-8-
Milieu
In het CDA-verkiezingsprogram 1986-1990 bepleitten wij op milieuterrein o.a.
de voortzetting van de huidige manier van samenwerken tussen de gemeenten,
de inzameling van klein chemisch afval en een milieu-verantwoorde aandacht
voor Kragge 1 en 2, een en ander in samenwerking met het Streekgewest
Het CDA is niet ontevreden over het terzake gevoerde beleid. Als onvoldoende
ervaren wij het geven van body aan de gemeentelijke taak om te komen tot een
verdergaand systeem van gescheiden inzameling van afval.
Gezien de ervaring met het ophalen van K.C.A.stellen we de invoering voor
van bewaarboxen, die aan de huishoudens ter beschikking worden gesteld om
deze gevaarlijke stoffen veilig te bewaren tot ze worden opgehaald.
We zullen meer aandacht moeten geven aan de controle op de naleving van de
milieuvoorschriften.
Meer dan voorheen zal behoud en herstel van het milieu als een "groene
draad" door alle sektoren van gemeentelijk beleid moeten lopen. De gemeente
zal bedrijven moeten gaan stimuleren zélf een milieu-beleidsplan voor het
eigen bedrijf te maken, dat dan door de overheid bij de vergunningverlening
wordt getoetst en bij de controles wordt herijkt.
Deze zaken maken het nodig dat de raad op korte afstand en vatbaar voor zijn
beïnvloeding en prioriteitsstelling een apparaat ten dienste staat om deze
aspekten voor te bereiden en uit te voeren.
Dit beïnvloedt sterk onze keuze met betrekking tot de wijze waarop de
gemeentelijke milieudienst wordt georganiseerd en hoe intergemeentelijk zal
worden samengewerkt op dit gebied. De huidige werkwijze, wellicht wat meer
gestroomlijnd, spreekt ons dan ook nog steeds het meest aan.
Sociale voorzieningen
In ons program 1986-1990 werd ruim aandacht besteed aan de totstandkoming
van werkgelegenheidsvoorzieningen.
In het collegebeleid, zoals in de afgelopen jaren gevoerd, herkennen we ons
standpunt, zoals in de toepassing van meer inhoudelijke regelingen.
Het jeugdwerkgarantieplan past daarin, evenals het streven naar een doel
matiger struktuur, waarbij we o.a. denken aan een Regionaal Bestuur Arbeids
voorzieningen (R.B.A.).
Wèl wordt het hoog tijd de diverse regelingen en aktiviteiten van de taak-
hebbenden in deze qua uitvoering beter op elkaar af te stemmen. Voorrang
moet worden gegeven aan die werkloosheidscategorieën, waar de nood het
hoogst is, nl. de langdurig werklozen, de laagst geschoolden en de etnische
minderheden. Dit is onze inzet voor de jaren 1990-1994.
Het is nastrevenswaard voorwaarden te scheppen die het ouderen mogelijk
maken zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Het CDA heeft dit in
1986 al onderkend.
Hoewel in de afgelopen periode goede initiatieven zijn genomen, zoals het
verstrekken van subsidies voor voorzieningen aan woningen, en het richting
geven aan de toekomstige status van de flats aan de Plejadenlaan, behoeft
het beleid beslist geïntensiveerd te worden, gezien de sterk toegenomen
vergrijzing. Deze intensivering geldt ook in andere beleidssektorenzoals
het flankerend ouderenbeleid, terwijl een zo groot mogelijke betrokkenheid
van de ouderen en hun organisaties nagestreefd moet worden. Te denken valt
hierbij ook aan de ouderenraad in oprichting.
De groep inwoners van onze stad, die moeite heeft op eigen kracht een
menswaardig bestaan op te bouwen, heeft aandacht gekregen o.a. in de nota's
minderhedenbeleid en minimabeleid. Daar het beroep op de voorzieningen
achterblijft bij de verwachtingen, dient de aansluiting van deze voorzie
ningen, zoals geboden in de nota minimabeleid, op de potentiële belang
hebbenden kritisch in het vizier te worden gehouden.
-9-
Welziinr educatie, recreatie, cultuur en sport
Deze beleidsonderdelen zijn verankerd in onze samenleving en vele facetten
spelen daarbij een rol. Beperkt tot hoofdzaken en met als uitgangspunten het
beleid in de afgelopen periode, constateert de CDA-fraktie dat het college
er in geslaagd is samen met de betrokken instellingen, verenigingen en
organisaties, "veel daarvan ten uitvoer te brengen. Zij het vanwege omstan
digheden met tussentijds aangebrachte wijzigingen. Tevens is getracht ade
quaat in te spelen op nieuwe ontwikkelingen, zoals ten aanzien van een
positieve aktie voor vrouwen in relatie tot kinderopvang.
Hoewel aan bezuinigingen in de afgelopen periode ook in deze sektor niet
viel te ontkomen, stellen we toch vast dat de subsidie voor het verenigmgs
leven is gehandhaafd, dat de bibliotheek en de Gemeentelijke Muziek- en
Balletschool niet of nauwelijks door tariefsverhoging of bezuinigingen m
hun funktioneren zijn belemmerd. Daarnaast is er voor de Stichting De Ruiter
en Artoteek 18 ruimte voor subsidie gevonden.
Aan de samenwerking/fusie tussen SKW en Stichting Opbouwwerk De Peperbus
wordt gewerkt. Velen in deze sektor geven hierbij samen vorm aan het
dragen van verantwoordelijkheid voor onze samenleving.
Enkele zaken willen we toch nog even apart noemen:
Besluitvorming inzake de Stadsschouwburgde nieuwbouw MTS inclusief de
procestechniek, alsmede de aanpassingen van verschillende sportaccommoda
ties.
Al is er in de periode 1986-1990 veel tot stand gebracht, wil dat niet
zeggen dat we er nu ook zijn.
Ook in de komende jaren zal er voor de dienst welzijn c.a. nog veel werk aan
de winkel zijn. We denken dan aan uitvoering van het museumbeleid, de zorg
voor beheer en exploitatie van de Stadsschouwburg en evenementenzaal De
Stoelemat, de realisering van een wijkaccommodatie in Noordgeest, de opzet
van een kinderopvang, de uitvoering van plannen voor de Binnenschelde en het
op peil houden van de diverse sportvoorzieningen.
Ook de voorzieningen op het terrein van welzijn vragen de aandacht, en te
denken is daarbij zowel aan de subsidies als aan de accommodaties, terwijl
op het gebied van de educatie aan de orde komt de overdracht van de Rijks
scholengemeenschap, de bouw van nieuwe basisscholen op de Bergse Plaat en de
ontwikkelingen op het terrein van de volwasseneneducatie.
Hiermede, voorzitter, zijn wij aan het einde gekomen van de algemene be
schouwingen van de CDA-fraktie. Veel facetten van het gemeentelijk beleid
zijn de revue gepasseerd, veel facetten zijn ook niet aan de orde gekomen.
Dat is uiteraard onvermijdelijk, gezien de geplande tijden die op deze
middag zijn berekend.
Meneer de voorzitter, nu ik netjes het betoog van onze CDA-xrakfie
voorgelezen, wil ik eindigen met een persoonlijke bijdrage. Het zal mijns
inziens goed zijn als de nieuwe raad zich zal buigen over een nieuwe opzet
van de begrotingsbehandeling en dan met name over de happening die genoemd
wordt "algemene beschouwingen".
Vele uren buigen fraktieleden zich over een ontwerp, waarover dan gediscus
sieerd wordt, tot er tenslotte een stuk van vele pagina's ontstaat, dat
wordt vermenigvuldigd, voorgelezen en meestal daarna uitgereikt aan college,
andere frakties en de media, soms ook al wel een week van tevoren.
Iedere fraktie probeert zoveel mogelijk onderwerpen aan te snijden om geen
verwijt te krijgen dat men iets vergeten heeft. Daarbij worden uiteraard
vele open deuren ingetrapt. Het gevolg van dit alles is enkel dat, enkele
dagen na deze gedenkwaardige raadszittingen, de stukken bij eenieder ia e
onderste lade van het bureau liggen en er zelden of nooit meer uitkomen. Wat
een ondoelmatig gebruik van tijd en energie bij zo'n gering blijvend
resultaat.
Een aantal jaren geleden heb ik getracht deze algemene beschouwingen te