- 12 - De heer VAN DEN OUDEN: De vorige spreker heeft uitstekend verwoord wat ik ook wilde zeggen. De heer BAKX, wethouder: Mevrouw Demmers en de heer Smits spreken zich nog eens nadrukkelijk uit voor het amendement zoals het is ingediend. De heer Franken vraagt mij nog eens of het college bereid is het beleid op te nemen en dit nader tot uiteindelijke besluitvorming te laten leiden. Mijnheer Franken, u heeft in uw maiden-speech al wel begrepen van het college dat wij straks bij de verordening nadrukkelijk terug zullen moeten naar com missie en raad en dan zullen we ook uitdrukkelijk gebruik maken van inspraak mogelijkheden die daarvoor zijn. Dat betekent ook, in het kader van het hele volkshuisvestingsbeleid dat we daarin natuurlijk de commissie zullen betrekken, al was het alleen maar dat de inspraakmedia u gewenst of ongewenst van advies zullen dienen, die dan weer tot besluitvorming uwerzijds zullen kunnen leiden. Ik denk dat het onderscheid tussen wat het college u voorschotelt inhoudt dat daar alle inspraak aan wordt gegeven en dat daar ook de raad bij wordt betrok ken. De heer Muller zegt ik interpreteer het zo dat het niet de bedoeling is voor - iedere woning terug te komen.Als u op pag. 10 het voorstel 10 laat vallen, dan betekent dat in onze ogen automatisch dat de wijzigingen terugmoeten naar de raad, want er is geen machtiging richting college. Dan kun je zeggen dan beperken we ons tot een bepaalde sector, tot een bepaalde categorie en in die categorie tot een aantal woningen, maar ik denk dat dat niet werkt, als u nagaat dat het woningbouwprogramma om verschillende redenen per jaar wel een vijf of zes keer verandert. Meestal, dat mag ik u gerust zeggen, in de marge en gaat het inderdaad om een aantal woninkjes of ze worden doorgeschoven naar het volgend jaar en ze vervallen dan niet. Ik kan natuurlijk geen koffiedik kijken en voorspellen of dat dit jaar ook allemaal zo doorgaat. Het betekent wel dat als u besluit 10 wegstreept het primaat op dat moment bij de raad ligt. Dan geldt dat voor iedere woning, elk onderdeel van het budget. Ik kan het niet anders uitleggen. Dus zou ik u als raad nogmaals willen verzoeken om dit amende ment niet over te nemen. De VOORZITTER: Dames en heren, zou ik er nog eens een opmerking aan mogen toe voegen. Wanneer u de uitvoering, uiteraard binnen bepaalde kaders, aan het col lege delegeert of wanneer u daar, zoals onder 10 is voorgesteld, mandaat voor verstrekt leidt dat niet tot afkalving van uw primaat. Hoe we het ook wenden of keren, het kader waarbinnen besluitvorming dient plaats te vinden wordt door uw raad bepaald. In het voorgestelde onder artikel 10 geeft u ons een marge om wanneer de feitelijke situatie daartoe aanleiding geeft tot een wijziging te komen. In de eerste plaats zijn we voor iedere wijziging en als college maar ook als individueel lid van dat college uiteraard verantwoording aan u schuldig en zullen we moeten kunnen motiveren waarom het nodig is om tot een dergelijke wijziging te komen. Dat is het formele aspect dat eraan verbonden is. Het materiële aspect is dat de wethouder eén en andermaal gezegd heeft:"maar uiteraard ben ik bereid in de commissie, "bij wijze van spreken iedere maand,maar er is in de raad ook gesproken over een viertal ijkpunten per jaar, dat kader nog eens wat uitdrukkelijker aan een beschouwing te onderwerpen". Dat is een actie die vanuit het college komt, waarmee nog eens onderstreept wordt dat het primaat inderdaad bij uw raad ligt. Voor het overige denk ik dat er toch vooral op het terrein van uitvoering ruimte moet worden ge schapen voor het college. - 13 - Ik denk dat we ook, gelet op de normale bestuurlijke verhoudingen, daar toch niet al te licht aan voorbij mogen gaan. Reden waarom,ik onderstreep bij deze nog eens namens het college wat de wethouder gezegd heeft, dat wij vinden dat lid 10 van dat besluit zo moet blijven staan. De vergadering is geschorst. Aldus schorst de voorzitter de vergadering om 20.30 uur. De vergadering wordt om 20.A0 uur heropend. De heer SMITS: Wij zijn van mening dat, gehoord uw woorden, het primaat van de naad erg belangrijk is. U hebt dat ons ook in sterke mate toegedicht. Vervolgens heeft de wethouder toegezegd driemaandelijkse rapportages te zullen leveren. Van onze kant staat daarnaast dat we dat graag cijfermatig hebben, maar ook inhoudelijk het hoe en waarom. Als dat allemaal door de wethouder toegezegd kan worden dan moet u erop rekenen dat bij de behandeling van de verordening die gaat komen in januari 1993 de diverse fracties zich scherp zullen maken op dit Punt om daar een juist oordeel over te vellen. Als dat allemaal zo zou kunnen, dan is de VVD-fractie met de andere ondertekenaars van zins het amendement in te trekken. De heer BAKX, wethouder: Ik denk dat dan de lucht opgeklaard is. Het zal duidelijk zijn dat uw suggestie met de driemaandelijkse rapportage accoord is en dat wij u van zo goed mogelijke rapportage zullen voorzien. U weet 1 de principiële stellingname komt in de verordening, dat heb ik u al eerder gezegd, in het najaar aan bod. De VOORZITTER: Dames en heren, ik denk dat ik de woorden van de heer Smits zo mag interpreteren dat het amendement bij deze is ingetrokken, althans in de tas gehouden tot oktober, als u vindt dat u in onvoldoende mate bediend bent en dat het besluit voor het overige geen aanleiding geeft tot het maken van op merkingen, zodat u overeenkomstig kunt en wilt besluiten. Dan is aldus geschied. V°°ustel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor een perceel aan de Oude Wouwsebaan. (Nr. S0B/10) Herziening/aanvulling leges-tarieven (Nr. BD-Fin/7) Voorstel tot wijziging van de voorwaarden en tarieven terzake van het volgen van cursussen aan de Gemeentelijke Muziek- en Balletschool. (Nr. WE/2) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen 11 t/m 13 aangenomen. 14. Wijziging gemeentebegroting. Begrotingswijzigings- nummer Alg.Dienst Bedrag Functie. Begroting 1991 207 Verhoging post Onvoorziene evenementen 1991 208 Middelen intensivering bijzondere bijstand 1990 Begroting 1992 012 Reorganisatie afdeling CUB voor 1992 013 Bijdrage aan kinderdagverblijf K0B 01A Hyp.Geldverstrekking aan gemeente-ambtenaren 015 Bijdrage aan St. Menno van Coehoorn 7000 580 133.559 600 00 k52 63.600 600 17 - A50 002 2.A75 580

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 39