- 26 - De heer STUART, wethqyder: Maar uit het -onderzoek komt de juisthèid vanje besluit vorming naar voren. 0 legt daar een interessant punt naast voor wat betreft de parkeerdruk. Ik heb wellicht in de commissie daar een verkeerde term voor gebruikt. In het onderzoek van 1986 stond dat iets explicieter vermeld dan nu. In de tekst van 1986 ziet u staan dat het oosten^het eerst volloopt en dat is met name de 85% aan het Joorenplein en dan ontstaan de problemen op het St. Josephplein. Vanaf het Joorenplein begint het zoeken. De problemen zijn het grootst op het St. Josephplein. Zo was de formulering in 1986. Daar heb ik aan gerefereerd. Dat staat nu in het onderzoek veel minder expliciet dan toen, de relatie Jooren plein St. Josephplein. De heer BOLSIUS: Het staat er expliciet wel. In tabel 6 zijn de automobilisten op het St. Josephplein gevraagd waar ze eerst, voorheen, parkeerplaats gezocht hadden. Er was er niet één afkomstig van het Joorenplein. De heer STUART, wethouder: Ik zal de zin uit de conclusies even opzoeken, dan begrijpt u wat ik bedoel. Ik denk dat wij materieel geen verschil van mening daarover hebben. De kwestie van onder de grond en boven de grond is natuurlijk interessant. Ik denk dat dat dingen zijn die onderzocht moeten worden en waar we als college uw toestemming voor vragen om zo'n onderzoek te beginnen. Het lijkt mij duide lijk, gezien de huidige stand van zaken op het St. Josephplein, dat de onder grondse variant bekeken moet worden want de bovengrondse is niet erg voor de hand liggend. Wat heel duidelijk anders is ten opzicht van vorig jaar, ik breng dat ook eens onder de aandacht van de heer Van der Kallen en via hem dan ook aan mijn rechter buurman, is dat er heel nadrukkelijk wordt gezegd die concentraties moeten re gelrecht gekoppeld worden aan de centrumring. Vorig jaar hadden we de gedachte we kunnen 150 ondergrondse parkeerplaatsen stelen op de Stenen Tuin met hand having van de bomen door door de Huijbergsestraat erin te rijden en door de Hoogstraat eruit te rijden. Dan zou een situatie ontstaan die de heer Bakx heeft geschilderd. Dat is volstrekt onwenselijk. Daarom is er nu gezegd er moet een directe koppeling aan de centrumring komen, d.w.z. in-aals uitrijden van af die centrumring op die locatie waar nu het St. Josephplein bereikbaar is. Dan kom je tot de conclusie dat de Stenen Tuin alleen maar in samenhang met het St. Josephplein bekeken kan worden. Dan kan ik de gedachte van de heer' Bolsius waarbij hij zegt onder de grond kijken en dan maakt het mij niet uit hoever je onder de grond kijkt, hoe verder je dan als voetganger in het winkelapparaat boven de grond kan komen, hoe beter het is. Die gedachte kan ik dan heel goed volgen. Dan ben je ook bezig met echte alternatieven natuurlijk voor het auto vrij maken van locaties als de Grote Markt, waarbij overigens de westelijke ligging van de Markt nog een punt is. De uitruil van de Grote Markt met het Joorenplein, die sommigen ook bepleiten, daarvan zeg ik toch dat dat een be sluit zou zijn op emotie gebaseerd en niet voortkomend uit informatie die uit het rapport blijkt. In het algemeen laat dit rapport toch zien dat het inder daad zo is dat er een duidelijke relatie bestaat tussen de voorkeurslocatie parkeren en het gebied waar men wil zijn. Dat blijkt uit alle getallen. Men parkeert zo dicht mogelijk bij de winkel of de buurt waar men wil zijn. Nu is het opvallende aan de positie van de Grote Markt dat het Vierkantje redelijk bediend wordt uit het Catharinaplein en het Mineurplein, maar dat de Grote Markt een heel belangrijke functie vervult op het gebied van kort parkeren voor de Zuivelstraat. Ik zeg uit mijn hoofd dat 78% van de parkeerders op de Grote Markt in de Zuivelstraat komt. De Zuivelstraat was in de discussie in 1987 het zwakke punt. Het stuk tussen Zuivelplein en Grote Markt diende de eerste aandacht te krijgen. Dat mocht niet worden afgekoppeld want dat zou betekenen dat de scharnierfunctie van de Markt naar de knoppen zou zijn en dat het Vierkantje verloren zou zijn. Dat was de gedacht in 1987- Die Zuivelstraat heeft ook een heel belangrijke verandering ondergaan de af gelopen jaren. Daarbij speelt klaarblijkelijk de Grote Markt ook een rol. Derhalve is de gedachte compensatie zoeken voor parkeerplaats op de Grote Markt zo westelijk mogelijk en dus in zo'n constructie onder de Stenen Tuin die je dan zou moeten benaderen vanaf de centrumring, St. Josephplein. Dat is voor de Grote Markt en de Zuivelstraat een veel gezonder gedachte dan de gedachte om nu de Grote Markt autovrij te maken met de illusie dat men dan wel op het Mineurplein zal gaan staan. Dat is toch echt niet door het onderzoek aangetoond dat je dat zonder risico kunt doen. Als je dan pi aat over een proef, wat verstaan we dan onder een proef. Als je het een paar keer zou willen proberen dan zeg ik, ja wie is daar tegen Maar een proef van een heel jaar Dan neem je al een heel groot risico, vind ik. Ik denk dat je zo'n besluit niet zou kunnen nemen zonder dat je toch eens heel diep gaand ook eens met de organisaties van de winkeliers erover gesproken hebt, zeker nu duidelijk is dat ze niet eensgezind zijn. Dat niet duidelijk is wie nu eigenlijk .voor wie praat. Ik vind dat een heel gevaarlijke situatie. Ik heb er op zichzelf ook emotioneel geen problemen mee om de Grote Markt bij wijze van proef eens autovrij te maken, maar uit deze cijfers blijkt niet dat je dat moet doen om het Vierkantje te dienen. De kwetsbaarheid en de relatie met de Grote Markt zat hem voornamelijk in de Zuivelstraat. Als we de Fortuinstraat afsluiten, sluiten we niet alleen de Grote Markt af maar dan sluiten we dus ook de Zuivelstraat af voor de kortparkeerders die op de Markt staan om de Zuivelstraat te bezoeken. Ik vind dat een probleem. Daar moet denk ik goed over nagedacht worden. Daar zou je zeker met de organisaties eens over moeten spreken, voordat je zo'n besluit neemt. Mevrouw DEMMERS: Bij interruptie, voorzitter, als ik even mag. U heeft gelijk als u zegt ten aanzien van kortparkeerders, maar juist op de vrijdagavond en zaterdagmiddag is het over het algemeen recreatief winkelen en dan heb ik het niet over kortparkeerders. Vandaar dat je misschien het risico kunt lopen van een proef. De heer STUART, wethouder: Op de Grote Markt wel. De Grote Markt is een kort- parkeerplaats, dat blijkt uit de cijfers. Altijd. De heer VAN DEN OUDEN: We hebben dan toch ook de Lindenbaangarage vlakbij pe heer STUART, wethouder: Dat is toch een hoofdpunt denk ik, de Fortuinstraat en Grote Markt. Ik kijk daar tegenaan zoals ik net heb gezegd. Ik vind dat echt een besluit wat je niet zomaar op basis van de beschikbare onderzoeks gegevens nu kunt nemen. Als dat de gedachte is die bij de meerderheid van de raad zou leven, dan vind ik dat we dat net zo goed als bij de afkoopsom ook eerst goed met de betrokkenen zouden moeten doorpraten. Als we het dan hebben over een proef dan moet het ook een echte proef zijn. Ik vind een heel laar bijna een structurele aangelegenheid. De heer Janssen heeft zich afgevraagd hoeveel tijd een enander nu eigenlij gaat nemen. Dat is moeilijk te zeggen. Voor het Joorenplein kunnen we ^uur- li jk als de raad zou besluiten om daar de planontwikkeling ter hand te neme onmiddellijk een voorbereidingsbesluit nemen en dat betekent dat je inde tijd de boel begrensd hebt. Dan moet je binnen een jaar met je bestemmings plan aan de gang zijn. Dat betekent dus dat binnen een jaar een bouwplan on wikkeld moet worden, want wij doen dat altijd op basis van een bouwplan. Maar hoe het zal gaan met tijdsverlies ten gevolge van procedures enz is natuurlijk niet te voorspellen. Voor wat betreft een technisch onderzoek daar onder de Stenen Tuin durf ik evenmin aan te geven hoeveel tijd je daa precies nodig hebt, maar ik kan me zo voorstellen dat je m een half jaar inderdaad veel technische kennis kunt verwerven over mogelijk]aeden en c lijkheden. Financieel gesproken, ik mag dan herhalen wat ik ook in de sommiss heb gezegd, krijgen we natuurlijk pas inzicht als we ervaring hebben opgedaan me? de exploitable van twee parkeergarages tegelijk dan ontstaat pas inzicht hoe lang de financiële polsstok is, tenzij er een situatie zou °^staan de heer Bolsius schildert, dat je zolang onderweg bent met het Joorenpl dat de inmiddels verkregen technische kennis aanleiding zou un g met de derde als tweede te beginnen. Dat is koffiedik kijken, dat e tijd gezien allemaal niet zo helder te zeggen. Joorenplein is een kwes van een jaar qua bestemmingsplan en het St. Josephplein een daar technisch eens naar te kijken zou toch voldoende moeten zijn.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 163