- 10 - Daar zijn wij het absoluut met elkaar over eens. Wij zijn het niet eens met de gedachte dat er thans middelen ter beschikking staan uit de wegenverkeerswet- geving om een dergelijk verbod uit te vaardigen. Het kan dan wel zo zijn dat er in Den Haag plannen gesmeed worden om tot andere wetgeving te komen, maar dat proces is niet afgerond en er zal een uitspraak van de Tweede Kamer moeten komen. Ik denk dat het geenszins te voorspellen is of de uitkomst van dat debat al vaststaat. Daar moet de belangenafweging nog plaatsvinden, er zal nog gelobbied worden door een bepaalde branche enz. Ik ben er helemaal nog niet zo zeker van dat die wetgeving ook helemaal zonder kleerscheuren tot stand komt. Tegen die tijd, mocht het dan wel zo zijn, dan hebben we natuurlijk de tijd om daar nog naar te kijken. De heer BOLSIUS: Ik wil dan toch graag een vraag stellen. U heeft het over be sluitvorming in de Tweede Kamer die alsnog noodzakelijk zou zijn om dat ver keerstechnisch mogelijk te maken. Kunt u mij vertellen hoe men dat in de ge meente Huijbergen dan gedaan heeft, waardoor het wel mogelijk is al sinds een aantal jaren De heer MULLER: Is dat een papieren tijger of niet De heer STUART, wethouder: Het wegenverkeersreglement laat natuurlijk wel be paalde dingen toe als dat dan maar gestoeld is op veiligheid. Dat zijn andere motieven. Het weren van zwaar verkeer, überhaupt het weren van verkeer uit binnensteden bijvoorbeeld is een gebruikelijke aangelegenheid. De VOORZITTER: Mag ik u voorstellen dat wij bezig zijn de gemeente Bergen op Zoom te besturen en afzien van het nemen van maatregelen en het hebben van bespiegelingen daarover in de gemeente Huijbergen. De heer BOLSIUS: Ja voorzitter, maar als dan de portefeuillehouder meent te moeten motiveren waarom er geen maatregelen worden genomen met besluitvorming in Den Haag, dan denk ik dat het geen kwaad kan om dichter bij huis een op lossing te zoeken die kennelijk niet onderhevig is geweest aan die besluitvor ming. De VOORZITTER: Ik heb een beetje de neiging om op de maat van de opmerking in te gaan. Mij dunkt dat die reeds daarin gevonden zou kunnen worden dat het leiden en geleiden van verkeer naar het industrieterrein, dat is inderdaad de regelgeving die 1 november eraan komt, in Bergen op Zoom een wat andere opdracht is dan in sommige gemeenten in de buurt van Bergen op Zoom. De heer STUART, wethouder:Ik ga op de opmerking in omdat er hier gesteld is dat er op 1 november een nieuwe wet van kracht wordt en dat op grond van die mededeling de opvatting van B W niet gedeeld wordt. Wij weten dat een wets wijziging in voorbereiding is maar of er een nieuwe wet van kracht wordt en zo ja wanneer dat is nog geenszins duidelijk. Daarop mogen we dan ook geen besluiten baseren. Als er andere wetgeving komt dan zal er ook voor onze ge meente t.z.t. aanleiding zijn om te kijken wat dat voor ons betekent natuur lijk. Maar om nu vast te stellen er is een nieuwe wet en dus hebben wij de middelen om dat soort maatregelen te nemen,dat bestrijd ik. Die middelen zijn er thans in ieder geval niet. Overigens zit je dan ook nog met de tussen zin -uitgezonderd het bestemmingsverkeer naar aanliggende wijken. Wanneer je het hebt over een wijkverbindingsweg dan wordt het toch denk ik wel heel moei lijk om te bepalen of vrachtverkeer wat zich aan die kant die weg op begeeft met bijv. de bestemming Geertruidapolder of Noordland of Theodorushaven om daarvan te beweren dat het geen bestemmingsverkeer is. Dan kom je toch haar fijn in de beheersproblematiek zoals die in de commissie en ook hier in de raad geschetst is. Maar nogmaals, materieel - dat hebben we in de commissie ook vastgesteld - hebben we allemaal hetzelfde voorAls het stelsel helemaal gerealiseerd is dan zal een pakket van beheersmaatregelen getroffen moeten worden wat aan die allerwege geuite wens tegemoetkomt. Een onderdeel daarvan - 11 - zou bijvoorbeeld kunnen zijn om inderdaad met snelheidsbeperkende maatregelen deze weg voor een bepaald soort verkeer ook onaantrekkelijk te maken. Ik denk dat er alles voor te zeggen is,de discussies nu al een paar keer ge hoord hebbende, bij het bestemmingsplan, bij het vaststellen van het kre diet en nu ook weer, om over het pakket verkeersmaatregelen na realisering van het wegenstelsel nog eens nadrukkelijk met elkaar te spreken. Daar.is natuurlijk niets op tegen. Materieel hebben wij allemaal hetzelfde voor. U zult begrijpen dat tegen die achtergrond bezien het voor ons college het nu wat moeilijk is om te zeggen we zullen eens wat maatregelen voorstellen per 1 november 1991 bijv. ook voor de Antwerpsestraat. Dat moet je ook in het totale complex zien van de gereedkoming van het totale stelsel. Boven dien hebben wij daar natuurlijk vanavond niet zomaar iets over te roepen, want daar zullen we toch ook wat voorbereidend werk voor moeten doen. Samenvattend heb ik de indruk dat de bereidheid er in de commissie en de raad is om de noodzakelijke besluiten te nemen, maar dat we met elkaar moeten af spreken dat tegen de tijd dat het stelsel geheel gerealiseerd is we dan nog eens met elkaar spreken over de beheersmaatregelen die nodig zijn en waarbij uiteraard een rol spelen de opmerkingen die in meerdere fasen van de besluit vorming gemaakt zijn. Ik moet de heer Van den Ouden nog zeggen dat een vierbaansweg mogelijk is, technisch op een deel van het traject zekerniet denk ik tussen de Antwerp sestraatweg en de spoorwegovergang. Technisch is alles mogelijk, maar het is niet de bedoeling. Dat is een en ander maal, tot driemaal toe, hier telkens gezegd. De VOORZITTER: Dames en heren, zou ik nog eens uw aandacht mogen vragen voor het volgende. Wij nemen nu in de vergadering van 30 mei 1991 een aantal besluiten. Het is duidelijk dat de verkeerswetgeving in beweging is en dat per 1 november een aantal wijzigingen naar ons toekomt, waarbij naast de doorstroming en vei lige afwikkeling en afwerking van het verkeer ook andere afwegingen gemaakt kunnen worden om verkeersbeperkende maatregelen op te leggen. Dat is een belangrijke wijziging. Dat voornemen bestaat. Ik heb het nog niet in het Staats blad gezien maar het kan heel goed zijn dat ik wat achterloop. Het lijkt mij heel nuttig en de inspecteur preludeert daar een beetje op dat dat soort maat regelen er zijn en dat de zorgvuldigheid dan ook vraagt dat als je om milieu afwegingen op de ene lokatie je natuurlijk heel goed rekenschap geeft dat e milieu-effect, nu het verkeer zich eenmaal als zodanig manifesteertzich op een andere lokatie zou voordoen. Naar het mij voorkomt zijn wij op dit moment aan deze afweging niet toe. U uit een wens om te zeggen als het zich dan zo voordoet dan zou je dato zeker'mee moeten wegen. U hoort net van de wethouder dat als het systeem gereed zal zijn wij specifieke maatregelen met elkaar over een zouden moeten komen. Ik laat maar helemaal in het midden wie dan over enige bevoegdheid zal beschikken. Naar het mij toeschijnt is dat op zichzelf een be langrijke toezegging die natuurlijk ook past bij de bereidheid bij uw raad om de voorstellen zoals die thans gedaan zijn te ondersteunen. Ik denk alleen dat het meewegen en dat is toch een nieuwigheid in_het gehe 1 van de verkeersregelgeving,van milieuaspecten wat bredere benadering en bestu dering vraagt alvorens je daar definitief tot een oordeel komt Met name ook kennis en inzicht van het alsdan in formele wetgeving gewijzigde artikel zoveel van .het wegenverkeersreglement. Ik heb niet de indruk dat wij all^al heeft een heel breed inzicht en brede kennis daarvan beschikken.Deewethouder heeft u toegezegd dat wij na het gereedkomen van het systeem daarover willen spreken. Ik gSTgaarL in overweging dat in tweede termijn in uw beschouwtngen t0 t)01r"*0 Ik neem aan dat dezelfde sprekers het woord wensen te voeren Dan heeft de heer Aertssen het woord.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1991 | | pagina 100