-34- zodat we nu eindelijk, voor wat de sport betreft, naar een totaalplaatje zullen kunnen kijken in plaats van naar het tot nu toe gevoerde ad hoe beleid. Voor wat betreft het voorstel zelf kunnen wij onze instemming betuigen. De heer M. FRANKEN: Voorzitter, een groot aantal vragen zijn al door de vorige sprekers naar voren gebracht. De heer Bolsius zegt, we hebben hier een voorstel, waarbij de vereniging belast wordt met een vrij forse huur van f 60.000,en dat koppelt de heer Bolsius terug naar het goed hanteren van het profijtbeginsel. Als een vereniging 60.000,vaste lasten heeft om de accommodatie te huren, dan denk ik dat de vereniging best weet waar ze de eerstkomende tijd aan moet voldoen. Dus wat dat betreft is dat toch een fikse aderlating voor een vereniging. Niettemin zijn wij blij dat deze accommodatie op deze manier gerealiseerd kan worden. Wij hopen echter, en dat hebben de vorige sprekers ook al gezegd, dat de procedure, die dit voorstel eigenlijk al heeft doorlopen, in het vervolg beter kan. Of dat dan via een sportnota is, waar eigenlijk dit soort praktische oplossingen niet voorhanden zijn, of dat het via een begroting aangevoerd wordt, dat weet ik nog niet. Maar in ieder geval deze manier van behandeling vonden wij alles behalve fraai. De heer JOUVENAZ: Voorzitter, betreffende de in het verleden gevolgde procedure willen wij niet in herhaling treden, daar wij het hieromtrent met de voorgaande sprekers eens zijn. De uiteenzetting in het voorstel, betreffende de noodzakelijkheid tot realisatie van het voorstel, is duide lijk. Te meer de uitbreiding van het Rozenoordcomplex als geheel niet meer mogelijk is. GB/S is ervan doordrongen dat verwezenlijking van het voorstel veel geld zal gaan kosten, extra zwaarwegend, daar er allerwegen fors bezuinigd moet worden. Weliswaar worden de lasten van de te fourneren f 300.000,volledig gedekt door hogere opbrengsten en lagere kosten. Maar de overige 600.000,- is een forse aanslag op de investeringsreserve. Wii zijn het echter beslist eens met de motivatie tot verwezenlijking van gestelde idealen. Sportbeoefening leidt tot saamhorigheid, verantwoordelijk heid en kan mede de integratie bevorderen. Gezien deze positieve aspekten gaan we met de voorgestelde besluitvorming van het college mee, daar wij vinden dat de straks geïnvesteerde gelden voor de beoogde doelen zeker verantwoord zullen zijn. De heer VAN DER STOEL, wethouder: Voorzitter, er zijn opmerkingen gemaakt, o.a. door mevrouw Veraart en de heer Franken over de sportnota. Ik heb in de commissie uitgelegd, en dat is het enige wat ik van plan ben te herhalen, dat dat een drietrapsraket was, die bestaat uit de notitie met de demogra fische gegevens, de enguête die uitgewerkt moet worden en een op te stellen sportnota. In theorie heeft zeker iedereen gelijk die zegt, je moet pas beslissingen nemen als je een sportnota hebt. In dit geval dachten we, gezien de omvang van Rozenoord -zeg maar de beperking van Rozenoord- de oppervlakte die je nodig hebt voor een honk- en softballvelden de oplos singen die nu bereikt konden worden inderdaad voor voetbal, handbal en hockev. dat je hier eigenlijk gua lokatie en andere zaken bijna niet anders over zou kunnen beslissen. Maar ik ben het met iedereen eens. Je zegt, het zou prettig zijn als je over de toegezegde contourennota kon beschikken, om te kijken wat ons nog te wachten staat, wat we zouden moeten doen. Ik ga dat niet ontkennen. Over de bezetting van de afdeling heb ik in de commissie gezegd, dat wordt nogal eens genoemd, dan moeten we daar ook maar eens over praten. Toen dat gezegd werd, heb ik dat bevestigd, dus ik zal dat in het college aan de orde -35- stellen, in hoeverre het noodzakelijk is om daar speciaal naar te kijken. U hoort daar als commissie in ieder geval nog van. Mevrouw Veraart zei tot slot dat ze in haar fraktie na een brede afweging het groene licht kon geven. Uiteraard is het college daar zeer verheugd over, want wij zijn blij als dit plan er door kan komen. Het zal dan velen mogelijk maken om hun sporten beter dan anders, en voor sommigen voor het eerst, op een normale manier te kunnen beleven. De heer Janssen is bedankt voor de complimenten, die hij geeft voor de oplossingen die zijn bedacht om dit stuk op tafel te kunnen leggen. De heer Bolsius zegt nog eens dat het profijtbeginsel hier goed is toegepast. Ik onderschrijf dat en neem kennis van het feit dat hij dat waardeert. De bewegwijzering naar Rozenoord zal ik nog apart een keer in de commissie aan de orde stellen. Maar zoals u weet, is daar een relatie met de beweg wijzering die wij in het algemeen in deze gemeente hebben. Daarvoor hebben wij een soort van beleid. Dus ik zal proberen dat daar aan de orde te stel len, het daaraan te toetsen en u daarover meldingen te doen. Ik heb maar willen uitdrukken dat het niet zo is dat je na één objekt zomaar zelf iets mag bedenken hoe je daar naartoe zou moeten verwijzen. Verder hoeft men dat niet negatief uit te leggen. Degenen, zoals de heer Linssen, de heer Franken en in feite ook mevrouw Veraart, die nog eens gewezen hebben op de wat ongelukkige procedure, kan ik alleen maar gelijk geven. Ik heb dat eerder gezegd, we zaten enerzijds in de klem dat dit stuk te laat kwam om er een normale procedure in de commissie van te maken. Anderzijds, de andere kant van de klem, het feit dat we de competitie in september wilden halen. Met andere woorden, dat de plannen klaar konden zijn voordat de competitie begon en gezien de bouwvak is deze noodprocedure gevolgd. Ik ben de eerste om iedereen te zeggen dat dat niet voor herhaling vatbaar moet zijn en dat we ons wel drie keer achter de oren zullen krabben om dat nog een keer te doen. De heer Jouvenaz zei namens zijn fraktie dat de uitgave verantwoord was. Ik denk dat dat eigenlijk door de gehele raad is gezegd. Dat is plezierig om te horen, voorzitter. De VOORZITTER: Dank u wel. Wie van u in tweede termijn? De heer VAN DE WATER: Voorzitter, ik zal proberen binnen de orde te blijven. Ik zou willen vragen, als er bestratingsmateriaal overblijft bij de inrich ting van de parkeerterreinen, of het dan mogelijk zou zijn om op sportpark 'Meilust een tegelpaadje om het veld te leggen, zodat de bezoekers in de winter droge voeten hebben. Mevrouw VERAART: Voorzitter, wat de drietrapsraket sportnota betreft, moge duidelijk zijn dat wij vinden dat die al gelanceerd had moeten zijn. Even kort ter verduidelijking aan D66. Wij vinden niet dat de opbrengst van verhuur aan derden niet ten goede zou mogen komen aan Tempo, maar wij vinden het een wat smoezelige oplossing. Daarom vragen wij u ook, en de wethouder is daar in zijn eerste termijn niet op ingegaan, om te bekijken of er in de toekomst een andersoortige oplossing mogelijk is om precedentwerking met name naar andere verenigingen te voorkomen. De heer BOLSIUS: Voorzitter, ik denk dat het juist past in ons streven om clubs ook tot dit soort aktiviteiten te stimuleren. Ik denk dat het goed is om bij dat stimuleren je te realiseren dat er altijd een verhouding moet zijn tussen de inspanning en de uiteindelijke opbrengst. Ik denk dat het best goed is wat mevrouw Veraart vraagt, om deze regeling naar andere sektoren uit te breiden. Dat steunen wij graag. De heer VAN DER STOEL, wethouder: Voorzitter, mevrouw Veraart heeft gelijk

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 125