-20- "Nota Ouderenbeleid Bergen op Zoom", zoals die nu voor ons ligt. De opzet verraadt duidelijk de intentie van de opstellers, niet het aan geven van een strak omlijnd schema, maar een stuk dat ruimte laat en heeft gelaten voor vele instellingen, die bezig zijn op het gebied van de ouderen problematiek. Vooral het uitgestippelde integrerend beleid is ook onze doelstelling. Er zijn echter nog enkele problemen. De toename van het aantal personen van 55 jaar en ouder maakt het echter steeds moeilijker dit beleid in de toekomst te handhaven, te meer daar ook straks de zogenaamde dubbele vergrijzing extra zal toenemen. De indeling van de ouderenhuisvesting kent vele aspekten, o.a. het zelf standig wonen, al of niet met zorgvoorzieningen. De dreigende extra huurverhogingen echter en het fors snijden in de subsidies zouden vooral de minder financieel draagkrachtigen parten kunnen gaan spelen bij de planning zelfstandig te blijven wonen. De financieringsmoeilijkheden spelen in het algemeen een grote rol om de vele knelpunten te nivelleren. Een afwegen van de reeds bestaande voorzie ningen en de nog gewenste behoeften is nodig. Uit de resultaten hiervan is de realisatie van de gewenste doeleinden misschien mogelijk. Het steunpuntenbeleid van de provincie heeft onze volledige instemming. Wij verheugen ons dan ook dat onze gemeente de behoefte aan steunpunten erkent en men aan de uitvoering daarvan gaat werken. Betreffende het "1 loket voor ouderenzorg" kan GB/S kort zijn. Verwezen lijking hiervan is beslist geen sinecure, doch ons inziens wel nodig. Een planning naar één aanspreekpunt per wijk willen wij graag onderschrijven. Aangaande allochtone ouderen en hun wensen is ons bekend dat zij veelal van voorzieningen voor ouderen gebruik willen maken. Daar er velen zijn, die al tientallen jaren in ons arbeidsproces meedraaien. Zij hebben echter een totaal ander wensenpakket voor de verwezenlijking van de voorzieningen dan de Nederlandse ouderen, daar hun cultuurpatroon voorwaarden stelt die bij ons niet voorkomen. Een onderzoek naar mogelijkheden op korte termijn is ons inziens nodig. De tijd dringt immers, daar vutters en/of gepensioneerde allochtonen snel in aantal toenemen. Zoals hier verwoord, liggen de problemen op velerlei ter rein. Het is duidelijk dat inventarisatie en onderzoek moet plaatsvinden, maar, en daar ligt eigenlijk onze enige kritiek op deze nota, moet dat zo lang duren? Ruim anderhalf jaar na dato wordt het onderzoek naar het steunpuntenbeleid afgesloten. Kan de verdere afwikkeling misschien wat sneller? Veel informatie is al beschikbaar uit andere gemeenten. Andere gemeenten zijn ons daar ver in voorgegaan. Laten wij nu niet proberen het wiel van de wagen opnieuw uit te vinden. Wij kunnen stellen dat wij het steunpuntenbeleid van zo'n belang vinden, het zelfstandig wonen is een zo groot goed, dat wij ons met het collegevoorstel geheel kunnen verenigen. Voor de andere aktiviteiten blijft dan toch nog een bedrag van 50.000,over en er komt nog een bedrag in 1992 beschikbaar. Mocht in de beginfase blijken dat voor een andere aktiviteit van het programma gefundeerd meer geld nodig is, zijn wij gaarne bereid hierover te praten. Tot besluit wil onze fraktie de samenstellers van de nota een compliment maken aangaande het duidelijk overzichtelijk geheel. We vragen slechts een ding, laten we niet betuttelend optreden zodat de vaart in het geheel zit. Mevrouw AMBAGTS: We hebben in de commissie welzijn uitgebreid gesproken over deze nota. Ik zal niet alles herhalen maar de hoofdpunten er nog uithalen. In het algemeen is de nota duidelijk. Het geeft een prima beeld van alle aandachts- en knelpunten, die er in onze stad op dit terrein zijn. -21- Vooral de manier waarop de nota is tot stand gekomen en de bereidheid die eruit spreekt om voortdurend in overleg met alle belanghebbenden en orga nisaties daarvan beleid te maken, spreekt ons zeker aan. De prioriteit die in de nota, maar vooral ook in het besluit ten aanzien van de financiële middelen wordt gelegd bij het ontwikkelen van steunpunten, vinden wij prima. De behoefte aan steunpunten is ons inziens al lange tijd aangetoond. Er zijn verschillende organisaties van ouderen die daar al geruime tijd op aandringen. Het is van belang om ouderen zoveel mogelijk en zo lang mogelijk in hun eigen omgeving te laten wonen en te laten funktio- neren, dat de steunpunten komen. De realisering van een 1 loketsysteem, daar is met name tijdens de inspraak ook nogal veel over gesproken. Het lijkt ons noodzakelijk om tot realisering hiervan te komen. Het is zeker zo, dat dat enig overleg en de nodige pro blemen met zich mee zal brengen, maar uiteindelijk zijn de ouderen daar toch zeker mee geholpen. Het is duidelijk en ook prima om zorg op maat voor iedereen op een gemakkelijker manier te verkrijgen. Het beleid wat uit de nota spreekt op het gebied van maatschappelijke participatie, om dit zoveel mogelijk in bestaande instellingen en bij bestaande verenigingen te laten plaatsvinden, is uitstekend. Oudere mensen zijn geen volksstam op zich, maar zij horen gewoon in onze maatschappij, dus ook bij al de verschillende verenigingen en instellingen. Ouderenbeleid zal volgens ons ook inclusief-beleid dienen te zijn. Dat betekent dat bij allerlei maatregelen, bijvoorbeeld valt te denken aan verkeersmaatregelen, toegang van openbare gebouwen e.d., rekening zal gehouden moeten worden met organisaties en stichting bejaardenwerk. De accentverschuiving voor de taken van de stichting bejaardenwerk is een logisch gevolg van de in de nota opgenomen beleidsvoornemens. Het is goed dat de stichting zich vooral met de coördinerende taken en wat minder met de uitvoerende taken zal bezighouden. Uit de commissie welzijn heb ik begrepen dat het bedrag van 300.000, wat gereserveerd wordt voor uitvoering van het steunpuntenbeleid, bedoeld is ten behoeve van de inrichting of de oprichting van een steunpunt. Dat vinden wij een goede zaak. Dat heb ik al eerder gezegd. Ik zou zeggen, een spoedige realisering van de nota, volgens het tijdstrajekt wat er achterin is bijgevoegd, juichen wij van harte toe. De heer WITHAGEN: Wij willen over deze nota en het daaruit te nemen voorstel kort zijn. De CDA-fraktie vindt het een goede nota, die op een constructieve samenwerkingsmanier is samengesteld. Ik vind dat de doelgroep, waarop deze nota afgestemd is, dat ook verdient. Namens mijn fraktie kan ik mededelen dat wij het erg fijn vinden dat er tussen het college, de verantwoordelijk heid van het college, en de ouderenadviesraad en de andere organisaties die opkomen voor de belangen van ouderen, zodanige gesprekken over mogelijk zijn dat dit soort resultaten er uit komen. Mijn fraktie heeft naar één kant nog bemerkingen, waar ik nu toe kom. Wij willen, als CDA-fraktie, het college maximale beleidsruimte aanbieden om deze nota, inclusief de prioriteiten die genoemd worden in het stuk, te realiseren. Nogmaals, wij vinden de doelgroep dit meer dan waard. Op de tweede plaats willen wij de controlefunktie van de raad eveneens een maximale waardering geven. Op de derde plaats willen wij die beleidsruimte aan het college en de controlefunktie van de raad zetten in dienst van snelheid. Wat gerealiseerd kan worden, moet gerealiseerd worden. Dat betekent als vierde punt, dat wij nu op dit moment moeite hebben met het in het nieuwe stuk te stellen punt III. Dat gaat te veel de kant op van een reservering. Van een reservering die bijvoorbeeld -en nogmaals, ik ben geen zwartkijker- voor andere overheden wel eens aanlokkelijk kan zijn als wij die reservering eenmaal gemaakt hebben.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1991 | | pagina 82