Dat maakt ons wantrouwig. Welke waarde hebben die getallen nu Die staan hier op papier en voor hetzelfde geld merken we volgend jaar weer dat die getallen toch anders uitvallen dan in de prognoses staat. Onze zorg is of er voldoende ruimte blijft voor het bouwen van particuliere woningen. Onze zorg blijft voor de mogelijkheden die er moeten zijn om kleine aantallen gevarieerde bouw te kunnen plegen in de stad, want dat is de markt die dat op dit moment vraagt. Een flexibele opstelling is erg belangrijk. De heer BAKX, wethouder: De heer Smits herhaalt grotendeels de discussie die we daar, ik zou haast zeggen jaarlijks, in de commissievergadering hebben nog eens nadrukkelijk aan. We hebben. We hebben er wel eens over gesproken wat nu de relatieve waarde is van de planningslijst, de basisinformatielijst. U weet dat we die lijst in feite elk jaar opnieuw vaststellen en schuiven daardoor in de toekomst een jaar vooruit. Er is dus een mogelijkheid elk jaar opnieuw de lijst gewenste percentages vast te stellen. Het is dus niet zo, de intentie die u er achter zoekt, dit leggen we nu tot 1996/1997 met elkaar vast. Zo mag u het zeker niet lezen. Het geeft wel de tendens aan. De tweede redenis natuurlijk De heer SMITS: Wat doen we nu met die getallen De heer BAKX, wethouder: Ik heb nog een paar redenen waarom we dan toch uit eindelijk voor deze getallen dienen te kiezen. De tweede reden'is dat wij in het laatste woningbouwprogramma hebben geconsta teerd, u vindt daarvan ook een weerslag in het raadsvoorstel, dat wij in de vrije sector een bepaalde stagnatie in de ontwikkelingen ondervinden. We kunnen de programma's niet geheel waar maken. We hebben in het woningbouwprogramma 1992 nadrukkelijk gezegd dat we achterstanden dienen in te lopen. U weet net zo goed als ik dat we die markt niet direct in de hand hebben en ook niet di rect kunnen sturen. We willen daar wel voorwaarde scheppend voor zijn om het te stimuleren want we geven ook nadrukkelijk aan, zeker nu we in de budgettering de mogelijkheid hebben, om dat direct te sturen, willen wij dat zeer zeker en een voorbeeld is dat wij erover denken in een bepaalde categorie dat nog eens aan te zetten. De derde reden is, ik denk dat we dat in het volgende VOP maar eens goed r moeten definiëren, denk ik toch de verhouding huur - koop. Als u zegt als we ons daarop fixeren en in dit geval komt het dan weer uit op een getal van 61 - 39 koop- huur verhouding dan zou je het over de definitie kunnen hebben wat je daar in feite onder verstaat, want een huurwoning bijv. die wij toch ook in de vrije sector bouwen van f. 1000,- en meer huur per maand, dat is natuur lijk geen koopwoning, dat is duidelijk, maar is wel bedoeld voor die doorstro ming en zeker ook in die vrije sector. We zullen ons er nog eens over moeten buigen waar je de grens kunt trekken bij de huur-koop verhouding. Dan denk ik dat je meer in de sfeer van vrije sector kunnen praten dan van koop en huur. Het is natuurlijk dat dan de percentages heel anders komen te liggen. U geeft ook nog eens aan, u haalt daar het voorbeeld van de vroegere VOP' bij, dat de percentages als zodanig in feite niet zo gek veel veranderd zijn, alleen daar waar het om concrete getallen gaat ziet u toch die enorme ver schuivingen die hebben plaatsgevonden. In 1983-1986 in de verhouding 67 - 33 en als je dan kijkt wat er werkelijk gerealiseerd is dan kom je bijna tot fifty fifty, 47 - 53. Nu proberen we de getallen zoals die in de VOP stonden, zeg maar 65 a 70% ten opzicht van 30a35% zeker te halen, zij het dan dat we wat achterlopen. We proberen dat toch nog in te halen. Dat we dan desondanks toch weer een verschuiving krijgen van 4 tot 5% dat vind ik alleszins aanvaard baar om daar mee te leven. Het is zeer zeker niet zo dat wij een dictaat tot 1996 voor u hebben weggelegd. We proberen de percentages vast te houden zolang we nog geen andere definitie met elkaar daarover hebben afgesproken, maar nog maals gezegd ook bij de volgende basisinformatielijst en wat nog belangrijker is bij het jaarlijkse woningbouwprogramma kunt u dat constant toetsen. We zullen dat zeker in de gaten houden. Nogmaals gezegd, de markt kunnen in deze categorie toch niet altijd sturen, Hoe graag we dat ook zouden willen. Het college staat nog steeds voor het percentage in deze periode te willen halen. - 33 - De VOORZITTER: Dames en heren, ik kom in gewetensnood. We hebben een afspraak tot half elf, maximaal 11 uur, te vergaderen. Er zitten twee kanten aan de medaille. Ik denk dat ik u geen plezier doe en evenmin een grote bijdrage aan het bestuur van deze stad lever door morgen hier zeer gedecimeerd te zitten en in een minuut of tien de rest van de zaak af te maken. Als na over zo'n aange legenheid langdurig en uitdrukkelijk in de commissie gesproken is, mag ik misschien voor het nemen van strafschoppen een andere wedstrijd aanraden. De heer Smits voor een tweede termijn. De heer SMITS: Het probleem wat de VVD-fractie in belangrijke mate heeft is dat wij een stevige discussie hebben gehad bij een laatste VOP waar we uit eindelijk achter zijn gaan staan. Een van de hoofdonderwerpen daar was de ver houding koop - huur. We constateren nu dat daar niet aan voldaan is. Integendeel, het omgekeerde is zelfs nog waar. Dat kan een oorzaak hebben. Dat zal dan wel. Dat wordt echter zo simpel op tafel gebracht, ik heb in eerste termijn al gezegd met een paar regeltjes wordt dat verantwoord en er wordt in dit voorstel ook geen enkele poging gedaan om dat te herstellen. Het belangrijkste item wat we destijds hadden om die verhouding 70 - 30 voor te stellen heb ik u daarstraks in die tekst voorgelezen. Dat was een poging om mensen die een betere inkomenspositie hadden aan Bergen op Zoom te binden. Dat is in het verleden nogal eens fout gegaan. Dat was één van de belangrijkste zaken. Daar wordt geen voeling aan gegeven. Dat vind ik gewoon jammer. De getallen vanaf 1993 die er nu liggen zijn conform dat VOP, dat is dus accoord. Het probleem waar wij mee zitten is dat er een slechte verantwoording is voor de afgelopen drie jaar van dat VOP met de angst die we uitspreken dat als het de volgende keer weer op deze wijze zo soepel verandert we er helemaal naast pakken en we pleiten er nog steeds voor om die markt sterk te volgen, een markt die op dit moment wijst op kleine aantallen verschillende bebouwing. Daar gaat het op dit moment om. Daar zouden we naar toe moeten. De heer BAKX, wethouderKortvoorzitter. Een enkel getal zal ik daarbij noemen en ook nog opmerkingen die in de commissie gemaakt zijn. In het woningbouwpro gramma 1992 hebben we met zijn allen geconstateerd dat wij 145 woningen achter liepen in deze sector. We hebben desondanks toch gezegd, die nemen we op want die achterstand willen we inhalen. Dan moet ik echt in dit voorstel de waarheid geen geweld aandoen door te zeggen we proberen dan toch nog de zaak af te schui ven in die zin dat we al een behoorlijke achterstand hebben in te halen en daar willen we ons hard voor maken. Of we dat dan allemaal halen is zaak twee. De andere kant is dat met name ook in de commissie Ruimtelijke Ordening over die cijfers nog eens nadrukkelijk is gesproken in relatie naar de Bergse Plaat. Ik denk dat we een volgende keer, wanneer we die cijfers keurig op een rijtje hebben, eigenlijk vanaf de VOP-periode tot nu toe eens netjes op een rij zouden moeten zetten voor de verschillende categorieën. Laat dat dan maar eens in de beide commissies zien. Dan kunt u exact de theorie met de praktijk toetsen. Daar hebben wij uiteindelijk een slotconclusie van gemaakt die hier een vertaling van is. Ik begrijp dat er in de commissie RO bij collega Stuart is toegezegd dat we in de commissie nog eens een keer met elkaar over de getallen zullen spreken. De VOORZITTER: Waarmee de heer Smits tevreden is De heer SMITS: Accoord. De VOORZITTER: Dan stel ik u voor conform het voorstel te besluiten..

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1992 | | pagina 100