-70- ger? Ik dacht nu net dat uw partij en ook de VVD ervoor stonden om dat soort dingen niet af te dwingen en de burger zijn eigen keus te laten, voor zover dat niet in strijd komt met ander beleid. Als je ander beleid werkelijk toetst, werkelijk kijkt naar het mobiliteitsbeleid bijvoorbeeld, dan denk ik dat er echt andere zaken moeten worden aangepakt. De heer BOLSIUS: Voorzitter, het doet mij plezier om te konstateren dat de heer Van der Kallen niet in de gaten heeft dat het maken van plannen juist betekent dat je keuzes maakt. Dat je die keuzes in dit verband regionaal maakt, betekent ook dat je dingen moet laten, omdat het doen van de een, en de vrijheid daarin, wel eens kan leiden tot de onvrijheid van de andere. In deze zijn wij geen andere partij, voorzitter, dan alle andere partijen hier. Je zult namelijk inderdaad wel eens zaken dwingend moeten opleggen. Dat klopt toch? Graag zelfs. De heer VAN DER KALLEN: Ja, u maakt die keuzes. Ik maak liever geen verko kerde keuzes. Ik maak liever keuzes bij een totale integrale afweging. Ik toets graag de keuzes, die ik maak, aan de eerder gemaakte keuzes en de andere gemaakte keuzes. Dan is dat wel eens strijdig. Voorzitter, met betrekking tot het onderwerp, waarover we hier op dit moment discussiëren, wil ik nogmaals duidelijk maken dat ik graag aantekening wens tegen dit voorstel. De heer AERTSSEN: Voorzitter, ik ben toch verbaasd over de argumenten van de heer Van der Kallen. Hij heeft het over de vrijheid van de burger, die moet dan maar kunnen kiezen waar hij gaat wonen, zonder in de gaten te houden dat er ook een algemeen belang is waar rekening mee gehouden moet worden. Het algemeen belang, wat te maken heeft met het groeiklassebeleid, heeft te maken met landschapsbescherming en milieubeleid. Het verbaast mij met name van de heer Van der Kallen dat hij juist op dit aspekt kennelijk dit algemeen belang ondergeschikt laat worden aan een ongebreidelde groei van kernen, die daar kennelijk niet voor geschikt zijn. Dat is de opvatting van mijn fraktie in de Staten en dat is de opvatting van mijn fraktie hier in de raad. Het is waar, het is niet de vrijheid, die je misschien iedereen zou willen toewensen, maar het is wel een vrijheid, die gewenst is om het algemeen belang, in dit geval het belang van het milieu- en landschapsbeleidte bevorderen. De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, ik denk dat de woorden algemeen belang te willekeurig worden gebruikt. Als ik het in eerte termijn heb over Bergen op Zoom en konstateer dat Bergen op Zoom na de Plaat is volgebouwd. Als ik in mijn eerste termijn duidelijk maak dat 4 van de 5 woningbouwlokatiesdie in het Masterplan zijn aangegeven rond Bergen op Zoom, liggen in gebieden met een hoge landschappelijke waarde en heel nadrukkelijk worden omschreven als, nogmaals: binnen de aanwezige en nog te realiseren boscomplexen. De nadruk zou moeten liggen op de duurdere sektor, gezien de uitzonderlijke landschappelijke kwaliteiten, wonen in een bosachtige en parkachtige omgeving. Dan kunt u toch niet van mij verlangen, als sociaal democraat, die staat voor betaalbare woningbouw voor alle groepen van onze bevolking, dat ik een dergelijk plan zou steunen? Ook uit milieu-oogpunt? Ik heb helemaal niet gezegd dat ik woningbouw in steden per definitie afwijs. Natuurlijk niet. Maar men gebruikt verstedelijking vaak op een absurde wijze. Ik zal u een voorbeeld noemen, dat is Moerdijk. Daar heeft zich de afgelopen jaren een explosieve ontwikkeling van de werkgelegenheid afgetekend. Breda is aangewezen als woonkern voor het personeel van Moerdijk. Als je daar de mobiliteitstoets op loslaat, die de landelijke overheid en de provinciale overheid heeft gedeponeerd, dan is dat de absurditeit zelf. Dan zouden die -71- woningen gewoon gebouwd moeten worden in bijvoorbeeld Zevenbergen, nota bene een kern met een N.S.-station. Als je werkelijk kijkt naar mobiliteit, als je werkelijk kijkt naar toepassing van openbaar vervoer enz., dan zou je toch zeggen dat Zevenbergen de aangewezen plaats zou zijn. Maar nee, zeggen een heleboel anderen, we kiezen toch voor het wonen op afstand. Dat noem ik inconsequentie. Als ik mij uitspreek op de manier, zoals ik heb gedaan, dat ik stelling neem tegen deze vorm van stedelijk beleid, dan denk ik dat dat volstrekt in overeenstemming is met de filosofie die ik heel consequent, zowel in deze raad als in andere colleges, nastreef. Tot zover, voorzitter. De heer BOLSIUS: Dat is juist de kracht van het Strategisch Masterplan, voorzitter, want die maakt juist keuzes met bestaande infrastruktuur en dus niet richting Steenbergen. De VOORZITTER: Heren, dank u voor uw ideologische bijdragen. Dan is het woord aan de heer Van den Ouden. De heer VAN DEN OUDEN: Voorzitter, het is al wat eerder gezegd, in dit plan worden keuzes gemaakt. Daarom zijn wij juist zo blij met dit Masterplan, omdat er nu eindelijk eens een keer een keuze gemaakt wordt. Ik kan me her inneren dat we eens wat nota's in de commissie economische zaken hebben besproken over de economische ontwikkeling. Toen heb ik eens de opmerking gemaakt dat er geen keuzes in gemaakt worden. Er wordt ook gekozen voor groei en er wordt meteen bij gezegd dat de instandhouding van natuur en milieu ook zo belangrijk is. In het Masterplan vind je nu juist wel een keuze terug, al is het een abstrakt plan in grote lijnen. Daar heb ik in eerste termijn al wat over gezegd, dus dat zal ik niet herhalen. Vandaar dat ik mijn opmerking nog een keer herhaal, dat ik het wel belangrijk vind dat het geen uitgekleed plan wordt. De heer Janssen heeft er net ook nog wat over gezegd. De voorzitter maakte de opmerking, als je samenwerkt dan is het niet alles zins de bedoeling dat het een vat vol compromissen wordt. In die zin ben ik toch wel blij met die opmerking, omdat het toch inhoudt dat als je samenwerkt, je toch ook keuzes moet maken. Ik hecht er toch aan om nogmaals te zeggen dat ik het geen uitgekleed plan wil laten worden. Want het is natuurlijk heel gemakkelijk om met zijn allen een gezamenlijke visie te hebben, om die naar de provincie uit te laten gaan, maar keuzes moeten gemaakt worden. Je kunt natuurlijk wel een compromis sluiten dat eenieder wat vindt. Ik denk dat de keuzes, die nu gemaakt zijn, moeten blijven staan. Dat is juist de essentie van het plan en dat maakt het, wat Groen Links betreft, zo waardevol. Ik denk dat het dan belangrijk is dat het heel duidelijke signaal afgegeven gaat worden naar de provincie toe, dan kan er in de toekomst verder concrete invulling aan gegeven worden. Over details kan nog gediscussieerd worden, maar de keuzes zijn duidelijk en die onder steunen wij. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Linssen. De heer LINSSEN: Nee, dank u wel, voorzitter. Ik zou in herhalingen vallen. De heer STUART, wethouder: Voorzitter, een van de uitgangspunten in het Streekplan, waarop dit Masterplan voortborduurt, is het verstedelijkings- beleid van de provincie, gekoppeld aan concentratie van werken en wonen. Ik denk dat het juist een kwaliteit is van het Streekplan, wat nu in procedure is, dat er eindelijk eens een keer een goed verstedelijkingsbeleid in de provincie verwoord is. Dat houdt in concentratie van wonen en werken.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 143