- 20 - De heer VAN DE WATER: Plaats ze dan niet in een wijkhuis. Mevrouw AMBAGTS: Ik heb weinig toe te voegen aan de discussie op dit moment. Ook ik begrijp de defensieve houding van de wethouder niet ten aanzien van het amendement. Het is zeker niet de bedoeling om na acht maanden het pro ject te blokkeren, althans dat lees ik er niet in. Het is gewoon een verdere informatie over de invulling daarvan. Het woord evaluatie wordt ten aanzien van die acht maanden niet eens gebruikt. Het wordt alleen maar gebruikt ten aanzien van de werkzaamheden van het Internationaal Vrouwencentrum. Dat lijkt me juist wel zinnig in het kader van dit project omdat daar met name de aandacht aan arbeidsmarkt en onderwijsprojecten toch niet erg groot is. Dus ik begrijp de houding van de wethouder niet helemaal., De heer Van der Kallen is erg nieuwsgierig en kan de stemming niet eens meer afwachten. Ik wil hem zeggen dat één lid van mijn fractie tegen beide voor stellen is en één lid van mijn fractie is voor het amendement, met uitzonde ring van de locatie De Beuk. De VOORZITTER: Wenst een ander lid van de raad nog het woord te voeren in tweede termijn over deze zaak Als dat niet het geval is dan is de verga dering geschorst. Aldus schorst de voorzitter de vergadering om 21.00 uur. 2 1.05 uur De VOORZITTER: De vergadering is heropend. Het woord is aan wethouder Dekkers. De heer DEKKERS, wethouder: Naar aanleiding van de tweede termijn denk ik dat ik allereerst, voorafgaand aan de kern van de zaak, er toch behoefte aan heb om iets te zeggen in de richting van de heer Van der Kallen die heel royaal mijn zaken ten aanzien van het para-commercialisme uitlegt Als ik be doeld heb een opmerking te maken ten aanzien van ontmoetingsmogelijkheden die een onlosmakelijk geheel zijn van een aantal activiteiten en gewezen heb op de situatie in Bergen op Zoom, dan weet ieder van ons dat er rondom een activiteit, welke sport dan ook, daarbij elementen zijn onmiddellijk voorafgaande en na wedstrijden waarin men elkaar ontmoet en niet direct met de activiteit bezig is. Ik heb heel goed begrepen dat de raad dat soort zaken mede accepteert in het kader van deze activiteit en dat dat niet als para-commercialisme moet worden betiteld, maar passend binnen het hele sociaal-culturele gebeuren. Dat heb ik ook ten aanzien van deze activiteit willen aangeven. Voor het overige denk ik dat moet worden vastgesteld dat daar waar mogelijk wij erop zullen toezien dat die lijnen strikt zullen wor den nageleefd. Dan ten aanzien van de kern waarom het gaat. Dit is de kwestie of dit pro ject van start kan gaan. Als ik de nadere uitleg in tweede termijn goed heb begrepen, is de raad van mening dat het project van start kan gaan en dat er na acht maanden inzage wordt verschaft,zo mogelijk reeds gedu rende die acht maanden, of het project op koers ligt wat betreft de weg die is uitgestippeld en dat is namelijk de scholing en vormingsactivi teit gericht op voortgezette scholing of intreding in de arbeidsmarkt. Onder c. dat men van mening is dat, rekening houdend met de evaluatie van het Internationaal Vrouwencentrum, gekeken zal moeten worden of een derge lijk programma ook te vertalen is naar de meisjes toe. Ik dacht daar trou wens van dat ik dat ook in eerste termijn als zodanig heb ondersteund en onderkend, als ik heb aangegeven dat onderdelen van het programma zeker aanbeveling verdienen, ook naar de ouderen toe een vertaling te krijgen. Als dat de juiste vertaling is van het amendement, dan denk ik dat con creet samengevat de start van het project in De Beuk en Het Spuihuis in principe voor vier jaar met een jaarlijkse evaluatie, maar een mededeling aan de raad tav de koers die na acht maanden wat meer zichtbaar is dan thans in zijn concrete uitwerking, wij vanavond daarop elkaar zouden kun nen vinden. Dan lijkt het mij, in die situatie, niet onmiddellijk noodzake lijk om nog verder in detail op sommige woordvoerders i.n te gaan. - 21 - De heer BOLSIUS: Het college neemt dus het amendement over, voorzitter? De VOORZITTER: Materieel gezien komt het daar op neer dat dat het geval is, mijnheer Bolsius. Dit uiteraard mede gelet op de uitleg die u ook aan het amendement hebt gegeven in de tweede termijn en zoals dat nu net nog eens is samengevat door de wethouder. De heer BOLSIUS: Voorzitter, wij vragen een korte schorsing. De VOORZITTER: De vergadering is geschorst. Aldus schorst de voorzitter de vergadering om 21.10 uur. 21.12. De heer BOLSIUS antwoord op een vraag van de voorzitter: De oeraadslaging tijdens een schorsing is nooit openbaar De VOORZITTER! Nee, maar het leek mij nuttig dat uitwisseling van ideeën de openbare zaak waard is en daarom heb ik u voorgesteld dat in het openbaar te doen, zodat niet alleen dit deel van de tafel deelgenoot was van de uitwisse ling van gedachten en gevoelens. Dat moet Democraten '66 aanspreken. Dan is denk ik, dames en heren,de zaak op zichzelf duidelijk. Het college heeft begrepen in welke richting de raad dit project gestart wil zien, binnen welke periode de raad het project geëvalueerd wil zien, voorzover althans na acht maanden een evaluatie in lengte, breedte maar vooral ook in diepte mogelijk zal blijken te zijn. Want vergist u zich niet, het project heeft wel degelijk ook diepe doelstellingen, die niet zeer eenvoudig te verwezenlijken zullen zijn, maar wanneer wij ons er allen achter stellen, zeker verwezenlijkbaar zijn. Wij hebben uw uitleg gehoord over de onderscheiden onderdeden, hetgeen voor het college aanleiding is geweest uw amendement over te nemen, gehoord de beraadslagingen. Ik stel voor dat we verder niet tot een exegese van deze zaken komen, maar aan het werk gaan met het project. Ik vra.cig u of u behoefte heeft aan hoofdelijke stemming. De heer VAN DER KALLEN: Het mag voor mij ook een aantekening zijn. Ik neem dus aan dat het besluit van het amendement in de plaats treedt van het besluit zoals het geformuleerd staat in het voorstel en dan wens ik aantekening tegen b. De heer NIJPELS: Ik heb de discussies allemaal gevolgd. Waar zijn we gebleven. Nu gewoon weer het voorstel aannemen. Ik stel me voor dat we vanavond gepraat hebben in verkiezingskoorts, anders kan ik het niet noemen. De VOORZITTER: Dank u wel, ik begrijp dat dat uw stemverklaring is. De heer NIJPELS: Ik wil ook stemming. De VOORZITTER: Hoe bedoelt u dat, hoofdelijke stemming De heer NIJPELS: Hoofdelijke stemming. De VOORZITTER: Het zit formeel zo in elkaar dat gestemd wordu over het voor stel, met daarin opgenomen het amendement zoals door de VVD en D'66 inge diend, een en ander gehoord de beraadslagingen. De heer NIJPELS: Wat voor verschil is er dan voorzitter, om dat erin te houden. De heer VAN DER STOEL: Dan moet u het lezen, mijnheer Nijpels. De heer NIJPELS: Ik lees heel goed. De heer BOLSIUS: Dat blijkt nergens uit, mijnheer Nijpels.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 68