouwsfeer. Dat initiatief hebben bij doorvertaald naar het streekgewest. We
zijn nu bijna zo ver dat 18 gemeenten, dus in casu het streekgewest, de
convenant met de bouwsektor kunnen gaan sluiten om daar met een aantal
maatregelen te komen, zodat dat als eerste projekt er garant voor zou kunnen
staan. Dus wel degelijk in een streekgewestelijke impact, omdat wij ook
zeiden, zeer zeker gezien de discussie die volgt, ja, dit vinden wij ook in
streekgewestelijk verband, dit moet je afspreken. De laatste signalen
daarvan zijn dat wij daar toch vrij snel tot overeenstemming met een con
venant kunnen komen.
Het milieuhandhavingssysteem. Ik heb u gezegd, de besluitvorming is gericht
in de gewestraad op juni 1992, de start van uitvoering is september 1992.
Dat sluit ontzettend goed aan op datgene wat wij verder willen opstarten.
Nogmaals gezegd, als wij lokaal reageren op een aantal klachten, moeten deze
een doorvertaling hebben kunnen vinden. Daar zou dit handhavingscoördinatie-
team prima op aansluiten als wij exact deze lijnen zouden kunnen volgen.
Wij hadden, dat zeg ik u er eerlijk bij, gedacht om per 1 juli al met het
team te kunnen gaan starten, maar de start is nu voorzien in september 1992.
U zegt ook nog, als je nu zou kijken naar zo'n milieu-uitvoeringsprogramma,
dan zouden we dat in het kader van de managementrapportage terug willen
zien.
Bij de 2e managementrapportage hebben we gewag gemaakt van een stuk in- en
output