-28- In de loop der .jaren, en wij werken nu met een klachtenregeling bij de poli tie 10 jaar, is er 1 klacht doorgegaan naar de nationale ombudsman, welk instituut ook 10 jaar bestaat. Ik weet niet of ik daaruit tevredenheid mag afleiden. Ik vind wel dat je voorzichtig mag concluderen dat van grote be hoefte om naar een ander eventueel om te gaan, niet is gebleken. Wij hebben wel enig inzicht in de manier waarop de burger tegen de gemeente aankijkt, toen we met name gesproken en geënguêteerd hebben op het terrein van de klantvriendelijkheid en de klantgerichtheid van het apparaat, waarin we ook over die klachtenbehandeling gesproken hebben. Hetgeen wij juist een onderdeel vinden in de benadering van de burger. Maar het zijn natuurlijk allemaal wat bewijzen uit het ongerijmde in zekere zin, want ik heb daar niet een heel groot onderzoek naar gedaan. Nogmaals, van grote ontevreden heid is mij ook in gelukkig vele maatschappelijke kontakten en vele kontak ten op straat en waar al niet mogelijk met de burgers evenmin van een grote behoefte aan verandering gebleken. Dat neemt niet weg dat de overheid niet zelf ook kan zeggen, ik wil dat verbeteren. Die roep heb ik van de heer M. Franken, van de heer Van der Kallen, van de heer Janssen en van mevrouw Demmers in ieder geval vernomen. Wat wij verder ook over de t.v. vinden en over het feit dat de burger hier een keuze kan maken uit een groot aantal zenders. Datzelfde geldt natuurlijk tot het kiezen van tijdschriften. Toch denk ik dat we in de gaten moeten houden dat er een aantal zaken zijn die verschillen. Er is prime time op de televisie. Er is een tijd dat een proportioneel deel van de bevolking naar bepaalde programma's kijkt. Het nieuws is er daar een van. Wat voor aardig heid je dan ook op een ander net uitzendt, je loopt in de val. Daarvan is mij bij de geschreven pers, behalve in de direkte nieuwsvoorziening, niet gebleken. Ik heb helemaal geen behoefte, en ik heb mij daar allerminst op voorbereid, om datgene, wat de heer Franken gezegd heeft, te weerspreken. Maar ik heb wel de neiging om te zeggen dat het wel iets complexer in elkaar steekt. Hetgeen in ieder geval ook blijkt uit een groot consumentenonderzoek wat de VECAIde vereniging van kabelexploitanten, recent heeft gehouden. Over fraktiediscipline hebben we, denk ik, voldoende gesproken, over de t.v.-uitzendingen, de kwaliteit die vrijwilligers kunnen leveren, evenzeer. Ik heb u gezegd dat ik het gesprek aanga, dat ik bereid ben de uitvoering van de besluitvorming onder III zo lang op te schorten, of daar geen onom keerbare besluiten te nemen en of het financieel ook tegen elkaar af te wegen is. Want ook al kunnen wij beelden uitzenden, we kunnen nog geen briefjes van duizend drukken. De wijkwerkbezoeken, dat het college daar een belangrijke rol in dient te spelen, mijnheer Van den Kieboom. Ik ben dat gaarne met u eens. Dames en heren, hoe gaat het met commissies. De heer Van de Water heeft daar nog eens over gesproken. Wij hebben nog niet zo lang geleden in het land een aantal belangrijke commissies gehad op onderscheiden terreinen. De commissie Dekkers was er voor veranderingen in de gezondheidszorg. Ik geloof dat daar thans in de Kamer nog over gesproken wordt. Sommigen van u weten ook welke heilzame werking er uitgegaan is van de commissie Oort, om eens een andere te noemen. Dames en heren, bij al het werk, wat wij op lokaal niveau gedaan hebben, zou ik mij in de allerverste verte niet willen spiegelen aan een van die natio nale commissies, maar zeker, zij het op een heel ander veel lager niveau, kun je het funktioneren daarvan vergelijken. Wat in onze commissie in ieder geval steeds voorgestaan heeft, en ik denk dat we daarmee gelijk spelen met de andere commissies, is om het bestuurlijk proces belangrijk te bevorderen. Ik hoop dat met de besluitvorming, die u vanavond neemt, dat ook zo moge zijn. Ik concludeer dat de raad in meerderheid besluit om niet over te gaan tot spreekrecht in de raadsvergadering. Heb ik dat goed, of wilt u daar uw handen nog even voor opsteken om de getalsverhoudingen vast te stellen. -29- Handopsteking? Mag ik vragen wie het eens is met het voorstel van het college? Dat zijn 16 leden van uw raad. 8 Leden zijn daartegen, zodat het voorstel is aangenomen. De heer VAN ES: Voorzitter, het is iets gemakkelijker als u het andersom doet De VOORZITTER: Het reglement van orde schrijft voor dat ik het meest verstrekkende besluit in stemming moet brengen. I b. Mag ik vragen wie zou willen overgaan tot vaststelling van de referen dumverordening? Dat zijn 8 leden van uw raad, de andere 16 zijn daartegen. I c. Daarover is een toezegging gedaan om een onderzoek te doen. Over II zijn we het eens, waardoor het reglement is gewijzigd. Bij III is een voorbehoud met betrekking tot de uitvoering van III a ge maakt. Met de punten b t/m g stemt u in. Dan, dames en heren, is aldus besloten. 5Voorstel tot voorziening in vacatures duo-burgerleden in de vaste advies commissies van de gemeenteraad. Nr. BD-BeZ/18. De VOORZITTER: Dames en heren, ik vraag u om een wijziging aan te brengen in het voorstel. De heer Stok heeft als derde voorletter de J van Johan en niet de I van Izaak. Vraagt een uwer stemming over dit onderwerp? Als dat niet het geval is, en ik mag concluderen dat u daar vrijwillig van afziet, is aldus besloten. 6. Definitieve structuur Politie Midden- en West-Brabant. De VOORZITTER: Dames en heren, mevrouw Demmers en de heer Withagen hebben een motie voorbereid ter zake van de definitieve structuur Politie Midden- en West-Brabant. De motie heeft de volgende inhoud: De raad van de gemeente Bergen op Zoom, op 27 mei 1992 in vergadering bij een; kennis genomen hebbend van het wetsontwerp Politiewet, zoals dat onlangs bij de Tweede Kamer van de Staten Generaal is ingediend, alsmede van het rapport "Definitieve structuur Politie Midden- en West-Brabant deel I en II"; constaterend dat in voornoemd wetsontwerp geen garanties zijn opgenomen voor de overdracht van beheersbevoegdheden aan de burgemeesters van de onder scheiden gemeenten; mede kennis genomen hebbend van de ingediende motie Van der Heijden/Stoffe- len, dat de voorgenomen Politiewet op dit punt garanties zou moeten bevatten en dat niet, zoals thans in artikel 36 wordt voorgesteld, volstaan kan worden met het openen van de mogelijkheid tot delegatie daartoe, vast te leggen in het beleidsplan van het regionale korps; mede kennis genomen hebbend van het advies van de Raad van State, dat het voorgestelde nieuwe bestel op dat punt te weinig democratisch gehalte heeft overwegende dat het wenselijk zo niet noodzakelijk is om het plaatselijk bestuur zoveel mogelijk bij het beheer van hst lokale politie-onderdeel te betrekken met name op die terreinen die op een lager niveau beter kunnen geschieden, waardoor werkzaamheden versoepeld en bespoedigd worden en de lokale inbedding van dat onderdeel wordt verstevigd; constaterend dat het in het genoemde rapport wordt voorgesteld Bergen op Zoom in te delen in twee basiseenheden, de teams Bergen op Zoom-zuid en

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 122