- 50 - De heer SMITS: Dan moet u met uw warmteleiding naar de verbruikers, met alle rendementsverlisezen die dan optreden. De heer FRANKEN: Weet u op wat voor afstand dat het huidige gebruik is, want je zit natuurlijk ook met het transport van gas, dat moet toch ook getrans porteerd worden. De heer SMITS: Ja, maar dan heb je geen rendementsverliezen. De VOORZITTER: Dames en heren, zou ik u mogen verzoeken om te proberen, voor zover het in uw vermogen ligt, even niveau in de discussie te brengen en dat wij niet echt op commissieniveau over deze zaken gaan spreken. We hebben nog een voorjaarsnota te behandelen en deze zaak is een en ander maal in de commissie aan de orde geweest, dus het lijkt mij dat u daar dat soort vragen heeft kunnen stellen. De heer FRANKEN:Ik had toch nog de vraag, als er inderdaad in de toekomst uit- stroombeperkende maatregelen afgedwongen worden door de overheid of wij dan met dit raadsvoorstel voldoende afgedekt hebben dat die verantwoordelijkheid dan bij het streekgewest ligt. De heer VAN DE WATER: Wij kunnen instemmen met het voorstel. Toch willen wij een kleine bezorgdheid uiten. We doen nu een eenmalige investering en de verantwoording ben ik het helemaal mee eens. Inhet verleden hebben wij toch een aantal onderzoeken gedaan naar de kwaliteit van het gas. Het kan maar we willen toch onze bezorgdheid uitspreken als bij de totstandkoming van de installaties zou blijken dat we aanvullende voorzieningen moeten treffen, dat daar ook een modus gevonden wordt om die kosten gezamenlijk te dragen. De heer VAN DER KALLEN: Ik heb dit voorstel met veel genoegen gelezen. Ik denk dat het college zeer zeker de juiste keus heeft gemaakt, dat het voor Bergen op Zoom financieel op termijn heel positief zal blijken te zijn in plaats van de eerder voorgenomen situatie van affakkelen. Mede met het oog op mogelijke heffingen op CO^-uitstoot denk ik dat de beste keus is gemaakt, met betrekking tot de warmtebenutting op de plek waar de warmte ontstaat, dat is de juiste keuze bij de tuinders. Ik heb grote waardering voor de inspanningen van dit college en met name dan ook de portefeuillehouder bij de totstandkoming van dit stuk. De heer BAKX, wethouderWat moet je nog na zulke woorden van de heer Van der Kallen. U wordt bedankt. Het betekent,dat even naar de heer Van de Water want ik heb nog even opgezocht het eerdere gasonderzoek van een aantal jaren geleden, dat er wordt gegarandeerd dat de eerste 10 jaar die forse hoeveelheden af kunnen komen. Dus wat dat betreft hebben we het risico voor de toekomst in feite ook mee afgedekt. Dan de beantwoording van de heer Franken. Ja, het zijn toch nogal wat technici die zich hierover hebben gebogen. Ik wil nog best eens een keer met u in dis cussie gaan over het punt wat u verder aanroerde, maar als de PNEM en het offer tebureau de meest vriendelijke milieu-optie hebben bekeken, dan vinden wij dat wij als college daarvan uit moeten gaan. Als u met een nog milieuvriendelijker onderbouwing kunt komen, dan staan wij daarvoor open. Dit is echter wat wij van de deskundigen gehoord hebben. U kunt daar echter zeker in de commissie nog eens een keer op terugkomen. De VOORZITTER: Dames en heren, kunnen wij tot besluitvorming op dit punt over gaan Wenst u stemming of aantekening Zo niet, dan is aldus besloten. Voorstel tot vaststelling van de voorjaarsnota (Nr. BD-Fin/22) De VOORZITTER: Ik stel u voor om te proberen dit voorstel van de zijde van uw kant voor half tien te hebben afgesloten. - 51 - De heer MULLER: Namens de CDA-fractie zullen 2 sprekers optreden. Ik verzoek u dan ook na afronding van het algemene politieke verhaal het woord te verlenen aan collega A. Franken die met name de financiën en subsidies zal behandelen. De algemene politieke en financiële beschouwingen voor de begroting 1992 vormde het begin en deze vergadering de voortgang van het proces dat we in deze raad de voorjaarsnota zijn gaan noemen. Primair is het een heroverwegingsoperatie om de gemeentelijke taken en taakuit voering te bezien in het licht van veranderingen in de maatschappij en secundair is het een concreet bezuinigingsproces voor de begroting 1993. Veel extra werk is door de raadsfracties, uw college en het ambtelijk apparaat verzet. De CDA-fractie kijkt met tevredenheid en voldoening terug op het in gang gezette traject en wil via u, voorzitter dank betuigen aan met name de ambtelijke werkgroepen. Er ligt ook een omvangrijk stuk informatie op tafel. Vier rapporten van de werk groepen, de voorjaarsnota zelf plus bijlage, de gebundelde bijdrage van de raadsfracties en een gebundelde productbeschrijving van alle subsidies. Veel van de informatie zal langer bruikbaar zijn dan alleen deze voorjaarsnota. Een procedurele inspanning waar college, raad en ambtelijke ondersteuning trots °P mogen zijn. Bij het begin van de behandeling in de raad wil de fractie van het CDA dit uit drukkelijk uitspreken. De raad heeft door in dit proces de eerste uitspraken te doen uitdrukkelijk haar pr-- onderstreept en hierdoor blijk gegeven van haar verantwoordelijkheid. V dat de raadsfracties ook in de toekomst die verantwoordelijkheid in e vorm blijven nemen. We komen nier straks nog cp terug. De CDA fractie is het met het cc...lege eens dat rondom de kerntakendiscussie het primaat van de gemeenteraad tot zijn recht moet komen. Het zijn nu en hopelijk dat: ook in het vervolg, zoals uw college terecht stelt, politiek— bestuurlijke keuzes die aan de vsis van prioriteitstelling moeten staan. De 3 invalshoeken vinden wij verhelderend en voorkomen een babylonische spraakverwarring. Voor de CDA-fractie is de politiek/bestuurlijke in\. shoek de kern van de discussie waarbij de organisatorische invalshoek een uj-iwerkmg is. Populair uitgedrukt "Wat willen we"! Dit is de kern voor het CDA. - Onze fractie komt ook net als uw college uit bij de trends voor de jaren 90 van de selectief—interveniërende overheid. Maar wij onderbouwen niet zozeer met de zich aanpassende overheid aan gewijzigde maatschappelijke realiteiten en financiële noodzaak. Voor ons zit hier een uitdrukkelijke keuze Ook al zou de overheid als centraal sturend orgaan "op oude voet' :^en door gaan, dan nog zouden wij als politieke partij op grond van een mens- en maat schappijvisie een overluid wensen die plaats maakt, daar waar mogelijk, voor de burger en zijn maatschappelijke organisaties. Een verantwoordelijke samenleving kan niet worden uitgeroepen door een alles regelende overheid, ontstaat ook met uit een automatische trend, maai v._,ieist inspirerende keuzes van burgers, maatschappelijke instellingen en overheid. Dit schreven wij in onze bijdrage als fractie en dit is nog steeds ons uitgangs punt In de door u beschreven trends van de jaren 90 kunnen wij ons als fractie her kennen. Twee elementen hieruit willen wij ei'ra benadrukken. Alhoewel het college in haar- ;grale visie op zorg en taken van de gemeente in het deel over het profijtbeginsel wel spreekt over de "vangnetfunctie" (minimabeleid en bijzondere bijstand) is voor de CDA-fractie aanhangen van het profijt beginsel sie -ts dan humanitair als tec-- kertijd en met evenveel zorgvuldig heid het minimabe]'-' en de bijzotand wordt meegenomen. De argumenten it de laatste algemene beschouwing .den voor ons nog steeds. CDA-fractie betreurt het dat met ..e voorjaarsnota ook niet de nota beleid ■en armoede" beschikbaar is. Wij hebben begrip voor het feit dat die nota t in juli komt.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 175