- 38 - wel zo zijn dat gedurende het proces een aantal vragen naar Kolpron gegaan zijn over dingen waarvan.men gezegd heeft dat is leuk om te weten, kan je dat er nog even bij doen. Dan hebben we een ander verhaal. Een opmerking nog ten aanzien van het onderzoek naar de draagkracht van de corporaties. Ik dacht dat dat niet nodig was. De corporaties worden door een registeraccountant gecontroleerd. Die geven een verklaring over de juistheid van de balans en de exploitatierekening van de corporatie. Daaruit kunnen we de financiële situatie van de instelling beoordelen. We wensen daarvoor geen fondsen beschikbaar te stellen om alsnog een keer het wiel uit te vinden. Als nu in juni/juli mocht blijken dat we tot de uiteindelijke conclusie komen wat we nu gaan doen dat we dan nog eens een keer over een tweede mening gaan over de financiële situatie van het geheel, dan is er misschien nog eens een gelegenheid om naar ons terug te komen, maar nu zijn we tegen dit krediet. De heer MULLER: Wij zeggen volmondig ja tegen dit voorstel, zeker gelet op de uitlating die de directeur in de commissie heeft gedaan. Ik moest het kort houden dus ik zal een opmerking maken over de corporaties. Zowel de heer Van Es als de heer Smits doen voorkomen dat de corporaties door dit voorstel onder voogdij of curatele worden geplaatst. Ik denk dat dat niet juist is. De heer VAN ES: Dat heb ik niet gezegd. De heer MULLER: Nee, maar ik interpreteer dat zo gezien uw uitlatingen daar over. Ik denk dat het juist is, zeker als wij over zorgvuldigheid praten, dat bij een mogelijke overdracht van woningen van het gemeentelijke woningbedrijf naar de corporaties het juist is dat gekeken wo'^dt naar de organisatie en de financiën, zeker op termijn van die corporaties. Dat er op dit moment instanties genoeg zijn om over de corporaties in de huidige omvang een oordeel te vellen dat is juist, maar wij krijgen waarschijnlijk straks corporaties die een andere orde van grootte hebben. Wij zijn het van harte met het voorstel eens, inclusief de f. 11.000 die voor de participatie van de- woningbond wordt besteed. De heer BAKX, wethouder: In de commissie heb ik het boetekleed aangetrokken, simpel door het feit dat het bedrag overschreden wordt en dat dat ook in een te laat stadium bekend is gemaakt. Ik wil dat hier nog een keer herhalen. We hebben op pagina 3 daar een paar argumenten voor op tafel gelegd,die ik nog even kort zal aanduiden. Bij 1. Kolpron heeft gemeend na toetsing van het meerjaren onderhoud dat ge zegd is als wij daar 100% zeker van zijn dan leggen wij ons eigen toetsingska der er naast.Dat betekent dat wij zelf een aantal complexen beoordelen. Kan dat onze goedkeuring wegdragen dan nemen wij de rest van het woningbedrijf over. Dat betekent dat er voor de toetsing van het meerjarenprogramma met hun voorwaarden er extra werk moest plaatsvinden om die zorgvuldigheid op lange termijn te krijgen. Bij 2. Ik denk dat dat duidelijk is, ambtelijke bijstand met betrekking tot de diverse werkgroepen. U weet dat er vier werkgroepen aan de gang zijn onder leiding van een projectgroep met daarboven een bestuurlijke begeleidingsgroep. Men name de heer Van Es maakte die opmerking waarop ik kan zeggen dat er na tuurlijk gaande het proces ook extra vragen worden opgeworpen, meningen ge uit. Denktu maar aan de niet voorziene participatie van de woonbond. Die is ook op een rijdende trein gestapt. U kunt zich voorstellen dat dat een aantal vragen, een aantal expertises oproept waar ook door Kolpron op in moet worden gehaakt. Zodoende heeft dat ook tot overschrijding van dit krediet geleid. Dan punt 3, het laatste punt.De financiële expertise naar de corporaties. Het is natuurlijk nadrukkelijk niet de huidige situatie van de corporaties na te gaan, die krijgen we elk jaar keurig in een jaarverslag ook met de accountantscontrole erbij,met of zonder opmerkingen. Het gaat er natuurlijk - 39 - om om alvast te anticiperen op een nieuwe situatie. Het onderzoek is nu zover, ik heb in de commissie gezegd dat we toen precies halfweg zaten, dar het laatste deel wat Kolpron nu dient te doen is de meningen van de corporaties te onder zoeken en verder financieel te vertalen. Dus nadrukkelijk wordt er geanticipeerd op de nieuwe situatie om te kijken of de corporaties daartoe in staat zijn, want het zal duidelijk zijn dat u dat ook van een zorgvuldig onderzoek zal vergen als u het eindplaatje voorgerekend krijgt. De heer Smits heeft nog eens nadrukkelijk gezegd kunnen wij niet het potje van Broks aanwenden voor die f. 5.850,- Daar zijn geen principiële bezwaren tegen, alleen het is hier geen enkel financieel probleem wat hier gekenschetst wordt. Ik heb dat potje, dat heb ik ook al eens eerder verteld, dat we altijd mee kunnen nemen naar het volgend jaar en we gebruiken het altijd tussentijds voor bijv. projecten die lopende het jaar nog opkomen, om wat achter de hand te hebben. Maar hier bestaat geen enkel financieel meningsverschil want de f. 60.000,- worden gewoon verstrekt uit de abr van het gemeentelijk woningbe drijf en dat wilde ik op dit moment zo maar houden. De heer Van der Kallen, de heer Van Es alsook de heer Smits blijven ondanks alles tegen dit voorstel. De heer Van der Kallen brengt nog eens in herinnering het bureau Mede. Ja, we hebben daar toen toch nadrukkelijk van gezegd dat men de uitgangspunten niet volledig wilde onderschrijven, men wilde ook een andere richting uit in uw visie dan misschien de richting die u graag wilde, maar daar hebben we uiteindelijk dan niet voor gekozen. U bent en blijft tegen, maar het zou op dit moment zonde zijn als u hier in meerderheid zou besluiten om te gen te stemmen want dan zou het onderzoek maar voor de helft uitgevoerd zijn. Voorzitter, ik wou het hier maar bij laten. De VOORZITTER: Dames en heren, gelet op de discussie die terzake van dit °n^er werp ook in de commissie heeft plaatsgevonden en ik thans niet de indruk heb dat veel nieuwe argumenten worden aangedragen, zou ik u mogen voorstellen tot besluitvorming over te gaan, waarbij ik aanteken dat de fractie van de VVD, Gemeentebelangen/Stadspartij en de BSD tegen dit voorstel geacht willen worden te hebben gestemd. Andere leden van de raad zijn ervoor, zodat net is aangeno- men. Voorstel tot het vaststellen van het Gemeentelijk Milieubeleidsplan "Bergen werk.. voor de gemeente Bergen op Zoom (Nr. SOB/26) De heer VAN ES- Het gemeentelijk milieu beleidsplan heeft terecht de nodige aandacht gehad van de buitenwacht en commissie milieu waarin uitgebreid en langdurig is gediscussieerd. De wethouder heeft ons toegezegd de gedane sugges ties zoals samengevat in de nota van de reacties op het ontwerp gemeentelijk milieubeleidsplan en de notulen van de betreffende commissie Milieu en Volks huisvesting van 18 maart 1991 samen met het plan als een geheel te zien. In deze vorm kunnen wij leven met het voorliggende plan, waarbij tenminste jaarlijks herijking en evaluatie nodig is. Onzerzijds krijgt de afdeling milieu alïe mogelijke steun dit plan actief uit te voeren, met name op het gebied van voorlichting en handhaving. Binnen de gegeven mogelijkheden kan wat ons betreft de gemeente initiatief ontplooien daar waar de landelijke besluitvorming niet tot afronding kan komen, bijv. bij het gebruik en de verwerking van asbest houdende stoffen. Nog een opmerking met betrekking tot de voorlichting Wij w-b-t- cbrh i/Arfp termiin moet worden vastgesteld welke rol de stichting De^Ruiter in dit geheel kan vervullen. Als we tot de slotsom komen dat dit een actieve rol is dan dient dit financieel vertaald te worden. ,,.M nrn van PM. Drie bestuurslagen, drie milieubeleidsplannen, drie P%^d?A.-milieubeleidsmaker^ toch zo verschillend. Staan in de rijks- en pro- vinciale plannen veel concrete doelstellingen, in dit gemeentelijke milieu beleidsplan mist onze fractie deze node. Uit de commissievergadering heb ik

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1991 | | pagina 57