- 32 - Door de interpretatie die hij geeft is een pootjebadende Belg ineens groot schalig omdat hij van buiten de ~egio komt. Dat lijkt mij toch ook niet de bedoeling. De heer VAN DER STOEL: Meteen reagerend merk ik op dat de heer Bolsius goed begrijpt dat hij een grapje heeft gemaakt. Ik denk dat het daar maar bij moet blijven. De VOORZITTER: Dames en heren, we komen aan de tweede termijn. Heeft een Uwer daar behoefte aan? De heer P.M.L. FRANKEN: Ik wou toch nog graag op één punt terugkomen en dat is naar mijn smaak eigenlijk wat onvoldoende in de discussie betrokken. Dat is de stand van zaken, de samenwerking, met de partners. Ik weet wel dat er nog het een en ander getekend moet worden, maar om geruchtenstromen in te dammen denk ik dat het goed is om als er informatie beschikbaar is die informatie op het bordje bij de raadsleden te droppen. Dat is hetgeen ik in deze discus sie nog zou willen aanvullen om daar eens van gedachten over te wisselen hoe we dat goed structureren, want met meer mensen aan een plan werken daar kun je een beter plan door krijgen als de communicatie maar goed geregeld is. De heer AERTSSEN: Ik ben nog een antwoord schuldig aan de heer Stuart, die zich afvroeg wat ik precies bedoelde met de opmerking dat in principe de natuur- randzone ten laste zou moeten komen van het woongebied Bergse Plaat. Ik heb dat nadrukkelijk zo gezegd. In principe - er is al eerder betoogd dat je principes soms wel even opzij kunt zetten maar dat je ze daarom niet echt overboord hebt gezet - bedoel ik ermee te zeggen, zoals u ook zegt, het geheel Bergse Plaat, boulevard en natuurrandzone is als één exploitatie op te vatten. Daar ben ik het mee eens dat je dan ook zegt de opbrengst uit de bovenwijkse voorzieningen bestem je voor de boulevard en de natuurrandzonemaar er kan een probleem ontstaan op het moment dat je moet konstateren dat de externe bijdrage gewoon tegenvalt. Ik denk dat je dan je principes opnieuw zal moeten testen. Hoe sterk zijn die? Vandaar dat ik dat gezegd heb. Onze fractie is de opvatting toegedaan dat je ook op dat moment nog steeds zou moeten zeggen en het moet allemaal uit die drie zaken komen. Dus woongebied, boulevard en na tuurrandzone moeten zich samen bedruipen met of zonder rijksbijdi age Een tweede opmerking betreft Kijk in de Pot - GeertruidapolderVoor alle dui delijkheid, ik heb begrepen dat er al een stedebouwkundige visie is voor het gebied, wat ik heb bedoeld met die randvoorwaarden die het college dan niet gesteld zou hebben, waarbij de hele fractie overigens zijn wenkbrauwen fronste. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat het college zegt, ga nu je gang maar, kijk maar eens waar jullie denken dat de beste plek is. Ik denk dax de raad zou moeten aangeven wat de beste lokaties zijn voor een bepaald type activi teit. Dat heb ik er primair mee willen zeggen. Ik denk dat je met aan de ont wikkelaars kunt overlaten om zelf aan te geven wat de beste lokatie is. denk dat daar planologische aspecten de doorslag moeten geven en dat wij dus, via de commissie en de raad, dit verder moeten bepalen. Verder ben ik tevreden met de uitleg over hoe we dan verder betrokken gaan wor den bij de planinvulling. Ik stel u wel voor, misschien wat anders dan bij de bestemmingsprocedure voor de Bergse Plaat die we tot nog toe hadden waar bij je alleen maar als raad de uitwerking zag, en dat je nu watverder in globale plan kan praten hoe Kijk in de Pot en Geert™ldapolf^^bL afeen zien Eigenli ik heeft u daar antwoord op gegeven,want u zegt we hebben al een stedèbouwkundig concept. Mzsschzen dat we dat eens een keen tn de ccnrnssxe kunnen bespreken. n h o»- Tk wil in het kort even terugkomen op het punt van kleinscha- De heer JANSSEN. De heer Bolsius vond het aardig daar een opmerking ligheid van de WD fractie is het zo dat kleinschaligheid over te make heleboel kleine dingetjes op een behoorlijk groot moei worden uitgelegd ais r=,mn-inkip enz enz. al dax terrein, een klem parkje, een prexparkje, een klem campmkje - 33 - soort dingen bij elkaar.Ik heb zo de indruk dat dat niet de beste oplossing voor dit terrein is. Als ik het goed beluisterd heb, maar anders wordt ik wel gecorrigeerd, gaat de gedachte van de P.v.d.A. een beetje in die richting. Wat ons betreft houdt grootschalig in dat er één groot project komt en, zoals wethouder Van der Stoel al gezegd heeft, dat project moet de centrumfunctie van onze stad onderstrepen. Het moet een gezicht geven aan dat hele gebied. Het moet, ik heb dat woord al eerder gebruikt en het is vanavond al eerder ge bezigd, niet een kneuterig klein opgezet plannetje zijn. Het moet iets uit stralen waar wij aan herkend kunnen worden. Uiteindelijk moeten we natuurlijk wachten op de voorstellen die uitgewerkt worden en dan kunnen we misschien eens gaan discussiëren over wat we nu vanavond precies bedoeld hebben met groot- en kleinschaligheid. Ik dacht nu een klein beetje meer vorm gegeven te hebben aan onze inschatting van het begrip grootschalig. De heer LINSSEN: Het betoog van de heer Janssen ondersteun ik. De heer VAN DE WATER: De fractie van Gemeentebelangen/Stadspartij vraagt geen aantekening tegen te zijn. Wel willen wij duidelijk stellen dat wij op dit mo ment het getal van 2400 woningen voor kennisgeving aannemen. De heer VAN DEN OUDEN: Wethouder van der Stoel sprak over het hebben van ambi ties die verder reiken dan de grenzen van onze stad. Voor alle duidelijkheid wil ik zeggen dat wij ambities hebben niet slecht vinden. Ik denk dat het ook heel gezond is. Wij menen dat ook verder reiken dan de grenzen van onze stad niet slecht is. Waar wij ons zorgen om maken is de milieu-effecxen en een stukje leefbaarheid voor degenen die bijv. rondom Kijk in de Pot wonen als je dan over grootschalige projecten praat of kleinschalige. Grootschalige projecten, misschien is het wel goed om daar eens goed over te discussiëren, daarbij danken wij aan projecten die verder reiken dan onze regio en die een enorme toestroom van toeristen teweegbrengen en wel op 2°danige schaal dat het de leefbaarheid weieens zou kunnen schaden met bijv. «"«ten zoals die rondom de Efteling plaatsvinden. Aan dat soort Srootschaligheid denken wii en wij denken dat we daarvoor op moeten passen, vooral voor de betreffende omwonendenVoor alle duidelijkheid dus, er mag est wat ome wat in onze regio zijn uixstraling heeft. Wij vinden dat ^an™°^nk^ede nen genieten van het plan dat daar komt. Natuur en recreatie kan op o manier met elkaar samengaan alleen moet men zorgen dat het met ten koste gaax iThet overigens nog geen antwoord gehad op een vraag van mij nl. op welke manieren direct omwonenden bij de plannen betrokken gaan worden omdax omwonenden, bijv! bij Kijk in de Pet, toch vooral te maken zullen gaan krijgen met hoe dan ook effecten van de plannen. n otmadt „crhnnripr- Misschien mag ik met het laatste beginnen. tt a86! h t h t al een keer gebeurd is bij de vaststelling van het bestemmings- plafSarkiezaat Overigens zal natuurlijk de uit de wet op de ruimtelijke or- p 'iPndP inspraak weer normaal georganiseerd moeten worden. ening voor 7pive Ik denk dat de omwonenden en u bedoelt dan eigen- Die volgx uit de wet zelve Ik den^ al buitengewoon door- lijk de bewoners zoa gaan gebeuren. Bij de nieuwe bestemmings- drongen geraa x zij riften uit de wet ook weer gewoon moeten volgen, plannen zullen we de voorsc helemaal Qp dezelfde lijn zitten als de heer Ik denk dat geb e en exploitatie is een sluitende exploitatie. Zou Ae-tssen. Uitgangspunt vooibii1ken niet het geval te zijn, dan hebben we een dat op een of andere wijze 6 probleem, dan komen we met elkaar run Vooriopig is dat het ^angspun betrekking tot de randvoorwaarden. Het zal Ik begrijp nu ook de °Praaf^gbevoegdheid als raad zou laten schieten om zelf zeker niet zo gaan dat je bev0egdheid blijft natuurlijk altijd aan de een bestemmingsplan te maK hier zodanig is dat uit de markt moex raad. Ik denk alleen dax de gtoeristische recreatieve projecten iets van de blijken of er uberhaupx van

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1991 | | pagina 54