- 14 - principe vier jaar met een jaarlijkse evaluatie. Dat na 8 maanden zo snel mogelijk een evaluatie van die eerste startfase gegeven wordt via de com missie dat lijkt mij geen probleem te hoeven opleveren. Naar aanleiding van het gestelde door de heer Van Wijk het volgende. Uit het stuk blijkt duidelijk dat er sprake zal zijn van extra kosten, waarvoor ik heb aangegeven dat wij zullen trachten daarop een beroep te doen bij o.a. de rijksoverheid. Hij veronderstelt dat de benedenruimte van het Spui- uis te klem is voor de Turken. Met het werkbestuur van het Spuihuis moet nog overleg gepleegd worden. Daarbij kan zeker bespreekbaar geacht worden at is m de besprekingen die ik op 13 februari heb gevoerd duidelijk naar voren gekomen, dat medegebruik van een gedeelte van de bovenruimte, zelfs indien het inpasbaar is de totale bovenruimte, niet uitgesloten behoeft te worden geacht. In die samenhang denk ik dat het moet kunnen om adequaat aan e s ag te gaan in het Spuihuis, mits ook de gebouwelijke aanpassingen daar te realiseren zijn. Mevrouw Ambagts constateert terecht dat het project nog niet helemaal is uitge werkt. Er moeten nog een aantal zaken concreet uitgewerkt worden. Ik heb a aangegeven waarom wij dit voorstel vandaag aan de raad voorleggen, name lijk willen wij aan de slag gaan dan is naar onze mening met hetgeen wat thans op papier staat het mogelijk om te zeggen er zijn naar verwachting twee acco- modaties beschikbaar. Dat betekent een duidelijk andere situatie dan op 30 oktober. Er is vanuit de projectgroep in samenhang met de betrokkenen aan dacht besteed en wat concreter aangegeven welke onderdelen met name zeker op de korte termijn de aandacht verdienen en nader zullen worden uitgewerkt, te beginnen zo snel mogelijk na deze raadsvergadering als de raad het sein op groen zet, maar in zich houdend dat het niet uitgesloten moet worden ge acht dat wanneer een onderdeel concreet is uitgewerkt, er voldoende deelne mers zijn, men onmiddellijk als het ware aan de slag wil gaan. Er zijn erbij die dat liever vandaag nog zouden doen dan morgen. Ik denk dat wanneer hun motivatie zo is wij daarvan gebruik zouden moeten maken en daar op in zouden moeten spelen en elkaar het vertrouwen zouden moeten geven dat we een weg op willen gaan die in het belang is van de totale Bergse samenleving. Dan nog iets over de meisjes. Op 30 oktober heb ik daar niet zo heel veel over gehoord. In de vervolgbesprekingen is dat wat pregnanter naar voren gebracht. Ik heb niet alleen ten aanzien van de meisjes een opmerking ge maakt tijdens de commissie Welzijnszaken deze maand, maar ook aangegeven dat naar mijn stellige overtuiging onderdelen van het programma, zoals ze thans genoemd staan, zich lenen om vertaald te worden voor een aanbieding naar meisjes, vrouwen, mannen, jongens, samenvattend naar heel de groepering van de Turkse en Marokkaanse jongeren en wellicht ook nog naar andere leden van minderhedengroepen of misschien andere jongerengroepen in Bergen op Zoom die niet in dit programma zo nadrukkelijk zijn genoemd toe. Samenvattend en kijkend naar het amendement en de wijze waarop vooral de heer Bolsius dat heeft vertaald lijkt mij het aanvaarden van het amendement niet een goede start, geeft geen uitspraak omtrent het opstarten van het project, spreekt zich slechts uit voor het starten van de opstartfase en daarbij denk ik dat de projectgroep dan niet vooruit kan. De heer VAN DER STOEL: Het antwoord van de wethouder in de eerste termijn is in feite tamelijk teleurstellend. Ook mijn fractie heeft in eerste ter mijn duidelijk onderstreept, ook op 30 oktober 1989, ook eerder, dat we bereid zijn om een extra inspanning te leveren als gemeente om voor deze groeperingen dingen te doen die noodzakelijk zijn. We hebben in grote lijnen het raadsvoorstel ondersteund. De wethouder gaat dan toch tegensputteren als je wat wilt concretiseren. Hij gaat dat dan op een tamelijk dramatische manier doen. Dan zegt hij als uw amendement het zou halen valt het project dan stil. Wie heeft dat nu beweerd.Wat we zeggen in het amendement is, en de wethouder kan dat niet ontkennen, dat zijn plannen niet concreet zijn - 15 - Er wordt alleen gezegd geef ons een kans voor een opstartfase. Ik heb in eerste termijn nog eens aangehaald dat de wethouder in de commissie heeft gezegd, geef me het groene licht, ik kan niet doorgaan. De projectgroep moet de plannen uitwerken. Als straks alles afgekeurd zou worden is die opstartfase tamelijk demotiverend voor de mensen. Dat heeft ertoe geleid dat we hebben gezegd dat frustreren we niet. We hebben in eerste termijn gezegd u hebt onze steun om met dit project te gaan beginnen, alleen willen wij die concretisering bereiken waar mirabele dictu de wethouder zich nog niet eens tegen verzet. Dus in feite zitten we op dezelfde lijn. Alleen zeggen wij, we willen na die acht maanden dan ook precies weten wat er gaat gebeuren. Het gaat er niet om, als die suggestie gewekt wordt, dat wij ons uitspreken of de cursus van 5 over 8 tot kwart voor 9 moet worden gegeven of drie minuten later, dat zijn punten waar we ons mee wensen te bemoeien, waar we ons over hebben uit te spreken en wat wij vinden dat onze verantwoording is wat voor soort cursussen worden daar gegeven, wat zijn de eindtermen die daarvoor gelden, wat gebeurt daar oncreet. Dit omdat wij ook verantwoord willen zijn in die beslissing als wij zeggen onderwijs en arbeidsmarkt, daar zitten de grote achterstanden, daar moeten we met alle macht aan werken en dan moeten we ook als raad geïnformeerd willen worden over wat er gebeurt. Dan zeg ik nu nog een keer: wij zijn bereid dit project te starten en het zal heel bont moeten zijn wil na die acht maanden of eerder als de projectgroep de plannen klaar heeft, wij alsnog nee zeggen, maar het alsnog nee zeggen houdt natuurlijk wel duide lijk verband met de uitgangspunten die we zowel de vorige keren als vandaag op tafel hebben gelegd. Als de wethouder dan vraagt, moeten wij er dan maar aan beginnen, dan moge dit antwoord voldoende duidelijk zijn. Wat ons be treft zou hij eraan mogen beginnen, als hij bereid is om te zeggen zo gauw hij concreet wat meer weet, zo gauw we het hebben ingevuld, kom ik terug. Voorwaar nou niet een negatieve raad als de raad daartoe zou beslissen. Als de wethouder dan zelf de woorden uitspreekt, ik heb ze maar genoteerd "concreet en degelijk" dan zeg ik nogmaals; waarom verzet hij zich dan tegen de invulling zoals wij die daar aan geven En wat dan soms nog een beetje je wantrouwen voert, ik weet het laatste woord nog van de wethouder in de commissie, dan komt er weer zo'n heel klein zinnetje er even uit: "en toch moet er een ontmoetingsruimte zijn" Dat hoor je dan op een gegeven moment. Dan denk je iedere keer weer, wat bedoelt hij daar nu toch steeds mee. We hebben van het begin af aan gezegd het is volstrekt logisch als mensen daar cursorisch bezig zijn dat mensen daar ook een kop koffie of thee mogen drinken en elkaar mogen ontmoeten, maar het is geen parochie huis uit de jaren 30. Dat moge duidelijk zijn. We hebben in deze stad vol doende ruimten waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en waar ze kunnen re creëren. Natuurlijk verbieden wij niet, als mensen daar zijn, dat ze met elkaar eenp^aatje maken en een halfuurtje blijven hangen, maar we willen duidelijk en daarom van tevoren concreet maken tot hier en niet verder. Geen valse verwachtingen wekken,waar je later weer spijt van zou hebben. Ik heb er tenslotte nog behoefte aan om op de eerste plaats te zeggen dat het antwoord voor ons geen reden is om het amendement in te trekken, voorzover het van de VVD afhangt. Als ik naar de overkant blik dan denk ik dat mijn collega Bolsius daar ook niet voor voelt, maar hij zal daar zelf wel een motivatie voor geven. Ik heb ook behoefte om even stil te staan bij de fractie Gemeentebelangen/Stadspartij. Het is eigenlijk weer navrant om te moeten constateren hoe elke keer op dit punt bij de minderheden GB/SP manoeuvres uitvoert om onder een ja of nee uit te komen. Vanavond hoor je dan voor het eerst in een discussie op dit punt dat de fractie zegt; we zijn het eigenlijk best eens met de voorstellen. Dat kunnen ze ook makke lijk xeggeh, omdat ze vervolgens zeggen wij zijn tegen de accomodaties Lie door hei-college worden voorgesteld en daarom kannen zij onder dit 'O uit;

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 65