-10- denken en daarover aan de raad te rapporteren. Ik denk dat een dergelijke commissie dan een groter bereik zou krijgen en in onze communicatie met de burger niet alleen eenzijdig zou zijn, maar ook werkelijk tweezijdig kan zijn, en zowel positief als negatief. Met betrekking tot de suggestie van het CDA om in wezen de t.v.-uitzendingen nog eens te bekijken, ben ik heel nieuwsgierig naar uw antwoord, want het zal duidelijk zijn dat ik heel graag zou zien dat die t.v.-uitzending mogelijk gemaakt wordt. Daarin ben ik het met de VVD heel nadrukkelijk eens en dus minder met de PvdA, die twijfelt aan de kwaliteit van de BRTO. Ik denk dat je de BRTO op zijn minst de kans moet geven. Net zogoed als ik denk dat wij de burgers de kans zouden moeten geven met het spreekrecht om eventueel, bijvoorbeeld na een jaar, te zeggen, nee, het werkt toch niet zoals we zouden willen zien. Maar dat wij hier in de raad eventjes uitmaken en allemaal al van tevoren weten hoe iets kan en niet kan, dat gaat mij te ver. Ik stel het dan op prijs dat de VVD in wezen haar vertrouwen in de BRTO wel heeft uitgesproken en de BSD doet dat volgaarne ook. De heer VAN DEN OUDEN: Voorzitter, dat burgers steeds meer kritiek hebben op de politiek, dat uit zich onder meer in het niet stemmen of uit protest stemmen op partijtjes met een fascistische ideologie, maar ook in de afne mende belangstelling voor de politieke onderwerpen èn in een leegloop van politieke partijen. Wanneer burgers hun kritiek op de politiek verwoorden, zitten daar twee aspekten aan. In de eerste plaats de constatering dat ze bijna geen invloed hebben op bestuur en de volksvertegenwoordigers. Op de tweede plaats is er kritiek op de gebrekkige kwaliteit van de volksvertegenwoordigers en op de integriteit van het bestuur. De vele schandalen rond bestuurders, van vooral de laatste jaren, leveren een onmiskenbare bijdrage aan het idee dat politici enigszins zakkenvullers zijn. Het politieke proces kenmerkt zich door een complexe besluitvorming, inge wikkelde machtsverhoudingen tussen gekozen organen en besturen èn een weinig inzichtelijke manier, waarop besluiten worden genomen en worden uitgevoerd. Het gevolg is natuurlijk wantrouwen en desinteresse bij de burger. Ons vertegenwoordigende stelsel geeft de individuele burger alleen indirekte invloed op het beleid. De direkte invloed blijft beperkt tot de keuze van vertegenwoordigers. De kiezer heeft natuurlijk geen invloed op de kandidaat stelling, een wethouderskeuze of op het collegeprogramma. Er vindt eigenlijk overdracht van democratische rechten plaats aan het systeem als geheel, in plaats van dat de rechten direkt door de burger uitgeoefend worden. Natuurlijk komt de wens tot bestuurlijke vernieuwing niet zomaar op. De behoefte om de lokale democratie te versterken, is ontstaan tegen de achtergrond van een groot aantal met elkaar verweven problemen. Enkele heb ik reeds genoemd. Er zijn natuurlijk meerdere faktoren die een rol spelen. Zoals de ontzuiling, de individualisering en de teloorgang van de ideolo gieën. Wat in vele gemeenten is gebeurd, na de zeer lage opkomst bij de gemeente raadsverkiezingen, heeft ook in Bergen op Zoom plaatsgevonden, het instellen van een commissie, die zich over dit probleem ging buigen. Groen Links heeft dit voorstel van harte ondersteund. Het is goed dat politici zich samen met burgers bezighouden met een aanzet tot versterking van de lokale democratie. Ik zeg met nadruk, samen met burgers. Het was in eerste instantie de bedoeling zoveel mogelijk burgers bij de discussie te betrekken. Dit aspekt is niet uit de verf gekomen. Ook deze commissie heeft te lijden gehad van een steeds groter wordende kloof tussen de politiek en de burgers. In het voorstel van b en w schrijft het college: gewaakt dient echter te worden voor het geforceerde zoeken naar een oplossing voor een zeer complex -11- probleem. De commissie wijst erop dat ons politieke systeem minder open is dan de burgers wensen en dat derhalve de politieke partijen een aantal veranderingen tot hun primaire taken moeten rekenen. Tot zover het citaat. Hiermee slaat het college de spijker keihard op de kop. Het is een zeer complex probleem en natuurlijk hebben de politieke partijen hun specifieke verantwoordelijkheid. Er is geen allesomvattende therapie om het zeer complexe probleem te genezen. Het zal een combinatie van therapieën moeten worden. De voorstellen van de commissie zijn slechts een gedeelte van de therapie en ons inziens slechts een bescheiden aanzet tot verandering. Ondanks deze bescheiden aanzet zijn wij het eens met de door de commissie geformuleerde voorstellen. Het college neemt deze voorstellen slechts gedeeltelijk over. In de commissie APPZ is al gesproken over de voorgestelde besluiten. Ik zal alleen ingaan op de voorgestelde besluiten, waar wij het niet mee eens zijn. Wij vinden dat er ook spreekrecht moet zijn in de raadsvergadering. Natuur lijk ligt het zwaartepunt van de bespreking van een voorstel in de commis sies. Maar dat neemt niet weg dat door spreekrecht in de raadsvergadering, waardevolle elementen vóór de definitieve besluitvorming naar voren gebracht moeten kunnen worden. Ten tweede. De media zijn het middel voor de burger om zicht te houden op het politieke proces. Met name de t.v. is een zeer indringend medium. Wij vinden dan ook dat daarvan gebruik gemaakt moet worden, mede omdat bij de BRTO de mogelijkheden volop aanwezig zijn. Tijdens een t.v.-uitzending van de BRTO kijkt 50% van de Bergenaren. Wij zijn het niet eens met het argument van het college, dat het middel niet haalbaar is vanwege de te hoge kosten, zonder dat dit bestudeerd is. Wij vinden dat de mogelijkheden onderzocht moeten worden. In het jaarverslag van de BRTO schrijft de voorzitter, Peter Bevers, dat er mogelijkheden zijn voor een facilitair bedrijf. Het is de moeite waard om dit in de studie mee te nemen. In die zin sluit ik mij volledig aan bij de woorden, die de heer Janssen over de BRTO gesproken heeft Het referendum. Een beslissend referendum zou het meest helder zijn. Maar daar zijn nog wat vraagtekens bij te plaatsen. Vooral als het gaat om de vraag, hoe de uitslag moet passen in een ander beleid en andere regelingen. Het belangrijkste bezwaar dat wij ertegen hebben is dat van het verlies van samenhang van het beleid. Beslissingen over single issues zijn gemakkelijk, maar de kwaliteit van besluitvorming kan ernstig beschadigd worden. Waarmee natuurlijk niet gezegd is dat onze huidige besluitvorming iedere kwaliteits- toets van doorstaan. Maar een beslissend referendum is wettelijk niet mogelijk. Blijft over een consultatief referendum. Een consultatief referendum heeft grotere bezwaren. Het systeem wordt alleen maar ondoorzichtiger. Dat leidt alleen maar tot meer frustraties voor de burger dan er nu al zijn. Het gerommel in sommige steden is op dit moment zelfs verontrustend. Er hoeft maar één gemeenteraad de uitslag van een consultatief referendum naast zich neer te leggen en het hele idee is verbruid. En waarom zou dat niet een keer gebeuren? Bijvoorbeeld, hoe vatbaar zijn wij van Groen Links voor goede argumenten? Ik denk dat wij daar heel vatbaar voor zijn. Maar wij zullen zeker niet van standpunt veranderen, alleen maar omdat de meerderheid van de bevolking dat van ons verlangt. Wij zitten er dan altijd nog namens die minderheid. Het zal duidelijk zijn dat wij een referendum op dit moment niet als wondermiddel zien. Ondanks de reeds genoemde beperkingen vinden wij wèl dat de raad de verordening voor het houden van een referendum vast moet stellen. Wij vinden dat die mogelijkheid er moet zijn, ondanks de grote twijfels die wij daarbij hebben. Omdat het als instrument tot bevordering van democratie heel goed gehanteerd zou kunnen worden, na zeer zorgvuldige afwegingen. Wij zullen dat dan ook doen met de argumenten die ik zojuist genoemd heb.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 114