- A - lijkheid in zich houdt dat de sitchting SSO aktief blijft en b. denk ik dat wij ook een bezuiniging toepassen die gerechtvaardigd is. Het amendement van de Partij van de Arbeid verbaast mij in hoge mate. Om aan hetzelfde voorstel waarbij stedelijkè ontwikkelingssamenwerking teruggebracht wordt tot f. 25000,- daar tegelijkertijd een amendement aan toe te voegen om_ minstens voor een deel onder dezelfde titel, namelijk ontwikkelingssamenwerking het laatste woordje van de bedoeling, weer f. 6000,- te verhogen. Ik heb daar enige moeite mee. Ik zie geen argumentatie voor die f. 6000,- dan dater nu vér- kapt een structurele f. 1,- per inwoner vandaankomt. Die f. 1,— per inwoner, ik zie dat niet gerelatèerd ten opzichte van andere uitgaven. Het is op zich een leuke parameter die we wel eens meer toepassen, per inwoner, maar de CDA- fractie heeft met name op het argument dat we geen structurele taak daarin zien voor ons als gemeente, dat we er ook geen nut in zien om over een bepaald bedrag per inwoner te gaan spreken, los nog van de discussie over de hoogte van dat be drag. We hebben moeite met het amendement en zullen het beslist niet ondersteunen. De heer VAN ES: De heer Withagen heeft uitstekend verwoord wat wij er ook van vinden. Ik denk dat wijj ons volledig kunnen vinden in zijn betoog. Wij onder steunen het voorstel en hebben geen behoefte aan het amendement. De VOORZITTER: Het lijkt alsof er op enkele punten toch een zeker misverstand dreigt te ontstaan, met name waar het gaat om de rol van het gemeentebestuur met betrekking tot het bevorderen van het mondiaal denken zoals de heer Van den Ouden dat genoemd heeft. Wij hebben terzake voorkeur uitgesproken en hebben als middel om onder de bevolking van Bergen op Zoom dat mondiale denken te bevorderen voor al ook willen wijzen naar het particulier initiatief. Immers het mondiale denken ontwikkelt zich ook op bijzonder pluriforme wijze. Het lijkt mij dat het gemeente bestuur daarin in een bepaalde richting nog niet weer eens extra regulerend zou moeten optreden en dat de pluriformiteit die de maatschappij, die het particu lier initiatief op dat terrein weet te ontwikkelen juist door dat eigen particu lier initiatief zoveel mogelijk tot uitdrukking zou kunnen komen. U weet dat de richtingen van waaruit ontwikkelingssamenwerking in ons land in het algemeen ge stimuleerd wordt ook nog eens een zeker verzuild karakter draagt en dat het dien tengevolge lang niet altijd voor de hand ligt dat de gemeente zich aansluit bij het specifieke prioriteitenbeleid zoals door het departement gegeven wordt, maar dat het vooral door de bevolking van deze stad gedragen zou moeten worden. Als we dan vervolgens kijken naar de samenstellende delen of deaanvankelijk sa menstellende delen van onze Stichting voor Stedelijke Ontwikkelingssamenwerking was er ook een poging gedaan om naar die verschillende facetten aan e ene an te kijken, dus zowel naar mensenrechtensituaties en ontwikkeling daarvan als naar de feitelijke en daadwerkelijke hulp op het terrein van ontplooiing en ontwikke ling van de volksgezondheid, economische ontwikkeling door middel van het projec m handen Het is allemaal zo gelopen als het gelopen is. Een deel van onze overwegingen om nu eens de maat aan te geven van onze participatie was m ieder geval gebaseerd op de gedachte dat dat ongeveer f. 1,- per inwoner zou mogen kosten. Inzoverre moet ik dus mevrouw Veraart bijvallen, dat dat in de nota zoals we die m 1988, meen ik mij te herinneren, hebben aangenomen een beetje de maat van onze financiële inspanning zou moeten zijn. Dat is de ene kant van de zaa De andere kant is op dit moment dat we ten gevolge van de hoeveelheid geld die het gemeentebestuur tot zijn beschikking heeft terugmoeten en dat we gekeken hebben naar de resultaten van de resultaten ie erei zijn Stichting voor Stedelijke Ontwikkelingssamenwerking aan de ene kant en de moge lijkheden om tot uitgiften te komen tot deze verminderde uitgaven zo u wenst, tot deze bezuiniging hebben moeten komen. Dat wil met zeggen dat het college aan de andere kant de ontwikkelingen van het mondiale denken met heeft willen st muieren. Gelukkig heeft u niet alleen de Noord-Zuid maar met name ook de Oost- West ontwikkeling genoemd en terecht onder de aandacht gebracht. Wat ons betreft dient daar inderdaad geen concurrentie te ontstaan. We zullen dus ook ons best moeten doen dit te voorkomen. - 5 - Een middel om dat te voorkomen en om de ontwikkelingssamenwerking niet helemaal op zichzelve terug te werpen zou moeten zijn, mevrouw.Veraart heeft daar nog eens de aandacht voor gevraagd, om jaarlijks met de Stichting te overleggen, en daar waar dat nuttig is dat van de zijde van het college te bevorderen is dat bij deze gaarne toegezegd. Dan kom ik vervolgens aan het amendement van mevrouw Veraart met betrekking tot de wenselijkheid om een fonds van f. 6000,- te hebben om activiteiten op het ter rein van mensenrechten, vrede en veiligheid en ontwikkelingssamenwerking ten laste van het fonds te kunnen stimuleren. U heeft dit amendement in de commissie al aan gekondigd, zij het dat u het toen met een post ter dekking aangaf, die op dit moment uit het amendement is verdwenen. In de commissie gaf u aan dat als dekking gevonden zou moeten worden de garantiestelling van de zijde van de gemeente in de richting van het jaarlijks op Kijk in de Pot te houden Pinkster Concours Hippique. Ik mis dat'in uw amendement zodat de dekking van deze f. 6000,- daar thans aan is komen te ontvallen, zodat ik daarover geen ruggespraak met de andere leden van het college heb gehouden, ik u wegens het ontbreken van enig financieel draagvlak aan nemen zou moeten ontraden. Ik denk dat ik hiermede in voldoende mate ingegaanben'op uw opmerkingen in eerste termijn. Mevrouw VERAART: De heer Withagen verbaast het in hoge mate dat wij met het amende ment komen want hij mist de argumentatie hiervoor. Ik vind dat op zich verbazing wekkend, omdat ik in eerste termijn toch vrij duidelijk heb gezegd wat onze ge dachte daarachter is. De gedachtengang van het CDA verschilt hier ook duidelijk met die van de Partij van de Arbeid. Het CDA is voor ontwikkelingssamenwerking en kiest als actoren heel duidelijk de landelijke overheid en het particulier niti- atief en zegt dan het bedrag van f. 50.000,- kan gerust naar f. 25-000,- Dat is dus een pure bezuiniging. Dat is mogelijk volgens het CDA. Wij bekijken het anders. De rol van gemeenten zien wij anders dan het CDA. Wij vinden dat de gemeente op dat brede terrein van die internationale betrekkingen initiërend, stimulerend en voorwaardescheppend moet zijn en dat bedrag van f. 50.000,- wat al sinds 1988 wordt uitgegeven voor ontwikkelingssamenwerking en waar het CDA ook voor gestemd heeft, zouden wij verdeeld zien over die verschillende terreinen. Dus in wezen gaan wij uit van die f. 50.000,- alleen een verschuiving van die middelen daarbinnen en daarom dus die f. 6000,- voor die pot. Wat betreft de dekking vinden wij dat er in 1993 ruimte voor gemaakt moet wor den. Inderdaad vangen wij vanavond aan met de discussie over de begroting 1993. De Partij van de Arbeid maar ook andere fracties zullen wat alternatieve voor stellen hebben op de collegevoorstellen. Daaruit zal de financiering van die f. 6000,- dan gerealiseerd moeten worden. De heer VAN DER KALLEN: Ik sluit me in grote lijnen bij het betoog van mevrouw Veraart aan. Ook de dekking, ach we zouden het ook nu kunnen noemen, want het zijn niet toevallig de ondertekenaars er zijn ook bepaalde tegenstemmers bij een bepaalde subsidie geweest in de loop der jaren ter orde van grootte van dit bedrag. Men kan de dekking wel raden en die is ook als zodanig aangegeven bij de commissiebehandeling. Daarover in de loop van de dag meer. Met dekking tot een deel van de betogen wil ik opmerken dat ik het wel degelijk heel jammer vind dat dit voorstel in feite een bezuiniging is, in ieder geval een bezuiniging od de hoeveelheid ontwikkelingsgelden die beschikbaar zijn voor de Noord-Zuid relaties. Ik hecht aan die relaties in die zin. Natuurlijk ziin_ ook andere relaties, de Oost-West relaties heel belangrijk. Ook daar is een rijk of beter gezegd een arm gebied wat riik is aan ontwikkelingsmogelijkheden die we daar ook zouden moeten bieden. Anderzijds ben ik van mening dat dat echt niet ten koste mag gaan van de Noord-Zuid relaties, want in die zin is nog verschrik kelijk veel te doen. Al hebben wij, bijna allemaal denk ik, het gevoel dat we daar voor een onmogelijke taak staan, ook het onmogelijke dienen wij als rijke westen proberen te bereiken. In die zin, het zij herhaald, vraag ik aanteke ning tegen dit voorstel, omdat ik dit voorstel zie als een bezuinigingsmaatregel die voor mi in fractie niet acceptabel is.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 152