-24-
de raad vastgestelde reglement van orde, stelt de voorzitter de gang van
zaken tijdens de beraadslagingen van de gemeenteraad vast. Zo is het mij
geleerd en zo zal het nog steeds wel zi.in. D66 ziet dan ook heel graag uw
voorstellen tegemoet om de debatten te verlevendigen, waarbij wij het middel
van het spreekgestoelte en een interruptiemicrofoon graag zien meegenomen.
De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, wie de schoen past, trekt hem aan. De
VVD trok die aan, dus klaarblijkelijk past de schoen hem. Ik richtte mijn
woorden met betrekking tot de tijdsbesteding heel specifiek richting GB/S
naar aanleiding van een opmerking van hen.
Met betrekking tot wat de heer Van de Water zojuist zei, het is helemaal
niet zo complex, de kontakten tussen bestuurde en bestuurder. Ik denk dat
hij helemaal gelijk heeft. Je moet als politicus midden tussen de burgers
staan en er altijd proberen bij te zijn, als je denkt, daar kan ik wat
horen, daar kan ik wat luisteren. Dat mis ik heel vaak bij een aantal
politieke partijen. Nu schijnt dat in de cultuur te liggen. Bij sommige
partijen begint de cultuur in 1966 klaarblijkelijk. Maar daarin vergissen
zij zich toch. Want als ik D66 analyseer, zelfs de beginselverklaringen, dan
kom ik tot de conclusie dat zij een wederopstanding zijn van de vrijzinnig
democraten, die aan het eind van de oorlog in de PvdA opgingen, maar daar
klaarblijkelijk spijt van hebben gekregen.
Met betrekking tot de klachtenprocedure. Het is inderdaad waar. Burgers
hebben het volste recht om buiten klachten ook verzoeken tot iedere poli
tieke groepering en de overheid te richten, artikel 5 van onze grondwet. Het
recht van petitie is daarin duidelijk verankerd. Maar de praktijk is, dat de
burger heel vaak ervaart -en heeft hij ongelijk als hij een verzoek ergens
toe richt en misschien pas na een jaar antwoord krijgt, als hij antwoord
krijgt- dat dat niet werkt en dat dat vrij zinloos is. Ik denk dat het
daarom goed zou „zijn als het college bijvoorbeeld de klachtenregeling, zoals
voorgesteld door het CDA, heroverweegt, die verzoeken toch eens over zou
nemen en toch eens zou bekijken om daarin mee te pakken dat het misschien
toch een openbaar forum is, waarbij de burger kan kontroleren dat zijn
verzoek echt is behandeld en is afgewogen, ongeacht de uitkomst.
Voorzitter, u zei iets interessants, het steeds maar juridischer worden van
de verhoudingen tussen de burger en de overheid. Dat verbaasde mij toch wel
in deze week. Als ik de vorige week hoorde en las in diverse media, dat er
een aantal burgers, zeer recent nadat ze nee hadden gezegd tegen een bepaald
verzoek of voorstel van de overheid, al bedreigd werd met de rechter op hun
dak te sturen om ze er eventueel toch toe te brengen, in te gaan op de
voorstellen van de overheid. Als je praat over juridische verhoudingen
creeren, dan creëer je die inderdaad. Dan is dat inderdaad niet meer de
luisterdende overheid en de sprekende burger, waarbij de overheid of de
politicus een keer inderdaad weer dienstig is, zoals in mijn optiek van de
politiek die overheid en die politicus zou moeten zijn.
De heer VAN DEN KIEBOOM: Mijnheer Van den Kallen, dat is geen relatie over
heid/burger, dat is een relatie verhuurder/huurder
De heer VAN DER KALLEN: In dit geval was het een portefeuillehouder, die
ingezetene is van het college van b en w, die sprak, - dat is een politicus
dus in mijn optiek is dat, zolang het gemeentelijk woningbedrijf niet is
geprivatiseerd, nog wel degelijk een relatie overheid/burger.
Met betrekking tot de klachtenregeling zei de voorzitter van deze raad. Er
was hem niet gebleken dat de Bergse burger de klachtenregeling niet zou
waarderen. Dat kan. Je kunt het ook omdraaien, heel ingewikkeld, maar om
kort te gaan. Ik zou graag van de voorzitter willen horen, hoeveel burgers
nu feitelijk daarvan gebruik hebben gemaakt. Want uit het gebruik blijkt
mijns inziens de waardering. Als een klachtenregeling niet gebruikt wordt,
-25-
dan kan je zeggen, die is goed, maar je kan ook zeggen, die is niet goed,
want om te beginnen is die al niet bekend bij de burger.
De heer JANSSEN: Wat voor conclusie wil mijnheer Van der Kallen dan nu
trekken uit een antwoord op zijn vraag? Dat wordt nu a la minute ook even
verzonnen?
De heer VAN DER KALLEN: Ik mag toch vragen waarop dat gebaseerd is?
De heer JANSSEN: vraagt aan de voorzitter of hij even kan zeggen hoeveel
klachten er zijn geweest, want daar kunt u van alles uit concluderen. Ver
volgens zegt u, je kunt die kant op redeneren en je kunt de andere kant op
redeneren. Dan weet ik niet hoe u dan tot een mening moet komen.
De heer VAN DER KALLEN: Ik sta crraag open voor veel informatie, want dan
denk ik dat ik tot wijze besluiten kom.
De heer JANSSEN: Dat is wat anders, maar daar een conclusie aan verbinden,
gaat mij wat ver.
De heer VAN DER KALLEN: Daarom ben ik ook voor spreekrecht op ieder moment
en ben ik ook niet bang dat dat spreekrecht
De heer JANSSEN: Appels en peren zijn samen in één moes misschien ook wel
lekker
De heer VAN DER KALLEN: Absoluut. Dat is een wijze opmerking van de VVD,
daarvan akte.
Met betrekking tot de appels en peren en de vergelijking die de voorzitter
maakte van het t.v.-net. Het CDA heeft er al iets van gezegd. Ze vonden dat
niet echt vergelijkbaar. Ik denk dat het ook niet vergelijkbaar is, want een
burger gaat echt niet afwegen of hij naar zender 1 of 3 kijkt waar voetbal
is, of naar zender X kijkt waar de BRTO is. Hij weegt dat veel eerder af en
niet zozeer op dat moment. Hij weegt dat eerder af op het feit wat er komt,
in de zin van voetbal of politiek, dan dat hij dat afweegt omtrent de
kwaliteit van het politieke gebodene. Want de burger is vaak heel geïnteres
seerd in wat er gebeurt in de politiek en soms ook niet. Maar dan zal hij
van tevoren zijn keus al hebben gemaakt en die niet laten afhangen van de
kwaliteit. Of het moet de kwaliteit zijn van de uitzending als zodanig,
omdat het door de sneeuw niet te zien is.
De VOORZITTER: Kunt u mij dan eens uitleggen hoe het komt dat slechts 50%
van onze inwoners naar de televisie kijken.
De heer VAN DER KALLEN: Ik vind het een geweldig percentage. Ik verbaas me
sowieso nog, want ik vind..
De VOORZITTER: U bent tevreden met de helft? Dat is een merkwaardige
opvatting over democratie, waar in ieder geval de helft plus 1 voor nodig
is. Als u uw kookles verder wilt afmaken.
De heer VAN DER KALLEN: U gebruikt het woord tevreden verkeerd, voorzitter.
Ik waardeer het dat 50% kijkt. Natuurlijk prefereer ik 100%, maar als dat
een illusie is of helaas geen werkelijkheid, dan aanvaard ik dat, niet in de
zin van, ik leg mijn hoofd in de schoot en probeer er niets meer aan te
doen. Nee, ik aanvaard dat onder het motto, beter halfvol dan halfleeg...
De VOORZITTER: Zo aanvaard en zo waardeer ik zappers op de televisie. Er is