- 26 - De heer VAN DER KALLEN:Ieder geld voor een uitbreiding van de milieudienst is welkom en nodig. Toch ben ik bang dat deze centen weieens een milieu dienst kunnen opleveren die, om aan de voorwaarden te voldoen, meer bezig is met papierwerk, het bijwerken van het vergunningenbestand, dan effectief in het veld controles uitoefenen. Ik betreur het en vraag de aandacht van het college dat op pagina 2 van dit voorstel onder adequaat wordt verstaan onder andere een efficiente taakuitvoering. Men kan verschrikkelijk efficient bezig zijn en niets bereiken. Ik zag liever effectief in plaats van effi cient. Nu constateer ik da; onder een adequaat uitvoeringsniveau uitsluitend administratieve zaken zijn vermeld zoals het bij zijn van het vergunningen bestand. Maar de burger wil van de stank- en geluidsoverlast af en het zal hem worst zijn of het vergunningenbestand bij is. Ik verzoek het college dringend om buiten de vergunningen toch vooral de aandacht te richten op de controle en afdwingen van een leefbare en milieu vriendelijke bedrijfsvoering. De heer SMITS: De VVD is ook tevreden met dit voorstel dat voor ons ligt. Ik heb nog een kleine vraag en opmerking. Op blz. A onder de titel Conclusie wordt melding gemaakt van de groei van de personele bezetting naar 199A toe en de financiële onderbouwing daarvan. Als ik dat koppel met wat op blz. 2 onder het hoofdje Situatie Bergen op Zoom staat, daar wordt melding gemaakt van een duidelijke aanwezigheid in de toekomst en bemoeienis ten aanzien van zogenaamde bedrijven. Die laatste opmerking is uiteraard een opmerking met een open eind. Dan rijst de vraag of met dit open eind in zicht u toch overtuigd bent van voldoende personele bezetting naar 199A toe. Dan wijzend naar het besluit dat we uiteindelijk nemen, daarin wordt verwoord dat de personeelvermeerdering budgettair neu traal zal moeten verlopen, maar dat wordt gekoppeld aan de uitbreiding van de bijstandcontracten. Ik zou graag van de wethouder horen of hij het met ons eens is dat die uitbreiding parallel moet lopen met de opbrengsten die uit deze vergroting van de bijstandscontracten voortkomen. De heer BOLSIUS: Het besluit van de rijksoverheid om gemeenten te stimuleren om hun werk te doen en daarbij vooral ook achterstanden die in het verleden zijn opgetreden in te halen, wordt door mijn fractie uiteraard toegejuicht. Wat mij dan enigszins verbaast is de tekst van het besluit zoals die op dit moment voor ons ligt. Bij punt 4 staat dat het Streekgewest Westelijk Noord- Brabant bericht zou moeten worden, dat wij openstaan voor een discussie over toekomstige samenwerkingsmodellen, daarbij aantekenend dat het belang wan en de consequenties voor Bergen op Zoom vooralsnog onvoldoende in beeld zijn ge bracht. Het belang van samenwerkingsmodellen in deze regio zou onvoldoende in beeld zijn gebracht. Ik heb hier voor mij liggen het rapport Berenschot. Waar het gaat, zo staat op blz. 13 deel i van dit rapport, om concrete uit voeringsondersteuning naar de gemeenten, is er sprake van vrijwel water dichte schotten tussen Roosendaal en de zijnen en Bergen op Zoom cum suis. Van een bij de opzet van de samenwerking wel beoogde verdeling naar specia lisaties blijkt nauwelijks sprake. Zo kennen beide centrumgemeenten labora toriumfaciliteiten, eigen specialisten en apparatuur op het terrein van geluid en chemisch afval. Dit leidt er met name toe dat er sprake is van capaciteitsverspilling waar het gaat om het vertalen van nieuw beleid, nieuwe methoden en dergelijke. Gebrekkige automatisering, verder nader uitgewerkt en u maakt er in uw notitie ook melding van,dubbel in de uitvoering. Een aan tal gemeenten assisteert namelijk door een locale medewerker als er werk zaamheden door een centrumgemeente plaatsvinden, waardoor twee mensen staan te kijken naar iets wat één ook heel goed kan zien. Onvoldoende bewaking van meerjarencontractenBeleidsafstemming die marginaal is en inhaeront aan de samenwerkingsconstructie is het da; het coördinatie-overleg tussen streek- gewestelijk apparaat en de apparaten van de beide centrumgemeenten geen ge zagslijn kennen. Dat betekent bereidwilligheid van de deelnemende personen en dergelijke. Versnippering. Wij wezen reeds op dat aspect en dit deel van het rapport van - 27 - Berenschot eindigt met de opmerking "Het vorenstaand overziend dringt de conclusie zich op dat er aan het huidige model een aantal efficiency- tekortkomingen is te onderscheiden, maar ook dat er een aantal aan het model inhaerente kenmerken zijn die een optimale taakuitvoering Ln de weg staan. De prijs van de zelfstandigheid" zo heet het slot van dit deeltje. Dan zegt het college van B W dat het belang met betrekking tot een dis cussie over toekomstige samenwerkingsmodellen nog onvoldoende in beeld is gebracht. Daa" heb ik toch heel graag een reactie op want het lijkt mij dat het belang door het rapport Berenschot meer dan voldoende in beeld is gebracht. Als ik dan wijs op de uiterlijke datum waarop wij aan die eisen moeten heb ben voldaan, dan'denk ik dat dat ook moet zijn een datum die gehaald wordt door een optimale efficiency binnen deze regio, want milieuproblemen be perken zich niet, we hebben dat in deze raad al vele jaren vele malen ge zegd - tot de grenzen van Bergen op Zoom. Ik had graag een reactie van het college en vooral ook het waarom deze vreemde zin in de besluitvorming naar voren komt. Dan het volgende. Er is in het verleden gepleit voor een administratief/juri dische bijstand. Ook ik ben het geheel met de heer Van der Kallen eens dat met name het werken in het veld en het controleren op de uitvoering van reeds be staande hinderwetvergunningen ten eerste overtreders wat gemakkelijker kan opsporen en ten tweede preventief werkt op diegenen die een overtreding wen sen te begaan. Ik zou graag willen vernemen op welke wijze de zeer summiere versterking die wij ten aanzien van de centrumgemeente Bergen op Zoom nog mogen verwachten zal worden ingevuld. pe heer BAKX, wethouder: Allereerst wil ik naar D'66 toe opmerken dat het opvalt dat er in de commissie niets over werd meegedeeld en men nu met een aantal vragen komt. De heer BOLSIUS: Maar voorzitter, daar lag toch het rapport Berenschot bij de stukken die in de commissie zijn behandeld. De heer BAKX, wethouder: Die lagen er ook, dat was u ook bekend. Alleen om daar dan geen reactie te geven, nou ja De heer Cats kan tevreden zijn over het voorstel, zeer zeker aangevuld mee dat stukje wat u wat later op de agenda vindt, ik had ook toegezegd om in de raadsvergadering daarover uitsluitsel te geven. In feite zegt u nu accoord met de begrotingswijziging hierover Ten aanzien van het rapport van Berenschot, pakt u de onderdelen WuA, hinder wet en lozingsverordening op. Op die onderdelen is getoetst. Voor de situatie in Bergen op Zoom speelt de rol dat wij er op een adequaat niveau uitkomen. We hebben zelf de kanttekening gemaakt, maar gezien de specifieke situatie in Bergen op Zoom omdat toch wat zwaardere bedrijvigheid die valt onder de bevoegdheid van de provincie en de klachten in deze hoek, vinden wij toch dat wij nog wat kunnen doen. De andere gebieden, daar heeft Berenschot zich niet mee beziggehouden, geluid luchtverontreiniging, afval, bodem-grondwater, gevaarlijke stoffen die zou den eigenlijk in dezelfde sfeer gebracht moeten worden, zodat ik zeker voor de toekomst niet uitsluit dat ook aan die onderdelen nog uitbreiding zal moe ten worden gegeven. We hebben, toen Berenschot met dit advies kwam, gezegd we hebben twee jaar geleden met name de technische capaciteit uitgebreid, juist precies daar waar het gaat om de handhaving van de controle. Nu hebben we gekozen bij de aanvulling door middel van de Nijpslsgelden voor nog een extra juridisch- administratieve persoon, want ook behalve controle en daadwerkelijk in het veld kijken zal er inderdaad, mijnheer van der Kallen, een hoop papierwerk moeten worden verricot. Dat hebben wij willen honoreren door een juridisch

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 71