-22-
Bij 2 van de 3 sociale verhuurders ontbreekt het aan voldoende verscheiden
heid in het bezit: als het gaat om spreiding over de stad, ouderdom, huur-
hoogte, huurdersgroep, beschikken zowel het gemeentelijk woningbedrijf als
de woningstichting "Soomland" over een te eenzijdige voorraad.
Onvoldoende gevarieerdvinden wij, om elk op zich de problemen afdoende te
lijf te gaan, hun instrumentarium op de meest effektieve wijze te gebruiken,
hoewel dit toch noodzakelijk is en een evenredig aandeel in het oplossen van
de vele problemen te nemen.
Onze fraktie staat op het standpunt, dat met het uitsluitend omvormen van
het gemeentelijk woningbedrijf tot een derde corporatie in deze stad, dit
nijpende probleem niet wordt opgelost.
Vormen van toekomstige samenwerking tussen of zelfs samensmelting van
verhuurdersorganisaties zullen onderzocht moeten worden.
Mede gelet op de complexiteit van de volkshuisvestingsproblemen, die ons nu
en in de komende jaren te wachten staan, en de eigen opvattingen van het
personeel hieromtrent, geniet het de voorkeur van onze fraktie de know-how,
zoals thans in het personeel van het GWB gebundeld, bijeen te houden. Hier
mee is de opsplitsingsvariant niet verenigbaar.
Een volgend motief waarom de opsplitsingsvariant voor ons niet meer in aan
merking komt, vormt de mening van de woningbouwvereniging Bergen op Zoom.
Dat zijmede met het oog op de reeds aanwezige omvang en gevarieerdheid van
haar woningbezit, niet op de opdeling en toewijzing aan haar van een deel
van het bezit van het GWB zit te wachten.
Deze mening maakt het handhaven van de opsplitsingsvariant tot een
geforceerde operatie, waarvoor het noodzakelijk brede draagvlak, in elk
geval bij de uitvoerders van het volkshuisvestingsbeleid ontbreekt. Daaraan
moet je dan ook niet beginnen.
Nu om deze redenen de opsplitsingsvariant voor ons niet aan de orde is,
zodat die ook niet als een oplossing kan fungeren om het probleem van de
eenzijdigheid van het woningbezit te doorbreken, zal inzicht verworven
dienen te worden in de mogelijkheden, die het college maar ook de sociale
verhuurders zelf zien om aan het probleem van de eenzijdigheid toereikend en
reëel tegemoet te komen.
In de afgelopen weken zijn diverse mogelijkheden genoemd. Ze hebben in elk
geval alle met elkaar gemeen dat nog veel overleg gevoerd dient te worden
tussen gemeente en de sociale verhuurders om de best denkbare, waarin de
sociale verhuurders zich vanuit de eigen zelfstandigheid en verantwoorde
lijkheid kunnen vinden, te ontdekken en verder te ontwikkelen.
In dit overleg moet het GWB op voet van gelijkwaardigheid mee kunnen praten.
Een onvoorwaardelijke eis is dan ook dat gezamenlijk overleg tussen de
gemeente en de sociale verhuurders tot stand komt om te bezien of, en zo ja
welke, reële mogelijkheden aanwezig worden geacht om te komen tot een zo
gevarieerd mogelijk woningbezit (van elk) der toegelaten instellingen. Van
de bevindingen worden wij graag in kennis gesteld.
Voorzitter, hiertoe hebben wij een daartoe strekkend amendement in het
vooruitzicht gesteld, met de tekst, zoals ik die zojuist oplas.
Staatsrechtelijk novum is -maar we zijn er best tevreden mee- dat het
college daar publiekelijk
De heer BOLSIUS: Is er een tekst voorgelezen, voorzitter? Ik heb iets gemist
kennelijk.
De heer CATS: De tekst van het amendement luidt, dat het college niet alleen
de opdracht krijgt om voorstellen te doen ter realisering van het onder I
genoemde. En dat is het gemeentelijk woningbedrijf te privatiseren tot een
nieuwe toegelaten instelling. De toevoeging daaraan is, dat in het proces
ter realisering van het onder I genoemde in overleg met de toegelaten
-23-
instellingen te bezien of, en zo ja welke, reële mogelijkheden aanwezig
worden geacht, te komen tot een zo gevarieerd mogelijk woningbezit (van elk)
der toegelaten instellingen en de raad van de bevindingen in kennis
stellen. Precies hetzelfde als ik zojuist zei.
Het college heeft daarop publiekelijk gereageerd en heeft met betrekk^g tot
dit in het vooruitzicht een aangekondigd amendement gesteld, dat het college
de discussie in de raad afwacht. Ze heeft geconstateerd niet de zin te
hebben, wat voor blokkades dan ook op te werpen ten aanzien van alle moge
lijke varianten, die te zijner tijd ook aan de raad dienen te worden
^bivenstaande leidt ertoe -aldus het college op het «o.ent ran het
schrijven van deze mededeling- dat de voordracht aan de raad nu geen
DejZCDA-fraktie°voorzitteris razend benieuw wat het college uit de discus
sie in deze raad oppikt. En of het haar al of niet aanleiding geeft, hetgeen
wij in ons amendement verlangen, feitelijk uit te voeren, waarmee het
voorstel materieel wordt vervolmaakt in de door ons gewenste zin. En het
flat resultaat wat voor ons telt.
Bij de beoordeling van het slotpakket, dat de raad aangaande het jemeente-
lijk woningbedrijf volgend jaar aangeboden zal krijgen, zal onze
bevindingen van dit overleg dan mede betrekken.
Grlag vernemen wij volgende maand, danwel kort na het zomerreces wel e
nrocedure uw college voorstelt te gaan volgen, om aan het raadsbesluit
uitvoering te geven. Wie van de leden van uw college welke onderdelen voor
de rekening gaat nemen. En op welke wijze u een regelmatige terugkoppeling
naar de daarvoor in aanmerking komende commissies, of wellicht zelfs
hoc-commissie tot stand brengt. unnT. t
Wii zien uw antwoord op deze eerste termijn verlangend tegemoet, voor wat
betreft de positie van het aoendenent. die »e op dit moaent achter onte
kiezen houden.
De heer VAN DEN KIEBOOM: Voorzitter, ik zal niet de commissievergadering
overdoen, maar ik wil wel beginnen met te zeggen dat mijn fraktie in de
commissie volkshuisvesting heeft aangeven, Mnj 9 n met
privatisering van het gemeentelijk woningbedrijf. Wij heb^n,^r^ua°^;
genoemd als redenen, de onderhoudssituatie van de woningen 10 jaar terug ten
opzichte van nu, het niet hebben van het primaat, het niet kunnen P^ten uit
het waarborgfonds en de landelijke ontwikkelingen, die op ons afkomen via de
nota Heerma. Daarmee bedoel ik de duidelijke scheiding van beleid en uit
voering, waar ik dadelijk nog op terugkom.
Voorzitter, mijn fraktie kiest voor verzelfstandiging. En wel m die zin d
het gemeentelijk woningbedrijf door kan gaan als derde corporatie, zoals
door u genoemd in uw voorstel. -;^v,
Waarom? De PvdA-fraktie vindt dat het gemeentelijk woningbedrijf zich
vooral de laatste jaren heeft ontwikkeld tot een organisatie die er zijn
mag en wat ons betreft, blijven. Dit is te danken aan een voortvarend en
stimulerend management, gemotiveerde medewerkers en een goede ^elati
opbouw met de huurders. Een sociale huisvester die op haar taak be^kend is.
Een dergelijke organisatie dient naar onze mening als een going concern
kans te krijgen om op de ingeslagen weg door te gaan. Wij beoordelen in
ieder geval het bedrijf als positief. En wij niet alleen. De raad heeft
enkele tonnen uitgetrokken en beschikbaar gesteld om Kolpron een on erzo®
te laten verrichten. Ik mag aannemen dat we dan dit onderzoekbureau en
De'uitslagen'zijn ToTglns ons duidelijk. Bovendien stond dit onderzoek onder
verantwoordelijkheid van een bestuurlijke begeleidingscommissie. En lag daar
de verantwoordelijkheid, waarvan wij ook al vonden dat die daar moest