-4- Ten aanzien van het amendement van de VVD, dat ondersteun ik. De heer VAN DEN OUDEN: De 2e voortgangsrapportage is een optimistisch stuk vol goede voornemens. Wij ondersteunen de voorstellen zoals ze nu voor ons liggen. Toen de term sociale vernieuwing werd uitgevonden, heeft Groen Links niet juichend van enthousiasme deze term aan haar boezem gedrukt. Wij vinden het teveel een doekje voor het bloeden. Een pleister op de wond, die de langdurige bezuinigingen hebben veroorzaakt. Het is een feit dat de achterstandssituaties mede ontstaan zijn door het regeringsbeleid van de afgelopen decennia. Nu heeft het huidige kabinet de term sociale vernieuwing uitgevonden om te erkennen dat er inderdaad achter standssituaties zijn ontstaan. Er moet wat gebeuren. Daar was bijna iedereen het over eens. Maar zonder dat daar extra financiële middelen tegenover staan, vindt het kabinet. Ook wij vinden dat er iets gedaan moet worden, ondanks het feit dat de financiële middelen voor het fonds sociale vernieuwing van de gemeente Bergen op Zoom door wel zeer kreatief denken bijeengesprokkeld zijn. Kreatief denken, voorzitter, dat ook Groen Links heeft getoond tijdens de algemene beschouwingen bij ons voorstel om de bezuiniging op de basisvoorziening teniet te doen. Toen wilden wij ook gedeelten van de rente-opbrengst gebruiken om wat financiële ruimte te krijgen. Het doet ons dan ook genoegen dat het college inspiratie heeft gekregen door onze gedurfde voorstellen en zelf ook met zo'n voorstel is gekomen. Voorzitter, sociale vernieuwing is een proces. Een proces dat moet groeien en dat ook de kans moet krijgen om wortel te schieten in de Bergse samen leving. Terecht maakte u de opmerking, tijdens de vergadering van de commis sie APPZ, dat het nog wel even zal duren totdat iedereen sociaal vernieuwd door de straten van Bergen op Zoom zal lopen. Wij hopen dan ook dat de con tinuïteit van het proces niet verstoord zal worden door het opdrogen van de financiële bron. Immers de financiële oplossing, zoals die er nu komt, is niet struktureel. Zoals gezegd, wij steunen het collegevoorstel. Twee zaken die in de rappor tage genoemd worden, spreken ons zeer aan. De bestuurlijke vernieuwing, waarover gesproken wordt, is een goede zaak. Het geeft reeds een voorschot op de bespreking van het rapport van de commissie versterking van de lokale democratie. Er zijn nogal wat elementen in de voortgangsrapportage die met versterking van de lokale democratie te maken hebben. De aanzetten tot buurtbeheer, o.a. door oprichting van buurtplatforms ondersteunen wij van harte. Wij zien graag een voorstel van het college tegemoet hoe in haar visie een buurtplatform eruit moet gaan zien. Wij denken daarbij dat zo'n platform een weerspiegeling kan zijn van de buurt- samenstelling. Als kanttekening willen wij hierbij ook nog aandacht vragen voor kleinschalige aktiviteiten van bijvoorbeeld 1 straat. Daar moet de gemeente ook voor openstaan. Tenslotte voorzitter, wij hopen dat het optimisme bewaarheid wordt in konkrete en goede resultaten. De heer A. FRANKEN: Voorzitter, sociale vernieuwing beoogt burgers die op achterstand zijn geraakt weer bij de maatschappij te betrekken. Het primaire doel is het terugdringen van de afhankelijkheid, het isolement en achter standen van groepen of individuen in onze samenleving. Ik weet, voorzitter, er zijn talloze definities en artikelen aan de sociale vernieuwing gewijd, maar één ding weet ik zeker: Mensen in achterstand en vooral degenen die in een uitzichtloze positie verkeren, zijn totaal niet geïnteresseerd in vage gedachten, mooie omschrijvingen en schitterende rapporten. Wél zijn ze geïnteresseerd in konkrete aanbevelingen, welke dan ook gerealiseerd moeten worden. -5- Als we thans kennis nemen van de 2e voortgangsrapportage, dan moeten we constateren dat er veel in staat van wat er zoal over de sociale vernieuwing is geschreven. Wél komt het op ons over dat er iets teveel accent wordt gelegd op de bestuurlijke vernieuwing en iets te weinig accent op de doel groep waarom het in feite gaat. In dit verband zou ik erop willen wijzen dat er al eens eerder is gezegd: "Gemeentebesturen die denken dat ze zelf in staat zijn om de sociale vernieuwing te laten slagen, gaan een doodlopende weg in". Ik neem aan dat dit zeker niet de bedoeling van uw college is. Wij bevelen nog eens met klem bij uw college aan om het maatschappelijk middenveld te mobiliseren, alsmede extra te motiveren. Wij bevelen u tevens aan om op korte termijn een begin te maken met een netwerkanalyse. Het gaat erom inzichtelijk te maken het geheel van instanties, begeleidingsinstru menten en overlegorganen en hun taakvelden, die relevant zijn voor de beoogde doelstelling van de sociale vernieuwing. Kortom, voorzitter, wij missen nog duidelijk de nodige organisatie. Als derde aanbeveling is ons advies om aparte werkgroepen te installeren, die de cirkels van de sociale vernieuwing, of gedeelten daarvan, daadwerke lijk gaan aanpakken. Vormen van buurtbeheer, waarbij aanwezigheid van mogelijkheden om aktiviteiten uit alle cirkels van de sociale vernieuwing te combineren (blz. 46 van de nota), zie ik echt niet zitten. Met name arbeid en scholing kunnen slechts in zeer beperkte mate een aktiepunt zijn van een buurt. Over de manier waarop het fonds voor de sociale vernieuwing is gevormd, heeft de gehele commissie financiën vrij kritisch gesproken. Uiteindelijk is de commissie er eenmalig akkoord mee gegaan om de startpositie van de sociale vernieuwing inhoud te geven. We hebben op 1 januari 1991 een convenant met het rijk gesloten. Wij zijn daar een aantal verplichtingen aangegaan die in bijlage 3 zijn afgedrukt. Wij krijgen daartegenover een bedrag ineens voor aktiviteiten, welke vroeger geoormerkt waren en die wij thans vrij kunnen besteden voor de verplich tingen, welke wij zijn aangegaan voor de sociale vernieuwing. Is het juist dat we hiervoor 1,4 miljoen krijgen? Kan uw college ook aangeven in hoeverre er een verschil is tussen de ver plichtingen van de oorspronkelijke doelbijdragenregeling en de aangegane verplichting in het convenant sociale vernieuwing? Verder zou ik het college willen vragen de sociale vernieuwing als één- hoofdfunktie in de a.s. begroting te willen opnemen, te meer omdat kennelijk sinds medio vorig jaar het minimabeleid en het ouderenbeleid ook tot de sociale vernieuwing worden gerekend. Het bevordert mijns inziens de duide lijkheid dat de posten, die onder de sociale vernieuwing vallen, niet verspreid in de begroting zitten. Tot slot. Het rapport zelf zegt dat in toekomstige rapportages de filosofie minder in theoretische zin zal worden besproken en meer wordt waargemaakt aan konkrete voorbeelden. Dit lijkt me een juiste typering van het rapport. Een rapport wat zeker zijn waarde heeft, maar thans dienen zo spoedig mogelijk stappen te worden gezet. Als we weten te aktiveren, te stimuleren en te motiveren, dan kan de sociale vernieuwing in onze stad echt tot wor ding komen. Dan nog het amendement van de VVD. De nadruk leggen op punt a. is juist en is mij bijzonder sympathiek. Dat zult u uit mijn betoog vernomen hebben. Maar het amendement verengt ons inziens de mogelijkheden tot aktiviteiten. Reden waarom wij het amendement helaas op dit moment nog niet kunnen ondersteunen. De heer VAN KEMENADE: Betekent dat dat de CDA-fraktie dat in tweede termijn wel gaat steunen, omdat u zegt, op dit moment helaas nog niet?

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 50