Mester de
- 107 -
De heer LINSSEN: Ik heb niets meer te vragen, voorzitter.
Mevrouw DEMMERS:Ik was van mening dat overeengekomen is om de seizoenbrochure
van het komende seizoen op één dag, vrijdag, regionaal huis aan huis te
bezorgen in verband met de problemen die destijds gerezen zijn. Dat juich ik
op zich toe. Mijn vraag is ten aanzien van de 100% garantie en de gevolgen
eventueel.
De VOORZITTER: Ik wil niet lastig doen hoor, want ik heb alle tijd, maar het
is wel buiten de orde. De nota gaat over datgene wat het vorig jaar is ge
passeerd en de vraag die u nu stelt is de uitgesproken verwachting om met
hetzelfde bezorgbedrijf door te gaan niet bedrogen uitgekomen. Dat is iets wat
weinig met de kaartverkoop van vorig jaar te maken heeft gehad, maar het woord
is aan wethouder Van der Stoel.
De heer VAN DER STOEL, wethouder: In feite hebt u het antwoord gegeven, voorzitter.
Hier staat dat wij hoopten dat het dit jaar goed zou gaan en wat niet goed ge
gaan is daar kunt u te gelegener tijd natuurlijk vragen over stellen.
De VOORZITTER: Lateri we nu mevrouw Demmers royaal beantwoorden. Ze wil er nu
vragen over stellen.
De heer VAN DER STOEL, wethouder: Ik weet niet waarmee ik haar royaal moet be
handelen. Het is duidelijk wat er aan de hand is. Wat de bedoeling was, wat
de afspraken waren, wat er is gebeurd leest u in de kranten.
Mevrouw DEMMERS: Ik vraag wat u, op basis van de zin die daar staat, met de
situatie doet die zich nu heeft voorgedaan. Dat is de vraag die er concreet
ligt.
De heer VAN DER STOEL, wethouder: Dat is een vraag waar een overduidelijk ant
woord inzit. Die afspraak is niet nagekomen en zijn bezig te kijken of wij
claims tegen het bedrijf kunnen leggen en hoe groot de schade is.
De VOORZITTER: Dan hebben wij punt r voldoende afgehandeld.
Voorgesteld wordt te berichten cfm concept-brief op:
1. Brief van de Stichting Peuterspeelzalen Bergen op Zoom d.d. 28 april 1992
inzake verzoek eenmalig extra subsidie 1992.
2. Brief van het Algemeen Bestuur van het Werkvoorzieningsschap West Noord-
Brabant d.d. 18 mei 1992 inzake het ontwerp-jaarverslag 1991 en ontwerp-
jaarrekening 1991.
3. Brief van het Algemeen Bestuur van het Werkvoorzieningsschap West Noord-
Brabant d.d. 18 mei 1992 inzake begroting 1993.
Punt 1
De heer VAN DEN OUDEN: De Stichting Peuterspeelzalen is in moeilijkheden. Zij kampt
met een tekort van f. 41.380,- en binnenkort zal de stichting wettelijk verplicht
worden alle werknemers het minimumloon te gaan betalen. Met dat laatste zijn
wij het, evenals de stichting, eens dat het een goede zaak is. Echter door het
tekort en de wettelijke verplichting wordt de werkgelegenheid bij de peuter
speelzalen en de bereikbaarheid voor de Bergse inwoners bedreigd. Men heeft nu
al de ouderbijdrage moeten verhogen. De Partij van de Arbeid en Groen Links
vinden dat de peuterspeelzalen belangrijk werk verrichten op pedagogisch en
emancipatoir gebied. Tevens vinden wij het belangrijk dat bij de peuterspeel
zalen de kwaliteit gehandhaafd blijft.De peuterspeelzalen hebben bewezen in een
behoefte te voorzien. Wij vinden dan ook dat het college het verzoek van de
Stichting Peuterspeelzalen om een eenmalige geldelijke bijdrage moet honoreren
na invoering van de wetswijziging en daarom willen wij een motie indienen.
De VOORZITTER: De motie heeft de volgende inhoud
- 108 -
De raad van de gemeente Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op donderdag
25 juni 1992.
- De Stichting Peuterspeelzalen Bergen op Zoom tengevolge van de op handen
zijnde wijziging van de wet minimumloon alle werknemers het evenredig deel van
het minimumloon moet gaan betalen; t
- De Stichting geen financiële middelen heeft om deze verplichting na te kom~n
- Door het ontbreken van de financiële middelen de werkgelegenheid bij de peuter
speelzalen en de bereikbaarheid van het peuterspeelzaalwerk voor de Bergse
woners bedreigd worden;
- de Stichting de ouderbijdrage reeds fors heeft moeten verhogen
Het college opdracht te geven om na invoering van de wetswijziging binnen een
maand met een voorstel te komen om het tekort door middel van een eenmalige
subsidie op te heffen.
en gaat over tot de orde van de dag.
De motie is ondertekend door mevrouw Veraart, de heren Van den Ouden en Hagenaars
in voldoende.mate en'is inmiddels ook reeds rondgedeeld.
Deheer WITHAGEN: Dit probleem, wat velen van ons al maandenlang en sommigen al
laneer zien aankomen, is iets waar we de komende perioden zowel landelijk m
een stukje wetgeving maar ook plaatselijk oplossingen voor zullen moeten zoeken.
Dat is het probleem van een particulier initiatief stichting, dat is een p
bleem van de gemeente omdat die subsidiënt is van twee stichtingen die dez
werksoort ondir hun beheer hebben. Wij weten dat allemaal en binnen verschillende
raadsfracties wordt op het ogenblik al volop nagedacht hoe oplossingen gevonden
kunnen worden. We weten ook dat binnen het college daar volop aan Snerkt wordt
door middel van onderzoeken enz. Ik heb er begrip voor de heer Van den Ouden
die ondertekenaar is van deze motie, op basis van zijn visie met deze motie kom
Mijn klomp breekt echter, ik zeg dit met enige ruwheid maar ik bedoel het
zo dat de Partij van de Arbeid met twee handtekeningen de motie steunt.
Ikwil er te enen male op wijzen dat wij het spelletje „eigenen mee te spelen,
dat wij asociaal zouden zijn omdat wij deze problematiek van niet-cao mensen
niet zouden willen en kunnen zien. Als wij op dit moment, net als^ J
van de Arbeid, voor deze motie zouden stemmen als raad, dan organiseren wij
lln probleem Lj de huidige grootte van het peuterspeelzaalwerk van ron de
A ton Ik vind dat als je dan als een partij die een collega ondersteunt zo
motie'ondersteunt, zeg dan ook iets over die financienÏLfarkïopDen^mdat
mee dat nu een aantal andere partijen dit bestuurlijk m pp
wii noe; seen technische oplossing hebben voor die financiële rekening die er
gegarandeerd aan vastzit. Wij zullen oplossingen moeten zoeken om het begaanbaar
binnen de Bergse begroting te krijgen voor wat betreft de subsidie. Ik vi
het hoogst ongepast dat een partij waarmee wij een college overeind houde
zo'n onverantwoordelijke motie durft te steunen.
De heer BOLSIOS: Een peuterspeelzaal is een alleszins ^"®"^a^iigs^^Viteit
waar kinde~~n met elkaar leren omgaan. Het is evenwel volstrekt onju
denken dat activiteiten volledig ten laste van de algemene middelen moeten
komen. Wij denken dat een peuterspeelzaal geer°Pber^dres is
zich hoeft te verwijderen, maar dat er sprake kan zijn van een stuk vrijwiii g
heid waarbij de ouders mei .Ikaars kinderen aan die doelstelling voldoen waar-
?raajfwoorSennhabben gesproken in de voorjaarsnota over zelfzorgzaamheid van
deze maatschappij, maar hier komt weer de eerste data aanzet,.n
maar uit de algemene middelen. Wij kunnen dit niet steune
De heer JANSSEN Het CDA sprak behoorlijk krasse taal m de richting van een
