- 38 - De VOORZITTER! Voor de goede orde, mijnheer Bolsius, de kwintessens van de casus Den Bosch, zoals door de Hoge Raad vastgesteld, 'is een contract met iemand sluiten en vervolgens op publiekrechterlijke wijze met een ander in zee gaan. Ik denk dat er heel wat meer nuanceringen nodig zijn om 80 miljoen gulden uit te geven. De heer VAN DER KALLEN:Voortvarendheid is over het algemeen een goede zaak, maar soms gaat het te ver en lijkt het meer op een gebrek aan de mocratisch gehalte. Dat men wil beginnen, okee. Het bouwrijp maken is een goede zaak. Haar dat men het Randweg,foorstel en de notitie waarin het woningtal aanzienlijk wordt opgeschroefd nu door de raad wil drukken zonder dat daarover in de functionele commissies is gesproken en de mi lieugroeperingen en de stichting Randweg Zuid eventueel hun zegje kunnen doen en hun argumenten op tafel kunnen leggen acht ik teveel doortastend heid. Ik ruik hier zelfs de lucht van de arrogantie van demacht nu er een procedure is gewonnen. Ik verwijt het college een gebrek aan democra tisch gehalte, hetgeen de kwaliteit van de besluitvorming weieens kan be nadelen. Ik verzoek het college dan ook om dit voorstel volledig terug te nemen en evenals punt 2 van de agenda en het eerst te behandelen in de functionele commissies alvorens het opnieuw in de raad te brengen. De VOORZITTER: Dit voorstel van orde heeft, zoals u weet, in uw reglement voorrang. Om het als zodanig te kunnen laten functioneren moet het door anderen gesteund worden. Wie steunen uw voorstel, mijnheer van der Kallen Niemand De heer WESTERHOF: Er worden toch geen besluiten genomen. Er staat hier alleen maar "we verzoeken het college in een volgende raad terug te komen De VOORZITTER: Wi.Lt u zich bij het ordevoorstel tot het ordevoorstel be perken.- Over de inhoudelijkheid spreken wij verder niet. Het voorstel van de heer Van der Kallen is kort en goed om het van de agenda af te voeren, evenals punt 2, het totale voorstel. In het reglement van orde is bepaald dat ordevoorstellen voorrang hebben. Om als zodanig te kunnen functioneren moeten ze gesteund worden door anderen. Dat vraag ik om te beginnen, anders is het meteen verworpen. Wie van u steunt het ordevoorstel van de heer Van der Kallen. De heer VAN DE WATER: Gemeentebelangen/Stadspartij. De VOORZITTER: Dank a wel, dan is het voldoende gesteund om deel uit te maken van uw beraadslagingen. Ordevoorstellen worden altijd onmiddellijk afgewerkt. Immens als de heer Van der Kallen in het gelijk gesteld wordt dan dient het van de agenda te worden afgevoerd. Het lijkt mij dat de situatie duidelijk is, de heer Van der Kallen stelt voor dat het voorstel wordt afgevoerd. Mag ik eens even proberen door mid del van handopsteking het gevoelen van de raad daarover te peilen. Het standpunt van het college moge duidelijk zijn, wij zouden dit voorstel niet aan u gedaan hebben als wij vonden dat het afgevoerd zou moeten worden. Ik denk dat de wethouder straks in het algemeen nog wel in zal gaan op de mededelingen die de heer Van der Kallen hieromtrent gedaan heeft. De heer RONNES, wethouder: In de nota inzake de voortgang worden natuur lijk mededelingen gedaan die voor wat de eerste pagina's betreft voor een groot deel een historisch verslag zijn, er is een keer op een rij gezet waar zijn we begonnen en hoever zijn we gekomen. Er wordt een uitleg ge geven over moeilijke passages in het Koninklijk Besluit, met name waar wij niet in eerste instantie het gelijk gekregen hebben op een aantal punten. Voor het overige wordt een overslag gemaakt, een trend gezet, een aankondi ging gedaan van in welke richting het college heeft zitten studeren. Er wordt ook gezegd, ik denk dat dat buitengewoon belangrijk is, dat hier over geen besluiten zijn genomen, want die dienen door deze raad genomen te worden en dat uitwerkingsplannen uit en te na aan u zullen worden voor gelegd. Of dan de stichting Randweg-Zuid erbij moet komen en andere orga- - 39 - nisaties en zeker ook commissies zoals u die noemt, dat moeten we dan maar bekijken. Dat is nu volstrekt niet aan de orde. De VOORZITTER: Kort en goed samengevat zegt het college dat wij vinden dat er accoord gegaan moet worden op dit moment. Mag ik eens proberen door middel van handopsteking te vragen onder u te laten blijken wie het voorstel van de heer Van der Kallen steunen. Dat concludeer ik dat dat nog niet een meerderheid in deze raad is mijnheer Van der Kallen, zo-dab uw voorstel is verworpen. Dan gaan we door met de behandeling van dit voorstel. De heer VAN DER KALLEN: De wethouder zegt wel dat er niets besloten wordt, maar zijn eigen partijgenote hceeft wel degelijk bij punt d ook aangegeven dat de formulering van punt d wel degelijk een besluit inhoudt. Ze heeft daar zelfs duidelijk van gemaakt dat ze dat besluit niet wil nemen. Zoals ik naar D'66 heb geluisterd hebben zij zich daarbij aangesloten. De heer BOLSIUSDat heeft u goed gehoord, maar als je het met een onder deel van een besluit niet eens bent wil dat nog niet zeggen dat je de rest van dat voorstel niet kunt bespreken. Daar heb ik het ook niet over. Ik heb ook niet gezegd dat a dat niet mag bespreken. Wat wel opvalt is dat hier in de raad door een aantal mensen be wondering wordt uitgesproken over wat er op dinsdag 20 februari in dit ge meentehuis moet zijn gebeurd. Ik hoorde bijna van sommigen zoveel bewondering dat ze het ongeloofwaardig vonden. Nu mijn bankgenoot dat ook bevestigt, denk ik waar zijn we in hemelsnaam mee bezig. Er wordt voor Bergen op Zoom een belangrijk besluit genomen, er wordt een notitie opgesteld, wel of niet op die dag, wel of niet van tevoren, en die wordt ons aangeboden. Daar heb ben wij tweemaal 2k uur om al die stukken, mijnheer Westerhof citeerde het zo fraai 60 pagina's alleen al, om die goed te beoordelen en op waarde te schatten. Dan wordt van ons verwacht dat we gewogen besluiten nemen, wel of niet helemaal besluiten of voornemens. Ik denk dat we hier toch wel een beetje mal bezig zijn en onszelf belachelijk maken als we dit soort belang rijke zaken in de tijd afdoen zoals we nu doen. Dan verwijs ik naar artikel 2 van het reglement van orde waarin staat dat de agenda, zo mogelijk staat er, daar ben ik me van bewust, 6 dagen van tevoren bij de raadsleden dient te zijn. Ik ben me ervan bewust dat er zo mogelijk staat, maar die 6 dagen zijn niet voor niets ingevoerd. Die 6 dagen zijn ingevoerd om raadsleden in staat te stellen de stukken goed te bestuderen en goed té overleggen en hun besluitvorming en gedachten daarover vorm te geven. De VOORZITTER: Mijnheer Van der Kallen mag ik u nu vragen, want u brengt uw ordevoorstel opnieuw naar voren, om zich tot het onderwerp te beperken. De heer VAN DER KALLEN: Ik ben wel degelijk bij het onderwerp.Ik heb het over de kwaliteit van de besluitvorming. Ik denk dat de kwaliteit van de besluitvorming wel degelijk bij ieder voorstel aan de orde is. Ik streef althans naar kwaliteit in mijn besluitvorming doordat je bewust iets doet. Vermoedelijk geef ik daar een andere invulling aan dan andere leden van de raad of heb ik er meer tijd voor nodig. Terugkomende op de discussie. Ik ben het roerend eens, dat zaL duidelijk zijn, met wat de P.v.d.A. heeft gezegd over punt d. Ik ben ook tegen punt b. van dit voorstel. De andere punten ja, je kunt niet overal tegen stemmen want dan zegt iedereen die Van der Kallen is overal tegen. Ik neb wel degelijk problemen met betrekking tot de snelheid waarmee ik gedwongen word tot besluiten te komen. Het D'66 voorstel met betrekking tot de woonwagenlocatie, dat ondersteun ik van harte. Nog een opmerkinkje. Ik was toch wel even verbaasd toen ik de heer Westerhof hoorde. Eigenlijk zegt hij, wij. praten alleen maar met degenen die het met ons eens zijn. Dat vind ik toch een merkwaardige opvatting van democratie.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 77