-60- De heer VAN DEN OUDEN: Voorzitter, Groen Links vindt het belangrijk dat er een poging ondernomen is om met een gemeenschappelijke visie te komen over de toekomst van ons Gewest. Wij zijn er ons van bewust dat het een abstrakte visie is, waarin slechts de grote lijnen worden aangegeven. Maar toch, in het Strategisch Masterplan zijn de contouren van een gewenste ontwikkeling te herkennen. Ik zeg met nadruk een gewenste ontwikkeling. Er zijn veel kapers op de kust en de druk op het Gewest neemt steeds meer toe. Daarom is het goed om een visie te hebben. Het is jammer dat over deze visie nogal wat mensen iets geïrriteerd zijn geworden de laatste tijd. Maar wij kunnen ons in grote lijnen goed vinden in dit Masterplan. Ik wil de discussies uit de funktionele commissies niet gaan herhalen, maar ik zal in het kort aangeven wat Groen Links de belangrijkste elementen vindt. Het koesteren van een relatieve luwte, waarin de regio ligt. West-Brabant wordt daarmee vergeleken met het groene hart van Holland. Het in stand houden van de belangrijkste kwaliteit, het landschapsschoon. Het verhogen van een hoogwaardig woon- en leefklimaat. Dit betekent dat bepaalde ontwikkelingen beperkt of afgeremd moeten worden. Het behouden, uitbreiden en vooral verbinding van versnipperde natuurge bieden. Het meer ruimte geven aan natuurontwikkeling en ecologische verbin dingszone vinden wij van groot belang. Er wordt gekozen voor een selektieve economische groei in relatie met die elementen die ik eerder noemde ten aanzien van rekreatie en dienstverlening. Dat is een visie, waarin duidelijke keuzes gemaakt worden voor de toekomst. Nogmaals, in grote lijnen is het een eerste aanzet voor verdere discussies en beleid. Dan zal ook verder over details gesproken worden. Nu ondersteunen wij grotendeels het Masterplan. Details als bijvoorbeeld de TGV, de Zoomweg-Noord, verdere verdichting van de bebouwing op de Bergse Plaat zullen in de toekomst verder aan de orde komen. Enkele leden van de raad hebben al gesproken over de juridische status van dit plan. Ze hebben er ook over gesproken dat het belangrijk is dat er een gezamenlijke visie over heel het Streekgewest gaat komen. Vooral dat we het met elkaar eens zijn. De heer Aertssen sprak over unanimiteit, dat het heel belangrijk is. De heer Muller heeft uitgebreid gesproken over de rol die het Gewest zou kunnen spelen in het plan. In grote lijnen ben ik het met hen eens. Te meer omdat, zoals de heer Van der Kallen zegt, het voorlopig niet aan de orde is wat het Streekplan van de provincie betreft. Dan denk ik dat het toch heel belangrijk is dat wij, als Gewest, met een zeer duidelijk plan naar voren komen. Niet een uitgekleed plan, want unanimiteit vind ik uitstekend, maar ik vind dat het niet ten koste moet gaan van alles. Want stel je voor dat er straks, na overleg, besproken wordt om bepaalde zaken, die belangrijk zijn, te laten vallen. Dan is het natuurlijk niet moeilijk om met unanimiteit zo'n plan te presenteren. Dus wat dat betreft, vind ik dat wij ons hier zeker sterk moeten blijven maken voor de grote lijnen, zoals die in dit plan verwoord staan. Ik hoop ook dat dit plan in het Gewest volledig aangenomen gaat worden, zodat wij een zeer duidelijk signaal kunnen uitgeven naar de provincie en naar de krachten, die buiten onze regio aan het werk zijn. De heer LINSSEN: Voorzitter, in de hieraan gewijde commissievergadering heeft mijn fraktie aangegeven dat overleg binnen de fraktie nog nodig was, gezien mijn verblijf in het buitenland, maar dat werd verwacht dat fraktie Linssen het hier voorliggend voorstel van harte kan ondersteunen. Wel voorzitter, dat is ook zo. Het Strategisch Masterplan is inderdaad, zoals het college in het voorstel aangeeft, voor een groot deel in overeen stemming met ons besluit ter zake de struktuurschetsOok dat besluit onder schreef mijn fraktie van ganser harte. Het Masterplan geeft uitstekend de toekomstvisie van onze gemeente en haar plaats binnen een voorgestane ont- -61- wikkeling van de regio weer. Wij ondersteunen dit volgaarne. De heer STUART, wethouder: Voorzitter, ik denk dat de bijdragen van de onderscheiden frakties in een aantal hoofdstukken ter behandeling uiteen zouden kunnen vallen. Dat is op de eerste plaats het oordeel over de inhoud. Op de tweede plaats de relatie met de struktuurvisie van Bergen op Zoom. Op de derde plaats de relatie met het Streekplan en op de vierde plaats de bestuurlijke inbedding en al wat daar mee annex is. Ik reken daarbij ook de discussie over overdracht van taken. Tenslotte nog een aantal opmerkingen die op zichzelf beantwoord moeten worden. Voorzitter, het is uitermate plezierig om vast te mogen stellen dat het Masterplan in deze raad zo'n brede steun vindt voor wat betreft de neerge legde hoofdlijnen. De keuze voor kwaliteitsbehoud en verbetering, de keuze voor het zelf doen van keuzes. Het kiezen voor het intensiveren van bestaan de terreinen voor bestaand gebruik. Die grote lijn wordt raadsbreed onder steund. Ik denk dat dat een belangrijk gegeven is voor de wijze, waarop Bergen op Zoom in het vervolg van de discussie in het Gewest zijn mannetje kan staan. Voor wat betreft het sporen met de struktuurvisie van onze eigen gemeente, is eveneens raadsbreed gekonstateerd dat die zaken goed op elkaar zouden kunnen aansluiten. Alhoewel de heer Van Es daarbij aantekent dat het mis schien hier en daar niet synchroon zal lopen. Ik ben dat gaarne met hem eens. We weten natuurlijk absoluut nog niet hoe in de uitwerking deze zaken in de tijd geplaatst zullen worden. In ieder geval was het duidelijk wel zo, dat de formulering van het besluit vorige maand rondom onze struktuur visie zodanig was, dat we daar toch ook over lange termijn-aangelegenheden spraken. Dus dat geeft alle tijd, denk ik, om de zaken goed, in de eigen gemeente althans, in te bedden. Voorzitter, de relatie met het Streekplan. Ik begin met de hoop uit te spreken dat de heer Bolsius gelijk krijgt, namelijk dat dit verhaal wel degelijk nog in het kader van het nu vast te stellen Streekplan een rol zal spelen. Dat kan natuurlijk ook heel goed. Misschien dat er in Provinciale Staten leden zijn die zouden willen denken aan een mogelijkheid om vrijwel onmiddellijk na vaststelling van het Streek plan aan uitwerkingsplannen te beginnen, zoals dat voorzien is bijvoorbeeld voor de stadsregio's. Het zou een heel eenvoudig besluit van de Staten zijn, om GS opdracht te geven om zo'n uitwerking óók te maken voor het gebied van het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant. Het besluit kan nog voor de vakantie genomen worden om GS die opdracht te geven. Ik maak me sterk dat er in de Provinciale Staten ook wel een aantal groeperingen te vinden zijn die zich daarvoor sterk zouden willen maken. Voor zo'n uitwerking zou het Mas terplan natuurlijk bij uitstek kunnen dienen. Want het is een plan, wat zich in zijn formuleringen en naar zijn aard bevindt op Streekplanniveau. Je hoeft er slechts uit weg te laten wat er over de individuele gemeente geschreven is en je zou zo kunnen zeggen, GS dat is het dan. Natuurlijk is er daarbij van uitgegaan dat het Masterplan niet geschreven diende te worden om rijksbeleid en provinciaal beleid over te doen. Neen, het is zo, dat de Stuurgroep tot opdracht gekregen heeft om binnen het geformuleerde beleid van hogere overheden zo'n plan te ontwikkelen. Daarbij zij wel aangetekend dat dat voor het Streekplanniveau natuurlijk niet zo heel erg ingewikkeld was, omdat er in dat. Streekplan maar buitengewoon weinig over de streek gezegd werd. Maar in de Vierde Nota Ruimtelijke Orde ning en de Vierde Nota Extra waren toch een aantal uitgangspunten wel dege lijk helder geformuleerd. De Stuurgroep had natuurlijk niet de bevoegdheid om aan dat soort uitgangspunten te gaan sleutelen. Voorzitter, zo zal het dus hopelijk kunnen gaan, als de discussie in het Gewest zelf goed verloopt, dat de Staten verzocht kunnen worden om het

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 138