rags - 10 - De heer BAKX, wethouder: Ik stel vast dat er ook doorstroming kan plaatsvinden in de premie huursector, want het is natuurlijk niet zo dat men in deze vier budgetten ook vastzit. Nee, de doorstroming is een algemeen probleem, dat hoe ven we niet te zien als zaken die alleen tussen de sociale huur naar de sociale koop in dit geval plaatsvinden. Derhalve zou ik toch de raad nadrukkelijk willen vragen het amendement zoals is ingediend door de heer Smits niet over te nemen. Mevrouw DEMMERS: Ik ben het niet helemaal eens met het antwoord van de wet houder op basis van het amendement zoals dat ingediend is door de heer Smits. Aangezien dit een amendement is van de heer Smits lijkt het mij heel normaal dat hij daarop als eerste reageert, ik wil hem daarbij niet in de wielen rijden. Ik handhaaf mijn handtekening op het amendement en ik heb daarvoor mijn redenen al in eerste termijn aangegeven, denk ik. De VOORZITTER: Het is begrijpelijk dat voor de tweede termijn het amendement het voornaamste punt van discussie is, want ik heb inderdaad niet veel andere onder werpen gehoord. Het is dan misschien qua orde beter de indiener in eerste in stantie in de gelegenheid te stellen het woord over het amendement te voeren, - dan kunnen anderen daarop ook nog reageren, zonder dat u een derde termijn krijgt of zo. Maakt u zich niet bezorgd. De heer SMITS: De wethouder schetst de situatie zoals hij denkt dat die zich zal ontwikkelen. Mijn bezorgdheid is erop gericht dat we als raad te laat ge ïnformeerd worden over de wijzigingen die mogelijk zijn. De flexibiliteit is het nieuwe sleutelwoord, dat is het nieuwe begrip. Dat hebben we nog nooit bij de mogelijkheden gehad. Er is lang bij volkshuisvesting om gevraagd. Het is dan duidelijk dat de raad daarmee om moet leren gaan, dat we daarover kunnen dis cussiëren, alle in en outs daarvan moeten kennen en er ook het gewicht van moe ten weten voordat er beslissingen genomen zijn. Als wij daar achteraf over gaan praten liggen er feiten waar we later misschien spijt van hebben en dat zou jammer zijn. Ik vraag met het amendement ook helemaal niets voor de hele lange termijn. Het gaat nu over een stuk dat werkt tot 1 januari 1993. Dat ziet de VVD-fractie als een inwerkperiodewaarbij raad en college zich samen over deze materie kunnen buigen. Mocht dan, in de aanloop naar het nieuwe jaar de nieuwe subsidieverordening die er moet komen op de rol gezet worden en blijkt dan dat mijn bezorgdheid voor niets is geweest, dan hebben we alle gelegenheid om in een officiële verordening het anders te regelen dan we het nu doen. Nu op voor hand dit uit handen te geven, daar voelt de VVD-fractie niet zoveel voor. De heer VAN DER KALLEN: Ik verbaas me toch echt in deze raad. Keer op keer als volkshuisvesting in deze raad aan de orde komt, dan wordt er met zwaar geschut geschoten op de wethouder en wordt alles gedaan om de portefeuille uit te hollen. De heer Smits zegt dan wel flexibiliteit een nieuw sleutelwoord, een nieuw begrip. Niets nieuw sleutelwoord, niets nieuw begrip. De waan van de dag is voor politici toch heel actueel, al jarenlang. Flexibiliteit is een posi tieve waan van de dag, d.w.z. ik reageer snel op veranderingen die klaarblijke lijk op dit moment allemaal optreden. Ik ben ook erg teleurgesteld dat onder dat amendement, buiten de handtekening van één collegepartij, ook de handteke ning prijkt van een raadslid van een andere collegepartij. Ik wil toch heel nadrukkelijk vragen aan die andere collegepartij of de hele fractie of slechts één raadslid, zijnde dan wel de fractievoorzitter, dit amendement steunt. Dat is nogal wat. Men discussieert met name over een bestek van 9 maanden en binnen die 9 maanden wil men nog, als er verschuivingen nodig zijn, daar van- tevoren overleg. Kortom, men wil wederom, dat is al een paar keer in deze raad gebeurd als het gaat over volkshuisvesting, de wethouder aan het. handje nemen en dat niet alleen maar echt in een dwangbuis stoppen om hem te geleiden naar De heer SMITS: Bij interruptie, voorzitter. Ik bied de wethouder aan om samen met de raad over deze nieuwe materie te praten en te overleggen. Dat is heel iets anders dan wat de heer Van der Kallen op dit moment zegt. - 11 - De heer VAN DER KALLEN: De wethouder heeft u dat aanbod ook gedaan. De wet houder heeft in zijn eerste termijn heel nadrukkelijk ook gezegd dat hij be reid is te rapporteren aan de commissie. Ik denk dat de wethouder u wel dege lijk al die inspraak wenst te geven, maar de wethouder wenst wel, en terecht, om tot een goede uitvoering van dit programma te komen in een tijdsbestek van 9 maanden. Wat kan je in 9 maanden, als werkelijk de waan van de dag zo anders blijkt, als je iets anders moet doen, een andere uitvalsbasis moet kiezen een andere positie om tot een goede uitvoering van je plannen te komen. Dan nog van tevoren overleggen, daar heb je nauwelijks tijd en speling voor. Ik ben zeer teleurgesteld dat bijvoorbeeld het CDA, een representant van het CDA een handtekening zet onder een dergelijk amendement en in stilte de tweede termijn ingaat en niet haar positie bepaalt. Dat zou voor de duidelijkheid van de politiek wel gunstig zijn.'Ik nodig hét CDA alsnog uit dat te doen. De heer M.J.M. FRANKEN: Ik denk dat de stellingname van het CDA echt niet zoveel verschilt van die van de VVD. In eerste instantie had ik gevraagd om via de commissie Volkshuisvesting op de hoogte te blijven van de eventuele wijzigingen. Zoals de heer Smits zei, we zijn nu al twee maanden van het jaar op weg en we moeten voor 1 januari 1993 een definitieve verordening opstellen. Wat let ons om deze 10 maanden die we nog te gaan hebben proef te draaien en dus inder daad de vinger aan de pols te houden met deze budgetten. Mijn vraag is dan ook aan de wethouder, ziet hij dan ook niet in dat hij in de eerste 10 maanden sameu met de raad dat beleid op poten wil zetten. De heer VAN DER KALLEN: Mijnheer de voorzitter, bij interruptie. Als CDA-raads- üd heb ik begrepen uit uw opnoemen van de ondertekenaars, want op mijn origi neel kan ik het niet zien is de heer Muller genoemd. Ik zou graag willen weten of het CDA deze motie of in dit geval dit amendement wel of niet steunt. De heer MULLER: Het is duidelijk, ik steun de woorden van collega Franken. Materieel zit hier geen verschil van mening tussen de CDA-fractie en de visie van de heer Smits. Het enige waar ik inderdaad dadelijk aan u een schorsing voor zal vragen is het feit dat de wethouder uitlegt dat hij voor iedere woning te- fug naar de raad moet komen. Dat is beslist niet onze bedoeling en ik neem aan ook niet de bedoeling van de heer Smits. Wat dat betreft denk ik dat ik dadelijk even schorsing moet vragen om te bezien of ik mijn handtekening al dan niet had- haaf om de doodeenvoudige reden dat er materieel geen verschil van mening is want wij vinden dat wat betreft de subsidietoedeling het primaat bij de raad moet blijven liggen, ook in de toekomst. De heer VAN DER KALLEN: Het amendement inzake besluit 10 is wel formeel een verschil. Het is een verschil of je zegt ik steun dit wel of ik steun dit niet- Dat is een goede interpretatie van de wethouder of hij al of niet iedere keer terug moet naar de raad. De VOORZITTER: Het lijkt mij, mijnheer van der Kallen, dat om dit advies niet gevraagd is door de CDA-fractie. De heer V.D.KIEB00M: Ik wil alleen vragen om een kleine schorsing. De VOORZITTER: Nu onmiddellijk of nadat we de tweede termijn hebben afgewerkt De heer V.D.KIEBOOM: Na de tweede termijn. De VOORZITTER: Dat lijkt mij ook. De heer VAN ES: In eerste termijn had ik niet het woord gevraagd omdat wij ons volledig konden vinden in het voorliggende voorstel. De toezegging van de wet houder om de commissie volkshuisvesting op de hoogte te houden van de ontwikke lingen en de korte periode waar we over spreken geven ons geen aanleiding om dat standpunt te wijzigen. Wij hebben op geen enkele manier behoefte aan het amendement zoals het is ingediend en ondersteunen het voorstel zoals het voor ligt.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 38