w - 68 - De heer VAN DER KALLEN: In tegenstelling tot mevrouw Demmers van D'66, althans die indruk kreeg ik even, ben ik wel degelijk blij achteraan te zitten, want dan kan je mooi terugkijken naar wat er allemaal al is gezegd. Dat leidt toch tot een mooie discussie, in ieder geval een mooie gedachte denk ik, want als ik dan een prachtig betoog hoor van de heer Muller over het primaat van de raad en het nemen van de verantwoordelijkheid van de raad, van haar eigen ver antwoordelijkheid, de politieke invalshoek die de kern van een discussie moet zijn en het maken van politieke keuzes, dan ben ik haast geneigd te applaudi- seren. Maar als ik dan even aan vanmiddag denk en in ieder geval aan het begin van de avond en ik zie dat als de raad echt haar eigen primaat gebruikt met éen motie en het college ergens opdracht toe geeft, dan heeft de heer Muller het plotseling niet over het primaat van de raad, maar dan zegt hij dat er eerst overleg moet zijn met allerlei organisaties. Dat is mooi, zo kan politiek ook zijn.Het is inderdaad zo dat dit soort min of meer algemene beschouwingen worden gebruikt om als het ware politieke partijprogramma's voor te lezen maar de praktische invulling is helaas weieens een andere. Als ik naar dit voordstel kijk dan heb ik met uitzondering van het stuk handelend over het onderhoud van wegen, beplanting en gebouwen daar alle;lof voor. Dat laatste stuk kon ik nauwelijks echt uitlezen, want ik dacht bij mezelf waar is dat nu goed voor, dat is te weinig informatief om aan de raad voor te leggen. Desalniettemin heeft het college gemeend dat wel aan de raad te moeten voorleggen en ik betreur dat, want dat geeft ook geen hoge indruk van op dit punt de kwa liteit van dit college. Het college moet in mijn ogen selectief zijn met wat ze aan de raad voorlegt. De voorzitter heeft het een paar maal gehad over het niveau van de discussies. Ik zou ook graag het niveau van de stukken die ons worden voorgelegd graag wat verhoogd zien, in ieder geval dat stuk. Met betrekking tot het stuk zelve, het voorstel, moet ik zeggen dat het mij heeft verheugd dathet tot stand is gekomen. Net als D'66 neem ik hier en daar de kaas schaaf waar in plaats van een echte bezuiniging op taken. Maar goed, het is de eerste keer. Het is een hele stap vooruit. Dan draaf ik door de voorstellen heen. Allereerst besluit 2. De opmerking van D'66 daar had ik meer waardering voor toen ze hem maakten in de commissie. Nu kan ik het ondersteunen met betrekking tot geen gedwongen ontslagen. Heel mooi afgekaart. Met betrekking tot punt 4.3 de openbare bibliotheek. Afgrendeling ben ik falikant op tegen. Voor mijn fractie is dat zo'n kerntaak, daar wil ik absoluut niet aan sleutelen. Met betrekking tot 4.4. Ik zal niet tegen het punt stemmen, maar mijn wensen zou den zijn dat de subsidie naar 0 wordt afgebouwd. Met betrekking tot 4.5. daar stem ik tegen en dat zal met betrekking tot de eerdere discussie vanavond geen verwondering wekken. Dit betreft de verlaging van de ontwikkelingssubsidie. Met betrekking tot de jeugdsubsidies, waar heel nadrukkelijk de Partij van de Arbeid een amendement ingediend heeft, moet ik zeggen dat als ik dat amendement lees zou ik voorstemmen. Maar toen ik luisterde naar de motivatie daarvan met betrekking tot de andere inkomsten en de kantine werd genoemd, toen dacht ik nee toch maar niet. Waarom Ik vind het een absoluut verkeerde gang van zaken m de samenleving dat er bijv. met betrekking tot kantines deze worden gezien als een inkomstenbron van verenigingen. Als ze als zodanig functioneren dan kan a steeds leiden tot een optimalisering van de inkomstenbron want net als ieder ander in de samenleving hebben ook organisaties als verenigingen de neiging om hun inkomsten te optimaliseren, omdat de uitgaven alsmaar stijgen. Dan kan dat leiden tot ongewenste activiteiten in die kantines. Ik denk dat die kantines op een andere manier benaderd moeten worden en niet als inkomstenbron. Door die mo tivatie, maar ik denk er nog over na, denk ik dat ik tegen dat amendement za - 69 - De argumentatie van met name het CDA en de VVD inzake de jeugdsportsubsidies om die af te wijzen is meer in de richting die ik ondersteun. Met betrekking tot punt 4.10 subsidieverlaging van de Streek VVV, daar onder- schrijf ik volledig de betogen zoals de heer Janssen die heeft gehouden. Ik wil daar nog bijvoegen mijn motivatie dat ik zeg, dat is iets wat we samen doen met andere gemeentes, je draagt dat samen. In deze tijd waarin steeds vaker zou moeten worden gekeken naar iets samen doen met andere gemeentes denk ik dat zo'n eminent voorbeeld hoe het zou moeten echt navolging verdient en wil ik zeker niet dat wij dat beëindigen. Met be trekking tot subsidiëring van Eigen Haard wijst de BSD de beëindiging van deze subsidiëring ook af. De argumenten van het CDA en Gemeentebelangen/ Stadspartij spreken mij zeer aan. De subsidie van de Botte Hommel. Daarover is ook een amendement ingediend door D'66. De subsidieverlaging met f. 60.000,- wijs ik af. Het amendement van D'66 ondersteun ik van harte. Waarom D'66 heeft al aangegeven wat het gevolg van deze subsidieverlaging zal zijn, nl. dat de beroepskracht daar verdwijnt. Ik denk dat die beroepskracht van eminent belang is om andere problemen rond de Botte Hommel en in de Botte Hommel te voorkomen. Ik denk dat het daar uit de klauwenkan gieren als er geen behoorlijk toezicht is. Dus is voor mij de keus van je houdt het in stand en dan doe je het goed of je schaft het af en in deze zin ben ik van mening dat het volledig afgeschaft moet worden. Ik zal dus zeker het amendement van D'66 in deze steunen. Met betrekking tot de andere punten onder 4 en onder 5 wil ik zeggen dat ik die kan steunen. Met betrekking tot punt 6, de zelfwerkzaamheid is het heel duidelijk verwoord de D'66 prikkel Ook dat is vervat in een amendement. Dit zal ik zeker steunen. Nog even de amendementen doornemend. Het amendement van de P.v.d.A. met be trekking tot Etcetera, daar zal ik voor stemmen. Het P.v.d.A. amendement met betrekking tot de VVV zal ik tegen stemmen. Met betrekking tot de biblio theek daar zal ik voor stemmen. Het jongerenwerk van D'66, voor dat amende- ment zal ik ook stemmen. Het Concours Hippique dat is duidelijk, dat amendement ben ik ook voor. Het amendement van D'66 over sportclubs heb ik al vermeld, daar zijn we voor. De motie van de P.v.d.A. over jeugdsubsidies wijs ik at om de redenen zoals ik die zojuist gegeven heb. De motie met betrekking tot de B.O.V. van de P.v.d.A. daar s em Y°°^" De motie met betrekking tot het schoolzwemmen van de VVD daar stem ik absoluu tegen. Schoolzwemmen acht ik wel degelijk zeer belangrijk Daaraan tornen is, althans in mi in politieke visie, niet juist. Met betrekking tot de motie genummerd 4 van de VVD betreffende de AMBV daar za ik voor stemmen. Tot zover. De heer VAN DEN OUDEN: Groen Links is van mening dat de overheid zich bezig moet houden met die taken waarbij het collectief belang, de rechtvaardigheid, de rechtsgelijkheid en gelijke verdeling van en toegang tot ®en snelen Het afmaken van overheidstaken of kerntaken is een politiek proces. Het gaat om politieke keuzes die anders kunnen uitvallen al naar gelang de om standigheden en al naar gelang de politieke.uitgangspunt en stads- bestuur Het is een permanent proces van afbakening va al dan niet door de overheid uitgevoerd. Dè kerntaak van de overheid definiëren van de collectieve behoefte van de burger. Dat wil zeggen het peilen van de behoeften van individuele burgers en onderzoeken in oeve essentie van d^overheidstaken ^^ekent^dat «"Ste Sterker^nog'di^politieke^keuze^e^uitgangspunten moeten voortdurend publiekelijk

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 184