- A -
mijn dat we later toch weer naar de vijf jaar moeten als dat een periode is
waarvan inmiddels is gebleken dat die simpel onvoldoende is, dan wel dat men
op een andere manier gebruik wil maken van het normale, in de oestemmingsplan-
nen neergelegde overgangsrecht. Zodoende verrast het mij enigszins dat wij
thans zo met een wijziging zouden moeten komen.
Geeft u mij eerst het amendement maar, mijnheer Van de Water.
De heer VAN KEMENADE: Niets weerhoudt ons ervan, denk ik, om vanavond het besluit
te nemen zoals het college voorstelt, zodat je wat dat betreft de zaken op
orde hebt, dat u vervolgens nakijkt wat precies de juridische status is van
het veranderen van vijf naar x jaar om dan over twee of drie maanden een aan
vullend besluit te nemen ten aanzien van het aantal jaren. Ik denk dat we dan
wel wat extra werk doen, maar dat we dan geen enkel risico lopen.
De VOORZITTER: Is de heer Van de Water en zijn de andere indieners van dit amen
dement erbij gebaat dat wij 'een dergelijke behandeling in overweging nemen op
dit moment
De heer VAN DE WATER: Jawel voorzitter. Eén opmerking. In artikel 7.5, u haalde
net het woord bestemmingsplan aan, worden hoofdzakelijk technische maatregelen
genoemd en wordt niet gesproken over bestemmingsplanwijzigingen. Het gaat hoofd
zakelijk over het creëren van technische voorzieningen die in andere bouwver
ordeningen eigenlijk al vastgelegd zijn.
Mevrouw DEMMERS: De leefmilieuverordening kent niet alleen de bouw maar ook
gebruiksmogeli jkheden
De heer VAN DE WATER: Ik heb het niet over leefmilieuverordeningen.
Mevrouw DEMMERS: Dat weet ik wel. Dat is gelijk met het vergelijken met een be
stemmingsplan. In het bestemmingsplan worden namelijk de bouwvoorschriften vast
gelegd voor een groot gedeelte.
De heer VAN DE WATER: In het amendement wordt gevraagd om artikel 7.5. te ver
anderen van vijf naar twee jaar. In feite verandert er aan de opzet wat daar
genoemd wordt niets en heeft het ook geen enkele relatie met het bestemmings
plan of de leefmilieuverordening.
De VOORZITTER: Nee, ik begrijp het heel wel. Het gaat erom dat degenen die thans
reeds exploiteren weten binnen welke termijn zij moeten voldoen aan artikel
7.5. Op dit moment heb ik aangenomen dat uit de hogere regelgeving en juris
prudentie de periode van vijf jaar er een geacht wordt te zijn die redelijk is
om exploitanten in de gelegenheid te stellen om aan die voorwaarden te voldoen.
U zou die termijn willen terugbrengen naar twee jaar. Of we daar al of niet
een evenredig nadeel teweegbrengen bij degenen die thans exploiteren, dat valt
af te leiden uit het motief wat u gebruikt om met zo'n regelgeving te komen.
Dat motief moet ook voldoen aan de beginselen van behoorlijk bestuur om niet
reeds aanstonds voor vernietiging of daar in tweede instantie bij de uitvoering
voor onverbindend verklaring of vernietiging in aanmerking te komen.
Dat is nu precies waarover ik aan het twijfelen ben.
Op zichzelf moet daar eens goed over nagedacht worden. Het lijkt mij dat deze
vergadering daar wellicht niet het allerbeste forum voor is en dat we daarvoor
toch even naar de studeerkamer terug moeten. Ik zou derhalve andermaal aan de heer
Van de Water en andere indienarenvan het amendement willen vragen ermee in te stem'
men dat wij dit bestuderen en zien of redelijkheid inderdaad met zich brengt
en overigens ook alle andere beginselen van behoorlijk bestuur, dat de termijn
zoals thans voorgesteld in artikel 7-10 teruggebracht wordt naar twee jaar.
De heer VAN DE WATER: Wij kunnen daarmee instemmen, ondanks dat in 7.2. staat
dat de burgemeester daar in bijzondere gevallen van af kan wijken.
Wij gaan met uw uiteenzetting akkoord en verwachten van u in september een reactie.
- 5 -
De VOORZITTER: Dan is dat bij deze toegezegd.
Voor het overige heeft u tegen deze verordening geen bezwaren
Dan is aldus vastgesteld.
5. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ad f. 62.861,- voor aan
schaf van apparatuur en uitbreiding bekabeling voor de automatisering binnen
de dienst Soza/Mazo.
(Nr. BD-Poi/35
6. Voorstel tot'het beschikbaar stellen van een krediet ad f. 125.000,- voor uit
breiding van apparatuur en programmatuur ten behoeve van tekstverwerking.
(Nr. BD-Poi/3A
7Voorstel tot het vaststellen van de "Wachtgeldverordening 1991" en de "Uitkerings-
verordening 1991" en het verlengen van de werkingsduur van de "Tijdelijke Ver
ordening WWV-vervangende uitkering."
(Nr. BD-Poi/37)
Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen
5 t/m 7 aangenomen.
8Voorstel tot verkoop van bouwgrond, gelegen op de Bergse Plaat aan Vastgoed
RABO Nederland B.V. te Utrecht.
(Nr. SOB/79
De VOORZITTER: De heer Van den Ouden zal aantekening worden verleend.
Andere leden van de raad die dit wensen Dat is niet het geval.
Dan is aldus besloten.
9. Voorstel tot instemming met de overdracht per 1 januari 1993 van de Rijks
scholengemeenschap Bergen op Zoom (RSG) aan de gemeente Bergen op Zoom.
(Nr. WE/18)
10. Voorstel tot het activeren van het reeds in de begroting van 1991 opgenomen
krediet ten behoeve van de herinrichting van het Markiezenhof.
(Nr. WE/19)
11Voorstel kredietaanvrage t.b.v. isolatie zolderruimtes museum.
(Nr. WE/20)
Zonder beraadslagingen en zonder' hoofdelijke stemming worden de voorstellen
9 t/m 11 aangenomen.
12. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet van f. 96.000,- in het
kader van te plegen groot-onderhoud en uit te voeren verbeteringen aan het
paviljoen Rozenoord.
(Nr. WE/21)
Mevrouw AMBAGTSMijn fractie vindt het jammer dat methet voorstel niet is over
wogen om het paviljoen te privatiseren. We hebben daarover in de commissie ge
sproken. De wethouder heeft toen benadrukt dat hij het toch belangrijk vindt
om de handen v"ij te hebben bij eventuele reorganisatie van het sportpark.
Het is een vrij klein gedeelte waar het paviljoen opstaat, er zijn weinig uit
breidingsmogelijkheden naar die kant. Wij zouden toch nog willen vragen om
het nog een keer te bekijken.
De heer VAN DE WATER: Naar aanleiding van een aantal perspublicaties over
uitbreiding sportpark Rozenoord en het amoveren van het paviljoen en ge-
