- 12 - Kwaliteit en kwantiteit, zijn de sleutelwoorden in het parkeeronderzoek. Wij onder schrijven deze van harte. De kwalitatieve behoefte aan parkeerplaatsen is voldoende onderbouwd in de nota's. Over de kwaliteit' wil ik een opmerking plaatsen. De omvang van parkeeraccomodaties moet zo zijn dat in de beheerssfeer goede be geleiding en toezicht uit te voeren is. Versnipperen, zoeken en zoekverkeer op- roepan is een verkeerde zaak. De parkeeraccomodaties moeten gebruiksvriendelijk zijn ingericht, licht, eventueel doordringing van daglicht zijn belangrijk. Bij de voetgangersuitgangen moet oogcontact met de buitenwereld uitgangspunt zijn. Ook voor de Lindenbaangarage zal dit in de toekomst bovenaan staan bij onze wensen. Het parkeerbeleid moet geflankeerd worden door goed openbaar vervoer en fietsvoorzieningen. Wat betreft de parkeerexploitatie zijn wij het met u eens dat dit een kostendekkende situatie moet zijn. De aankoopsommen. Het principe van deze regeling kunnen wij onderschrijven. Op dit moment kunnen we de reikwijdte niet overzien. In onze concurrentieslag in de regio willen wij deze zaak verder bestuderen. Wij zijn dan ook accoord met de aanpassing van punt 3 zoals wij dit in onze bakjes hebben aangetroffen. Dit waren de hoofdzaken die we nog even wilden noemen. Voor de rest kan de CDA- fractie instemmen met 'liet besluit en met name punt 3 van het besluit is naar onze wensen, ook naar aanleiding van de discussie ingevuld. De heer BOLSIUS: Na de meer dan uitgebreide commissiebehandeling, wij mochten het nachtelijk uurtje meemaken, kan ik mij beperken tot de hoofdlijnen van het voor stel zoals die thans voor ons liggen. Basis voor het voorstel schijnt te vormen een tweetal parkeeronderzoeken. Het parkeeronderzoek van het bewonerscomité van de binnenstad en een parkeer- en consumentenonderzoek waar de gemeente in goede samenwerking met een private partner voor heeft zorggedragen. Ik denk dat in grote lijnen de onderzoeksresultaten dezelfde tendensen te zien geven. Dan blijken in eens de conclusies zo vreselijk te verschillen. Het zal u heel erg teleurstellen als u aan het eind van mijn betoog tot de conclusie moet komen dat wij zelfs een derde conclusie, niet de conclusie van het bewonerscomité binnenstad, niet die van de gemeente maar een andere conclusie trekken uit de onderzoeksresultaten. In het verleden was het beleidsplan binnenstad het collegeprogramma en nog vele andere als beleid aan te merken uitspraken basis geweest voor het denken over parkeren en over winkelen in deze stad. Ik vind het dus prettig dat er nu een onder zoek heeft plaatsgevonden want dat betekent dat toen gevormde uitgangspunten, dat toen voorlopig gedane uitspraken herzien kunnen worden, losgelaten kunnen worden of kunnen worden bijgesteld. Ook een collegeprogramma wat zo nadrukkelijk ook een locatie aangeeft is nadat zo'n onderzoek gehouden is natuurlijk voor bij stelling vatbaar, denken wij. Opnieuw nadenken na een onderzoek is iets wat de bestuurder mag kenmerken. Het vasthouden aan uitgangspunten van voor het onder zoek lijkt ons ietwat star. Vraag 1 is, zijn er meer parkeerplaatsen nodig. Uit de onderzoeken, beide, meent de fractie van D'66 deze vraag ondubbelzinnig met ja te moeten beantwoorden. Ja, omdat wij van mening zijn dat de toekomstige parkeerlocaties zoals een sta tionslocatie en de ontwikkeling van dat gebied daaromheen in mindering mag worden gebracht op het aantal wat de gemeente denkt nodig te hebben en wij denken ook ja ten opzichte van het bewonerscomité binnenstad, omdat die optimistisch zijn over het benutten van allerlei parkeerhoekjesbovendien genereren zij daar extra rondrijverkeer mee. Wij vinden verder dat zij het daardoor te getalsmatig benaderen, want het is onjuist om te zeggen dat er voldoende parkeerruimte is als iemand op het Joorenplein een parkeerplaats zoekt en op het Mineurplein blijkt een plaatsje vrij te zijn. Verder vinden wij dat zij onvoldoende toekomstige win kelontwikkelingen hebben meegenomen, waardoor wij als gemeente verplicht zijn voorwaardescheppend op te treden met parkeergelegenheden om die ondernemer nog een extra impuls te geven om in deze stad te investeren. Wat het gemeentelijk aantal betreft vinden wij dat de gemeente zichzelf tekort doet. Is er niet sprake van een rijksbeleid waarbij wij trachten de functie van de auto wat terug te dringen. Kunnen wij alsigemeente niet een aantal schitterende voorwaar en cre- eren waardoor fietspaden het fietsen nog aangenamer maakt dan die 5a> ie er a gebruik van maakt. Verder zou het zelfs mogelijk zijn om de Zuidwest bewoners van deze regio vanuit Plein 13 met minibusjes keurig netjes te vervoeren naar - 13 - de binnenstad. Dan hebben we a. het parkeren aan de Ring gerealiseerd en b. autoverkeer die kant op wat minder. Ik denk dat we ons gemeentelijk beleid dat we met zijn allen zo vast van plan zijn en met de mond beleiden laag aanslaan als wij het hoge getal benodigde parkeerplaatsen als conclusie van de gemeente overnemen. Vraag 2, nadat dus het antwoord "ja" is op meer parkeerplaatsen, is en waar dan wel. De parkeeronderzoeken geven ondubbelzinnig aan dat er maar één plek is waar problemen zijn met parkeren, te weten het Josephplein. Als u kijkt naar de intensiteitsmetingen, dan ziet u dat het Joorenplein zelden of nooit echt vol is. Als u kijkt naar alle andere plaatsen waar gemeten is, dan komt alleen het Josephplein er uit als op de meest kritieke momenten vol, zelfs op de normale doordeweekse dagen rond een uur of vier 's middags is het Joseph plein vol en zie je rondrijdende automobilisten. Uit de enquête van de auto bezitters blijkt ook duidelijk dat dit niet is de overloopfunctie die de heer Stuart uit de onderzoeken trachtte te halen tijdens de commissie, want bij het Josephplein zegt de geënquêteerde automobilist niet één keer dat hij afkomstig is van het Joorenplein, dus die overloopgedachte wil ik hem in de beantwoording van de eerste termijn al ontraden. De rondrijtijden zijn gemeten. Op het Josephplein en de Kloosterstraat blijken die gewoon het hoogste te zijn. Tenslotte, ik mag u herinneren aan het feit dat er ook consumentenstromen zijn gemeten, heeft Plein 13 een functie vanuit de Zuidwesthoek en dezelfde functie in het verlengde daarvan heeft het Josephplein. Dus de vraag "waar" is heel simpel uit het onderzoek te beantwoorden, op het Josephplein en wat ons betreft eronder, want vraag 3 dringt zich aan, hoe rea liseer je dat dan. Onder de grond. Er is nog niet eén archtiect geweest in dit werelddeel die erin geslaagd is om een architectonisch verantwoorde parkeer garage boven de grond weg te zetten. Als wij vinden dat wij het aanzien van onze stad, nadat wij de Lucerna al als een historische fout boven de grond heb ben gestampt, dat niet nog een keer moeten herhalen dan denken we dat het dus onder de grond moet. Met een inrij, als het even kan onder diezelfde Lucerna. Dat wordt dan de eerste echt nuttige functie van dat gebouw. Of dat dan doorgaat onder de Stenen Tuin doordat zal eerlijk gezegd de fractie van D'66 een grote zorg zijn, dat is een technisch en financieel probleem. Waar die auto zich onder de grond verder naar toe beweegt achten wij niet van onig belang, zolang het maar vanuit de centrumring naar beneden gaat. Wat we wel belangrijk vinden is dat er straks een uitgang komt richting die Stenen Tuin, omdat we daar nu net weer iets nieuws hebben ontwikkeld op winkel gebied dat we ook zo graag willen voorzien van een uitstekende parkeeraccommo datie. Wat we verder belangrijk vinden is dat het u niet ontgaan moet zijn dat de locatie ook wat dicht bij de Grote Markt ligt. Wij denken dat een versterking daar dus volledig op zijn plek is maar dan ondergronds, omdat we zo graag ook het Josephplein een plein willen maken waar mensen met plezier oversteken en zich niet uit de voeten moeten maken voor een rondrijdend automobilist die in de verte een leeg plekje ".heeft gezien en-vol -gas geeft. Daarmee zouden in feite de vragen van het parkeeronderzoek beantwoord zijn als het ging om alleen maar een parkeergarage, maar er zijn nog meer conclusies te trekken uit dit onderzoek. Wij vinden het onderzoek zodanig goed voor wat het onderzoek betreft dat wij vinden dat we tevens een aantal andere vragen ïer aan de orde moeten stellen, nl. het probleem van de Fortuinstraat en de Grote Markt. In de commissievergadering heb ik gewezen op een brief van de Fede MGH die op het laatste moment bij ons was binnengekomen en waarin zonder enige nuancering gesteld werd de Grote Markt is onmisbaar, daar mag geen parkeerplaats van af en in de Fortuinstraat zult u dan maar de rijbaan en de loopbaan van el kaar moeten scheiden. Ik heb dat genoemd een brief met oogkleppen en datwer door de voorzitter van MGH als denigrerend en kwetsend ervaren. Ik denk dat goed is dat ik toelicht dat dat absoluut niet de bedoeling kan zijn geweest. Oogkleppen zijn bij paarden een veel gebruikt middel om te voorkomen dat de a weSge intelligentie zich zodanig ontwikkelt links en rechts dat daarmee schich tig gedrag wordt voorkomen. Het is dus een uitermate nuttig middel om doelge richt te kunnen praten.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 156