- 28 - De bijdrage van de fractie van- de Partij van de Arbeid organiseert voor het Joorenplein natuurlijk toch een probleem, want de Partij van de Arbeid ont kent de kwantitatieve noodzaak van extra parkeerplaatsen en zegt, dan be ginnen we maar meteen aan het kwalitatieve deel, dat is Achter de Koevoet en de Korenmarkt autovrij maken en dan zetten we die plaatsen op het Joorenplein ei dat mogen er dan niet meer dan 315 zijn. Ik denk dat je, gezien de rapportage, de voorstellen die uit de rapportage voortkomen, je materieel tegen dat voor stel verklaart. Hier is dus sprake van toepassing van een nieuwe definitie, vol is 90%. De heer AERTSSEN: Dat is geen nieuwe definitie. Ik heb het althans niet ver zonnen. Ik heb begrepen dat het inmiddels wel een norm is die toch in de discussie geadviseerd wordt te hanteren. Mijn fractie is geneigd die nieuwe norm ook in deze berekeningen mee te nemen. De heer STUART, wethouder: Dat lees ik in die stukken niet. Daar staat een norm bij het woon-werkverkeer van 1 parkeerplaats op 10 werknemers. Misschien dat die 10% misschien daar vandaan komt. Dat staat er wel in 1 óp 10 woon-werk verkeer Iets anders heb ik niet kunnen vinden in die stukken. Ik heb ook niet willen suggereren dat u het zelf verzonnen had, ik heb gezegd dat het nieuw was. Dan zijn er nog een aantal kleinere opmerkingen gemaakt over bewegwijzering, volmelding enz. Daarvan hebben we in de commissie met elkaar afgesproken dat ze ook al wordt er niet veel -meer over gesproken, wel degelijk de aandacht zul len moeten krijgen die ze verdienen. Ik wil dat gemakshalve dan nog maar eens herhalen. Hetzelfde voor wat betreft de tariefsverhogingen. De opmerkingen die in het stuk staan zijn bedoeld voor betaald bezoekers parkeren en hebben geen betrekking op het parkeren voor vergunninghouders.Dat geldt evenzeer de andere zaken, er moet onderscheid gemaakt worden tussen bezoekers parkeren en vergunninghouders. Overigens zou een differentiatie in tarief dichtbij - veraf zeker onderwerp van bespreking moeten uitmaken. Dan een groot aantal suggesties van de heer Van den Ouden die denk ik voor een deel de aandacht hebben. Fietsen stimuleren. Medegebruik particuliere parkeer ruimten, daarvan hebben we gezegd daar willen we best eens over praten. In de regel heeft dat niet veel succes, dat schrijft de minister ook, maar niet ge probeerd is altijd mis natuurlijk. Structurele lasten zijn niet gerechtvaardigd. Daar zijn we het volstrekt mee eens want wij vinden dat de lasten voor het parkeren door de parkerende auto mobilist betaald moeten worden. Ik denk dat dat het antwoord in eerste termijn zou kunnen zijn. De VOORZITTER: Dank u wel. Ik schors de vergadering een paar minuten. Aldus schorst de voorzitter de vergadering om 16.20 uur. 16.A0 uur. De VOORZITTER: De vergadering is heropend. De heer MULLER: Ik ben de wethouder dankbaar voor zijn zeer uitvoerige beant woording in deze toch wel soms emotionele kwesties die hier thans aan de orde zijn. De argumenten die de wethouder heeft gegeven spreken ons aan en die argumenten behoef ik daarom niette herhalen. Dat betekent dat ik namens de CDA-fractie terug kan komen op de besluiten en de amendementen zoals die thans door collega fracties hier zijn aangeboden. Dan ga ik naar het amendement, gaande over de parkeeraccomodatie op het Jooren plein. Ik constateer in de bijdrage van met name de P.v.d.A.-fractie dat zij ontkennen een kwantitatief probleem inzake het parkeren. Daarmee gaan zij, denk ik, voorbij aan de onderzoeksresultaten van de rapportage. Als ik dan ga naar het besluit zoals u dat geformuleerd heeft, voorzitter, dan gaat u uit van een parkeergarage op het Joorenplein van 450 parkeerplaatsen. College Franken, maar ook anderen in deze raad, hebben daar al over gesproken - 29 - en ook in het verleden is daar al over gesproken hoe die parkeergarage er uit zou moeten komenvte zien op dat belangrijke punt van de stad. Daar moet architectonisch, stedebouwkundig, esthetisch een perfect gebouw komen. Dat betekent dat de 450 plaatsen die u in besluit 1 opneemt voor ons niet heilig zijn. Daaruit kan de conclusie getrokken worden dat een neerwaartse bijstelling, om de redenen die ik zojuist genoemd heb, voor ons bespreekbaar is. Maar ik wil ook de relatie leggen met de exploitatie van zulk een garage. Om nu het absolute cijfer van 450 plaatsen met 100 a 150 te verminderen gaat ons als absoluut gegeven te ver, maar wij zijn wel bereid als fractie een neerwaartse bijstelling te accepteren om de redenen die ik zojuist gezegd heb. Daarom zou ik ook graag een reactie horen van uw college, maar ik heb al begrepen uit de beantwoording door de wethouder dat hij daar ook zo over denkt. Er.is gezegd,je moet allemaal de neuzen naar dezelfde kant zien te krijgen, zowel hier in de raad, bij de federatie als bij andere belanghebbenden. Het zal een heel moeilijk verhaal worden, daar zijn we het denk ik wel over eens. In dat kader kom ik dan uit bij het tweede amendement wat ingediend is door D'66 om de Fortuinstraat en de Grote Markt bij wijze van proef een jaar autovrij te maken. In 1987 hebben wij in deze raad gekozen voor de zogenaamde lineaire structuur. De wethouder heeft het al gezegd, met name het westelijk gedeelte van de Zuivelstraat en met name het Vierkantje waren daar de probleemgebieden waar we zeer voorzichtig mee om moeten gaan. We hebben daar in die besluitvorming een parkeerbalans weten te vinden. In die parkeerbalansdat blijkt ook uit die rapportage, is de markt een wezenlijk onderdeel. Om nu, zonder dat wij echte alternatieven hebben, die Markt autovrij te maken, denk ik dat wij dat om de parkeerbalans in het westen van de stad niet te doorbreken, we dat op dit moment niet moeten doen. We zullen eerst dus moeten gaan naar al ternatieven. Die alternatieven zitten ook in punt 2, met name het St. Joseph- plein en Stenen Tuin. Daar zit een stuk alternatief ingebakken. De Stenen Tuin/St. Josephplein is voor wat gedeelte van de stad betreft het meest ooste lijk gedeelte waar je zou kunnen parkeren. Als het daar niet zou lukken, dan zou om die parkeerbalans in stand te houden het parkeren veel meer moeten ver schuiven naar het westelijk gedeelte van deze stad. De proef, zoals ik gezegd heb, komt op de CDA-fractie sympathiek over, maar om zomaar een proef te star ten zonder er overleg met de belanghebbenden heeft plaatsgevonden, dat gaat ons te ver. Ik zou best het college mee willen geven, probeer eensinderdaad met de belanghebbenden te spreken of een proef überhaupt mogelijk is en oider welke voorwaarden en onder welke condities. Als dan inderdaad de wethouder die toezegging kan doen en dan terug kan komen met de resultaten van die bespre king in september, dan denk ik dat we op dat moment een goed moment hebben om de proef te doen instellen. Over punt 1 van het besluit heb ik reeds gesproken. Punt 2 daarvan denk ik dat het goed is en ik wil wat dat betreft de woorden van de heer Bolsius van D 66 best aanhalen dat het Josephplein in combinatie met de Stenen Tuin een on zoek verdient, met name waar het betreft de aansluiting van de Ring. De wethouder zegt dat er een mogelijkheid bestaat de k^S^™en een half jaar, driekwart jaar hier op te lepelen, dan bestaat er naar mijn smaak al een stuk duidelijkheid of het überhaupt moge:Lijk xs om op J^a- ties inderdaad iets te ondernemen. Als het daar niet mogelij wij naar andere alternatieven moeten. Die alternatieven moeten, zoals ik reed: eerder heb gezegd, meer naar het westen van de stad komen. Het hele, Bebeu met de Lindenbaangarage komt daar dan nadrukkelijk aan de orde^at beteken a het regiem in de Lindenbaangarage, wat op dit moment een heel andere zaak is dan de Grote Markt, anders moet worden. Het imago van die garage moei^pge- krikt worden. De verwijzing naar die garage moet opg-^ri gebruiksvriendelijkheid van die garage. Da e e en mr)lten worden tot een eigendomsverhouding en daar zal over onderhandeld ^en worden. Over besluit 3 en 4 heeft collega Franken al iets gezegd, daar zijn wij het mee eens Dus ik kan de punten op dit moment denk ik bepereen tot en 2 Ik zou in ieder geval de collega's van de Partij van de Arbeid willen toe roepen Set de absolute cijfers van 300 a 350 in hun besluit op te nemen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 164