- 32 - De Partij van de Arbeid gaat uit van, mag ik het zo zeggen, een zekere status quo. Zij beredeneren dat en onderbouwen dat, maar ik denk dat zij dan toch een aantal zaken vergeten, namelijk - dat heeft de wethouder ook al gezegd - de functie die onze stad heeft en moet zien te behouden, met name de economische functie van de binnenstad. Wij hebben als Bergen op Zoom op ons genomen om een regiofunctie te hebben. Als je die regiofunctie goed wilt vervullen moet je zorgen dat er kwaliteit te vinden is. Doe je dat niet dan betekent dat niet alleen dat je die regio functie verliest, ma^r dat je natuurlijk ook mensen uit de regio dwingt ergens anders naar toe te gaan. Alleen om die lastste reden al, denk ik dat je moet proberen om in Bergen op Zoom een goede basis te leggen voor de economie en voor de economische functie van de binnenstad. Dat betekent dat je dus niet alleen verantwoordelijk bent voor je eigen bewoners en moet zorgen dat:hier een goed winkelapparaat is, maar ook voor de regio. Ik denk dat je dan ook sturend bezig bent. Met andere woorden, wij verwerpen de visie van de P.v.d.A. als zij uitgaat van een status quo. Het rijksbeleid, dat denkt de P.v.d.A. te steunen. Wij denken dat de manier waarop de wethouder dat verwoord heeft en kenbaar heeft gemaakt het juiste rijksbeleid is. Het rijk kijkt niet puur en alleen naar de stad, kijkt naar de auto in het algemeen en dient daar een beleid op af te stemmen. De wet houder heeft dat met een aantal voorbeelden, een aantal citaten aangehaald. Het blijkt, hebben wij vernomen dat het rijk wanneer een gemeente bezig is om zijn eigen parkeerbeleid bij te sturen zelfs bereid is om in een onderzoek mee te financieren. Waarom daar niet gebruik van maken. Als de P.v.d.A. dan komt met een amendement om het parkeren op het Joorenplein af te kaarten op 350 dan denken wij, de argumentatie is al gegeven, dat zij op een foute manier bezig zijn. Je moet in deze, de heer Muller zei dat ook al, niet het getal 350 als heilig verklaren, evenals wij niet willen dat het getal van 450 heilig wordt verklaard. Met andere woorden, zoals het:amende ment nu luidt als ingediend door de P.v.d.A. kunnen wij dat niet steunen. Dan wat betreft de motie over de Grote Markt. In mijn eerste termijn heb ik al aangegeven hoe de VVD in deze denkt met betrekking tot de Markt. Wij hebben ook gezegd dat dat één van de redenen is waarom wij zo snel mogelijk meer hel derheid willen hebben over het Josephplein en de Stenen Tuin. Het liefst bin nen het half jaar en de wethouder heeft gezegd dat dat waarschijnlijk wel te realiseren is. Je kunt niet puur en alleen kijken naar de Grote Markt als een parkeerplaats die aangedaan wordt door mensen die door de Fortuinstraat gaan. Ik deel natuurlijk de mening van de heer Bolsius, die zegt dat is niet meer leefbaar, ook niet meer leefbaar voor het winkelend publiek. Dat is juist. Maar er zijn meerdere zaken die tellen. Alleen al even het hotel wat op de Grote Markt gevestigd is. Dat moet toch bereikbaar zijn. Zoals enkelen van deze raad gezegd hebben gooi dan maar het systeem om voor het bereiken van de Grote Markt, daarmee haal je denk ik nog veel meer probleraen:ppjje:hals. Wij staan sympathiek tegenover een autovrije Markt, maar niet voordat er een alternatief is, Lindenbaan, Mineurplein, Catharinaplein. De heer BOLSIUS: Hier moet ik toch even onderbreken. Ik hoor juist wij vinden dat de Grote Markt via dat verkeer door de Fortuinstraat een slechte werking op het verblijfsklimaat heeft, het hotel moet bereikbaar blijven. Voorts zegt hij er moeten alternatieven ontwikkeld worden en dan mag de Grote Markt in eens autovrij worden. Dat geldt dan toch ook voor dat hotel neem ik aan. De heer JANSSEN: Mijnheer Bolsius, ik denk dat u mij wel begrijpt, alleen nu niet wilt laten blijken. Wij zitten op dezelfde lijn als het gaat om het auto vrij maken. Alleen de manier waarop wij dat willen bereiken is wat de VVD betreft niet via een onverwachte motie, zo overrompelen wij de hele zaak wel. Daar dient meer overleg plaats te vinden. Niet alleen met de winkeliers in de Fortuinstraat, niet alleen met de MGH in zijn totaliteit, maar ook met degenen die hun nering hebben op de Markt zelf en dan denk ik met name aan het hotel wat er is en ook aan de café's. Een proef dus zomaar in laten gaan zoals - 33 - u dat nu wilt, dat gaat wat te ver.Onverwachts zonder dat je direct de conse quenties ervan kunt overzien voor de neringdoenden daar is onjuist. Ik denk dat een raad dat niet op zich kan laden. Als er zoiets komt dan hoop ik, dan hoopt mijn fractie, dat dat voorafgegaan wordt door een zeer goed overleg met de belanghebbenden. Dan nog een laatste opmerking met betrekking tot de bewegwijzering. De wet houder zegt, bewegwijzering en alles wat daarmee te maken heeft moeten we aan gaan pakken, dat heeft de aandacht. Ik vind dat wat mager. Dat heeft al een hele tijd de aandacht van hetcollege. Concreet is daar nog niet veel uit gekomen. Ik zou graag van de wethouder willen horen De heer STUART, wethouder: En de voetgangersbewegwijzeringsroute dan De heer JANSSEN: Ik zou graag van' de wethouder willen horen of daar ook een soort tijdsplanning voor te maken is, zo van dan en dan gaan we die stappen ondernemen. Ik denk bijvoorbeeld alleen maar even aan het Catharinaplein waar men eraan denkt om de bereikbaarheid precies om te draaien en nog een aantal andere zaken. De VOORZITTER: Misschien is het goed om u naar aanleiding van het betoog van de neer Janssen erop te wijzen dat D'66 bij mij niet een motie heeft ingediend maar een amendement, welk amendement ertoe strekt in mijn gevoel dat er een vijfde punt aan het conceptbesluit van het college wordt toegevoegd, welke con ceptbesluit luidt zoals het luidt. U neemt dus wel degelijk een besluit. Het verschil tussen een amendement en een motie is dat aan het laatste niet en aan het eerste wel rechtsgevolgen verbonden zijn. Ik heb althans uit datgene wat de heer Bolsius naar voren gebracht heeft begrepen dat dat ook is waar hij naar streeft. De heer AERTSSEN: De kern van mijn verhaal is de kwantiteit, het aantal parkeer plaatsen die beschikbaar zijn. Dat is door een aantal partijen hier aangevallen, de berekening die ik heb opgevoerd is aangevallen. Wij hebben wat dat betreft het onderzoek goed gelezen. Het gaat om het aantal beschikbare parkeerplaatsen en als je die allemaal bij elkaar optelt dan constateren wij dat er geen tekort is. Daarmee miszeg ik niets. Het is, ik heb dat daarstraks ook gezegd, een ander verhaal als je over de kwaliteit praat. De kwaliteit is een probleem op vrijdag avond en op zaterdag. Dan zijn er problemen met het vinden van een goede par keerplaats, dan moet men te lang zoeken, dan is het kennelijk niet zo duidelijk waar die nog resterende parkeerplaatsen zich bevinden. Ik heb ook uitgelegd dat wij denken dat met de verbetering daarvan en ook met de visie op mobiliteit in de toekomst verder winst te behalen valt. Die winst valt onder andere te behalen door de parkeeraccomodatie te concentreren aan de centrumring. Ik heb ook ge zegd je kan dat bereiken door de spreiding te bevorderen en ook de bewegwijze ring nog verder te verbeteren en uiteraard stimulering van het fietsverkeer Enfin, ik hoef het allemaal niet te herhalen. Ik denk het knelpunt wat gesig naleerd wordt op vrijdagavond en op zaterdag niet die ingrijpende maatregelen vergt zoals het college die nu voorstelt. Wij vinden uiteraard ook dat de regiofunctie zeer belangrijk is. Het rapport constateert wat dat betreft gelukkig dat daar veel aan verbeterd is. Onze fractie vindt ook dat je dat moet vasthouden. Daar is geen twijfel over mogelijk. Dan over de vindplaats van de citaten. Ik denk dat de heer Stuart wat dat betreft toch niet dezelfde bronnen of misschien toch wel dezelfde bronnen maar verschil lende plekken uit de nota aanhaalt. Het gaat mij om de grote lijnen. Ik heb aan gegeven dat wat dat betreft wij als Partij van de Arbeid daar nog veel van ver wachten, van dat beleid dat nu op de rol staat. De heer Stuart benadrukt in zijn eerste termijn nog eens dat die 450 plaatsen, zoals ze in het besluit genoemd worden, een gevolg is van een zeer nauwkeurige rekenkundige exercitie. Er staat wel een tekentje voor, maar het is 450. Ook het stuk wat eronder ligt ademt die sfeer. De heer Muller zegt nu het is niet heilig, maar 150 eraf is voor ons teveel. Als je dan naar het besluit van 1991 kijkt, juli 1991, zou je zeggen dat dat een besluit was, gesteund door de Partij van de Arbeid, wat helderder van karakter was dan het besluit wat het

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 166