-42- Werk geen bedrag kreeg voor het verlenen van slachtofferhulp conform de uitvoeringen van de- stichting Slachtofferhulp. Daartegen hebben zij een bezwaar ingediend en dat is thans in behandeling. Dus u krijgt nog de gelegenheid om, naar. aanleiding van het standpunt wat het college daarom trent zal innemen, daarover te discussiëren. Maar hier is aan de orde het subsidieverzoek 1991, wat ruim daarvoor een keer is aangehouden op grond van het feit dat er eerst een evaluatierapport zou moeten zijn. 1991 Is thans een gepasseerd station, maar formeel moesten we dat nog afwerken. De VOORZITTER: kunt instemmen met dit antwoord? Dan is aldus besloten. 18. Ter fine van advies in handen van burgemeester en wethouders: 1. Brief van ae stichting De Peperbus d.d. 10 december 1991 inzake samenwer king met S.K.W. De VOORZITTER: Wenst u daar het woord over te voeren? Geen uwer, dan wordt het overeenkomstig het voorstel uitgevoerd. Dames en heren, wij zijn hierbij gekomen aan het einde van deze raadsverga dering. Aan het einde van onze bijeenkomst vandaag zou ik toch een moment willen stilstaan bi] het feit, dat wij vanavond, als gekozen lid van de raad van de gemeente Bergen op Zoom, de heer Cats voor de laatste maal in ons midden hebben. Dat wil zeggen, aan deze zijde van de pilaren, want ik sluit niet uit, hem een beetje kennende en dat schattend, dat er misschien wel eens een moment is dat hij toch het werk in deze raad nog wat wil velgen. We hebben in deze periode, dames en heren, de heer Cats leren kennen als een heel harde werker, die bovendien, buitengewoon zorgvuldig en goed afgewogen, standpunten naar voren wist te brengen. En ook m de periode van voorberei ding, in de commissies met name, getuigde van een grote en brede belang stelling voor net openbaar bestuur, waarin het algemeen. Kaar met name op hei terrein van regelgeving was hij een bi]zonder bekwaam lid van de onder scheiden commissies. Zonder daarbij al te veel terug te vallen op zijn dagelijks werk. Ik vond dat altijd heel knap, om de scheiding te maken tussen het zijn van ambtelijk medewerker m een gemeente en het ook zijn van gemeentebestuurder. Ik denk dat op die momenten dat ik hem heb meegemaakt, hij dat altijd deed als bestuurder. Dat kwam, dunkt mij, nog het meest tot uitdrukking bij de brede en soms ook wel langdurige discussie, die we gehad hebben over de verhouding tussen het bestuur, de burger en de politiek. Waarin hij een hele bijzondere en, in ieder geval ook door mij, gewaardeerde inbreng gehad heeft. Daarnaast heeft hij zich in ons midden dusdanig weten te profileren als fraktievoorzitter van het CDA, dat een keuze voor Wouw, een keuze voor voortzetting van een ambtelijke carrière in Wouw, enerzijds als begrijpelijk voorkomt, maar aan de andere kant ons toch ook in zekere zin aan het hart gaat. Dat wil zeggen, dat we het toch wel jammer vinden dat hij ons gaai verlaten Wij zijn in een gemeente en in een gemeenteraad, waarbij we al datgene wat we elkaar zeggen willen, vooral bij woorden laten. Daarmee zou ik ook willen besluiten. Dan denk ik, mij zelve tot tolk van de raad verklarend, dat onze beste wensen u vergezellen op het pad in Wouw en dat we u daar heel veel succes wensen en dat het zeker niet zo zal zijn dat uit het oog ook uit het hart betekent. Want Wouw ligt nu een keer in het hart van de duo die we net in december hebben doen ontstaan. Het gaat u goed. Nogmaals, onze beste wensen vergezellen de heer Cats. De heer CATS: Dank u wel, voorzitter, voor uw vriendelijke en hartelijke woerden. Misschien mag ik neg iets zeggen. Zes jaar lid van de gemeenteraad van Bergen op Zoom lijkt tegen de achter- -43- grond van het gemiddelde uithoudingsvermogen van zijn leden en oudleden gelijk aan de duur van een knipoog. Deze voor mij genoeglijke jaren in de raad, en gezien de bezetting van de publieke tribune voor de volledigheid ook buiten de raad zijn die jaren zeer genoeglijk geweest, heb ik zeer intensief beleefd. Zes jaar zitten, heeft voor mijn gevoel twaalf jaar vor ming en ervaring opgeleverd. U bent allen mijn meester geweest. Die vorming liet niet zo lang op zich wachten. Mijn ongeveer eerste optreden in deze raad leidde bijna tot een stad zonder dagelijks bestuur. Ik mag het wellicht nog wel even memoreren. Toen het college op een goed moment voor de derde maal om een extra krediet vroeg om de wat tegenvallende verbouwingskosten van gebouw T te dekken, mocht ik namens de CDA-fraktie hiermee instemming betuigen. Snel vroeg ik onze toenmalige fraktievoorzitterde wijze Dick Westerhof, of ik toch ook op milde wijze een sprankje kritiek ten gehore mocht brengen. Ga je gang, zei hij op zijn karakteristieke toon. Aan het mespuntje kritiek dacht ik onschuldig inhoud te geven door snel aan mijn betoog toe te voegen, dat de fraktie wei symbolisch I gulden op het krediet in mindering wilde brengen, bij wijze van signaal. Deze gulden heeft vervolgens een programma opgeleverd dat op mij evenveel indruk heeft gemaakt als menig program, dat voor aan zienlijk meer guldens op een andere prachtplaats in deze stad regelmatig cp de planken wordt gezet. U hoort mij nu, voorzitter en beste collega-raads leden, zorgvuldig termèn als voorstelling, spel en toneel e.d. vermijden, omdat wij weten dat onze raadsvoorzitter zekere bedenkingen koestert tegen het ai te gemakkelijk in één adem noemen van het raadswerk en het schouw burggebeuren, hoewel beide op zich zeer respektabei. Terug op het feit. De gebeurtenissen volgden elkaar toen snel op. Het colle ge vatte de inhouding met een gulden op als een motie van wantrouwen. De historie van ons nationaal staatsrecht waarin het parlement zich cc-it van eenzelfde type signalen ten opzichte van de regering heeft'bediend, passeer de uitgebreid de revue. Herhaalde schorsingen, koortsachtig fraktieberaad en tot slot, college en fraktie geven elkaar te kennen het signaal te hebben begrepen en de stad wordt op het nippertje gered van een dagelijks stuurloos bestaan. Welkom in de raad, mijnheer Cats, vertrouwde de raadsvoorzitter mij nog even fijntjes toe na afloop van deze raadsvergadering. Voorzitter, ik heb deze gebeurtenis wat uitvoerig belichtniet omdat zij tekenend is voor de wederzijdse verhouding, het tegendeel is waar, die is heel konstruk'tiefmaar wel omdat zij mij bijstaat ais het meest markante startpunt voor het trajekt waarop ik veel ervaringen mocht opdoen. Een per soonlijke ontwikkeling vanuit een overwegend juridische inslag naar een meer politiek denken. Het inzien van de betekenis van goede menselijke verhou dingen, takt en diplomatie in de politiek. Een groeiend besef dat politieke doelstellingen nog het' meest efiektief kunnen worden bereikt met een afge wogen mix tussen politiek idealisme en pragmatisch handelen. De ervaring dat ons democratisch bestel, waarin voortdurend zoveel meningen met elkaar worden geconfronteerd, tot resultaat heeft dat het schip van de overheid een tamelijk stabiele koers blijft varen en tot slot, de overtuiging dat een politicus niet wordt beoordeeld op zijn idealen, maar op de effekten van zijn handelen. Aan al deze ervaringen hebt u bijgedragen. Daarvoor ben ik u, voorzitter, u, collega-raadsleden en in het bijzonder de leden van mijn CDA-fraktie, u, secretaris en in u het gehele ambtelijke apparaat, u, medewerkers van de media, dankbaar. Ik spreek deze dank uit vanuit het besef dat een deel van de achter u zittende kiezers de voorwaarde heeft geschapen mij gedurende een zestal jaren een steentje aan het stadsbestuur te laten bijdragen. U mag er op rekenen dat ik de politieke bagage, die ik op deze wijze mocht opbouwen, met mijn vertrek uit de gemeenteraad en uit de gemeente Bergen op Zoom niet ver-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 26