-26-
het dat we uit de criteria voor de winterterrassen een tweetal elementen
hebben gehaald en die overgebracht hebben naar de voorschriften in het
bestemmingsplan. Dat kan omdat ze van objektieve aard zijn, zoals de goot-
hoogte en de bevestigingshoogte van het dak van het winterterras als het
ware. Dat zijn dingen die je in bestemmingsplanvoorschriften kunt opnemen.
Dus die zijn verhuisd van de criteria naar de bestemmingsplanvoorschriften
en dat heeft u bij de stukken getroffen.
Een en ander leidt er wel toe dat er tot een gewijzigd besluit gekomen moet
worden. Het voorstel was er op gericht om de eerste herziening ongewijzigd
vast te stellen. Gezien de wijzigingen die nu aangebracht zijn in de defi
nitie en in de planvoorschriften dienen we dus nu te besluiten om de eerste
herziening gewijzigd vast te stellen. Dat is nodig in verband weer met de
rechtszekerheid, want tegen dat besluit moet bij GS weer een beroepsproce
dure mogelijk zijn. Dus het besluit is veranderd. Dat treft u ook bij de
stukken aan.
Daarmee is naar de mening van ons college, dat treft u in de begeleidende-
notitie aan, nu een peil bereikt in het bestemmingsplan, waarin we met dat
publiekrechtelijke middel niet verder kunnen. Daarmee is geregeld wat
geregeld kan worden. Ik gebruik die woorden, omdat die in de commissie ook
gebruikt zijn met name door het commissielid, de heer Franken. Hij wees er
toen al cp dat planologisch gesproken er nu eigenlijk wel geregeld is wat
geregeld kan worden. Als je dan meer wilt, moet je naar andere middelen
zoeken
Het college heeft zeer nadrukkelijk de bereidheid om dat verdere instrumen
tarium te ontwikkelen. U vindt dat ook neergeschreven in de notitie. Toch
vraagt dat enige bedenktijd, omdat daar toch wat juridische haken en ogen
aan zitten. Je moet je afvragen of het bewandelen van de privaatrechtelijke
weg in overeenstemming is altijd in alle opzichten met de beginselen van een
behoorlijk bestuur en of je niet in de plaats treedt van publiekrechtelijke
regelingen, waar die immers voor de burger wat meer rechtszekerheid zouden
kunnen bieden. Derhalve stellen wij het op prijs om, die weg opgaande naar
een ontwikkeling van dat privaatrechtelijk instrumentarium, het voortdurend
toch even tegen het licht te houden van de mogelijkheden die andere publiek
rechtelijke middelen te bieden hebben, namelijk de APV en precario. Daar kun
je wellicht ook wel wat mee doen. We stellen het op prijs om, die weg
opgaande, die zaken toch ook steeds even mee te laten lopen en dat met
elkaar te vergelijken of met elkaar te confronteren.
Dus het voorstel van het college is, de discussie in de commissie gehoord,
om de eerste wijziging van het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen
met een wat aangescherpte definitie, kort gezegd. Om vervolgens van uw raad
het verzoek te krijgen om een nader instrumentarium te ontwikkelen in de
privaatrechtelijke zin, waarbij we zelf aantekenen dat we dat gedurende dat
trajekt toch steeds even voor de zekerheid willen leggen naast de mogelijk
heden die APV en precario bieden.
Vervolgens vinden we, en u vindt dat ook in de notitie, dat het tot besluit
vorming moet komen. Zeker vanwege de bouwaanvragen die thans in behandeling
zijn. Omdat het op dit moment eigenlijk al zo is dat door het overschrijden
van termijnen er nu al gezegd zou kunnen worden dat er sprake is van een
fictieve weigeringsgrondwaardoor je allemaal weer nieuwe procedures over
je heen haalt. Dat is, denk ik, in het kort samengevat het resultaat van het
huiswerk wat we in de commissie hadden afgesproken.
De heer MULLER: Uw college vraagt aan ons thans een standpunt in te nemen.
Ik vraag me af of wij als raad hier wel een standpunt kunnen innemen, om de
eenvoudige reden dat niet alles op dit moment adequaat geregeld is.
Ik heb in de commissie RO een aanscherping gegeven, wat wij verstaan onder
een winterterras. Daar heb ik zelfs ook een periode bij genoemd.
-27-
Ik heb gezegd, een winterterras staat naar mijn smaak in de winter, dat is
van oktober tot april en dat is 7 maanden.
Als wij nu een besluit nemen, is datgene wat ik toendertijd in de commissie
heb gezegd nog niet geregeld. Dat vind ik nog niet terug in de eventuele
overeenkomst die later aan de orde komt. Daar zou ik graag van uw college
een antwoord op willen hebben. Ik kan mij voorstellen dat u juridisch een
aantal zaken moet bekijken. Aan de andere kant zeg ik, wat besluiten wij nu
momenteel als raad. Daar heb ik, eerlijk gezegd, op dit moment geen zicht
op. Ik kondig nu alvast aan dat ik na de eerste termijn u eventueel om een
schorsing verzoek.
De VOORZITTER: Ik denk dat ik u op uw vraag, wat u nu besluit, een antwoord
kan geven. U besluit nu het ruimtelijk mogelijk te maken. De wethouder heeft
gezegd dat omtrent het gebruik van de grond, of dat op privaatrechtelijke
basis of op publiekrechtelijke basis zou moeten geschieden zoals thans
geregeld is, u een nader voorstel verwacht. U beperkt zich thans tot de
publiekrechtelijke kant, de bestuurskant zeg maar, voor wat betreft de uit
voering van de wet op de ruimtelijke ordening en de uitvoering van het KB
over het eerste bestemmingsplan stadskern Noord-Oost. Niet meer, ook niet
minder
De heer VAN DER KALLEN: Ik ben blij dat we nu wat besluiten. Mijn fraktie
vindt dat dat erg lang heeft geduurd. Daarin ondersteunen wij het betoog van
de portefeuillehouder. Mijn fraktie is ook blij met de aanvullende notitie
en ik ben nog blijer met het betoog van de portefeuillehouder. Met name hoe
hij spreekt over het publiekrechtelijke ten opzichte van het privaatrechte
lijke. Mijn fraktie vindt het heel belangrijk dat steeds eerst wordt gekeken
naar kunnen we het publiekrechtelijk regelen. Dat is in mijn ogen de juiste
weg. Als het inderdaad niet publiekrechtelijk te regelen is, dan is mijn
fraktie akkoord dat het op een privaatrechtelijke manier gebeurt.
Wij denken dat op deze manier toch tegemoet kan worden gekomen aan een grote
behoefte in deze stad. Wij denken ook dat, als inderdaad die afweging pu
bliekrechtelijk/privaatrechtelijk wordt gemaakt en dan publiekrechtelijk bij
voorkeur laat prevaleren, dat dan toch kan gebeuren op een zodanige manier
dat met alle belangen in hoge mate rekening wordt gehouden. En toch zowel
ondernemers als burgers in staat worden gesteld om deze stad ook anno 1992
te laten funktioneren en te laten leven.
De heer AERTSSEN: Onder strenge eisen en voorwaarden, die toezien op behoud
van de bijzondere karakteristiek van de Grote Markt en op het beheersbaar
houden van deze ontwikkeling, dient de komst van winterterrassen, op plaat
sen die daarvoor op grond van de te fomuleren randvoorwaarden geschikt
worden geacht, mogelijk gemaakt te worden. Einde citaat, collegeprogramma.
Voorzitter, wij hebben als fraktie deze zinsnede getoetst in de commissie
aan wat ons werd gepresenteerd door het college. Wij vonden dat op dat
moment toch zeker niet werd voldaan aan een aantal criteria. Een aantal
criteria is niet goed uitvoerbaar. Ook het criterium, het behoud van de
bijzondere karakteristiek, was mede door het advies van het college van
advies voor welstand aan zeer zware twijfel onderhevig.
De heer Muller heeft toen terecht gevraagd, vanuit zijn optiek, om een
verdere aanscherping van de voorwaarden. Hij heeft toen gezegd, simpel
gezegd noemde hij dat, moet een winterterras er alleen in de winter staan en
in de zomer een zomerterras.
Het college heeft, en dat hebben we gezien, een uiterste poging gedaan om
ons, en met name dan de CDA-fraktie, tegemoet te komen. Ik moet eerlijk
zeggen, alles overziend, dat mijn fraktie toch niet zoveel waardering heeft
voor de wijze waarop dit proces heeft vorm gekregen. Het is toch een beetje
de raad in de tang nemen. We moeten vanavond een besluit nemen. Dat ben ik