kijken naar het kostenplaatje. Zoals het er nu uitziet, als u zegt dat het
te duur wordt om die twee voorwaarden namelijk de kwaliteit en de frequen
tie te bereiken, dus dat het niet haalbaar is, zou dat dan betekenen dat dat
niet door zou kunnen gaan.
Uitbreiding van spreekrecht in de commissies, daar kunnen wij ons volledig
in vinden. De vraag is alleen, zoals mijn fraktiegenoot Hagenaars in de
commissie heeft gezegd, of het inderdaad zo zal kunnen werken zoals u het
voortstelt, of dat in ieder geval die verordening in die richting moet
aangepast worden, zodat de mensen in ieder geval terug kunnen komen op dat
gene wat zij in de vorige vergadering aan bod hebben gebracht.
Dan III, voorzitter. Wat a betreft, wachten wij de uitbreiding en inhoud
daarvan af. Wij vernemen graag de effekten en de kosten daarvan. Bovendien
stellen wij ons de vraag wat het huidige bereik is.
Punt b wachten wij ook af. Punt c, de uitbreiding van de informatiegids
juichen wij toe. Het is een goede zaak. Bovendien is het, denk ik, belang
rijk dat door middel van de voorlichtingspagina's in het wekelijks blad
daarnaar verwezen wordt, evenals in uitzendingen van bijvoorbeeld de
kabelkrant
Ten aanzien van de werkbezoeken van uw college aan de wijken. Dat vinden wij
een goede zaak, maar maak er niet een te uitgebreid gezelschap van. Wij
denken dat juist de politieke frakties dat onder hun eigen verantwoordelijk
heid kunnen laten plaatsvinden. De PvdA heeft dat, zoals u weet, in het
verleden al gedaan en zal daarmee doorgaan. Ik denk dat het beter is dat het
college daar inderdaad inhoud aan geeft en de politieke frakties dat zelf
oppakken.
Open dagen juichen wij ook toe. We hoeven daarmee niet te wachten tot het
nieuwe gemeentehuis er ooit zal staan. Ik denk dat, als je dat inderdaad
serieus neemt en de mensen letterlijk in de keuken wil laten kijken van wat
er bij de gemeente gebeurt, er geen enkele reden voor is om dat nu verder
uit te stellen. Ik denk dat we dat in vrij korte tijd zouden kunnen
realiseren.
Dan wil ik nog opmerken dat wij de opmerking van het CDA, wat betreft de
goede klachtenregeling, kunnen onderschrijven.
De heer JANSSEN: Voorzitter, het niet hoge opkomstpercentage bij de laatste
gemeenteraadsverkiezingen van 1990 was voor de gemeenteraad in november van
dat jaar aanleiding tot het instellen van een ad hoe commissie "versterking
van de lokale democratie".
Niet alleen in onze gemeente, maar landelijk ontstond enige nervositeit over
deze lage opkomst. Door velen, en vaak ook door politieke partijen, ver
tegenwoordigd in diverse overheidslichamen, werden spookbeelden opgeroepen
en vragen gesteld als: Is er nog wel politieke legitimiteit? Is de democra
tie misschien niet tanende?
De VVD-fraktie wil aan deze beroering niet meedoen. Voor ons is er wel
degelijk een politieke legitimiteit na de laatste verkiezingen en is het
vertrouwen van de burger in de democratie en de manier van werken nog steeds
groot
Los hiervan constateert de VVD-fraktie dat het opkomstpercentage bij de
laatste gemeenteraadsverkiezingen lager was dan bij de vorige keren.
De VVD-fraktie concludeert uit de vele onderzoeken die zijn verricht over
dit onderwerp, dat er een drietal hoofdoorzaken zijn aan te wijzen, namelijk
a. de ondoorzichtigheid (het waarom) van de politieke besluiten;
b. een zich steeds afhankelijker opstellen van de burger in deze verzor
gingsstaat
c. de onduidelijkheid van de politiek, die steeds belooft en wollig is.
Met betrekking tot dit laatste onderwerp heeft de VVD-fraktie tijdens de
laatste algemene beschouwingen al het nodige opgemerkt. In het kort komt het
-5-
hier op neer:
Het gemeentebestuur moet helder zijn in woord en geschrift. De politiek
dient af te zien van het veelvuldig slagen om de arm houden of het scheppen
van een politieke ruimte. De burger is meer gebaat met een helder ja of nee,
dan met politiek gezeur van, misschien, wellicht of voorshands.
Ten tweede. De politiek bestuurlijke besluiten, waarmee de burger wordt
geconfronteerd, worden veelvuldig als onbegrijpelijk ervaren. De vraag van
diezelfde burger over het waarom van zo'n besluit wordt door de politiek
niet of onduidelijk beantwoord.
Het is voor de VVD-fraktie zaak, dat op deze steeds veelvuldiger voorkomende
vragen antwoorden worden gegeven. Daarin moet niet een afwachtende houding
worden aangenomen, maar moet aktief worden gereageerd. Je kunt en mag van
een burger niet verwachten dat hij zich geïnteresseerd weet in de politieke
besluitvorming als onderliggende overwegingen niet helder zijn. Een verbe
terde communicatie in die zin, zien wij dan ook als zeer gewenst.
Een laatste, en zeker niet alleen aan de lokale democratie te wijten euvel,
is de vorm waarin de verzorgingsstaat zich gaandeweg heeft ontwikkeld. Los
van de goede kanten ervan, waar deze funktioneert als opvang voor hen die er
daadwerkelijk behoefte aan hebben, is er een situatie ontstaan, waarbij door
velen maar al te gemakkelijk naar de overheid wordt gewezen, die maar moet
zorgen voor allerlei voorzieningen en behoeften.
De burger wordt te weinig gewezen op zijn eigen verantwoordelijkheid en die
jegens de gemeenschap. Het gevolg is een calculerende burger. Een burger die
vanwege een gemakzuchtige houding te vaak en te makkelijk met de beschul
digende vinger wijst naar de overheid. Een burger, die vervolgens niet meer
gaat stemmen en zonder door te hebben dat hij zelf ook verantwoordelijk is
voor een en ander.
Dit houdt simpel in dat de politiek duidelijk moet zijn in de afbakening van
haar verantwoordelijkheden en zeggen wat wèl en niet kan. Van de burger moet
worden verwacht dat hij bijdraagt en niet alleen maar leunt op die overheid,
die nu eenmaal niet alles kan, maar ook niet alles moet willen.
Voorzitter, indachtig hetgeen ik net heb verwoord, heeft de VVD-fraktie naar
de voorstellen gekeken. Over een drietal zaken willen wij ons nader
uitlaten.
De VVD-fraktie is tegen het houden van referenda in onze gemeente.
Los van het argument, dat het wel erg veel geld moet gaan kosten, zijn wij
van mening dat hiermee de burger niet méér verbonden raakt met de lokale
democratie. Onze argumenten hiervoor zijn:
a. de frequentie blijft te laag;
b. de materie, waarover een oordeel van de burger kan worden gevraagd, is
noodzakelijkerwijs nooit van wezenlijk belang, het blijft dus marge-werk;
c. ons democratisch bestel heeft de vertegenwoordiging als middel gekozen in
het besluitvormingsproces.
Twee andere onderwerpen van het besluit, die wij aan de orde willen stellen,
betreffen de produktie van de t.v.-uitzendingen en de verbetering van de
voorlichtingsrubriek, ofte wel de gemeentekrant.
Zoals de VVD-fraktie in de inleiding reeds duidelijk maakte, hechten wij
hoge waarde aan informatie aan de burger in het algemeen en over voorgenomen
besluiten in het bijzonder. Het medium t.v. is hiervoor een bijzonder ge
schikt middel.
De VVD-fraktie kan zich op voorhand met de motivatie voor het niet laten
plaatsvinden van t.v.-uitzendingen, omdat die te duur zouden zijn, niet
verenigen. Natuurlijk mogen de kosten wel meewegen, maar zonder nadrukkelijk
onderzoek over plaatselijke mogelijkheden en nadere motivering kunnen we
niet met deze afwijzing instemmen.
Onderhoud met de BRTO heeft ons geleerd dat het regelmatig maken van t.v.-
uitzendingen door deze organisatie op de maat van Bergen op Zoom wel
degelijk bespreekbaar kan zijn.