- 8 - De heer VAN DER KALLEN:Dit voorstel heeft voor de BSD twee kanten. Een goede kant, het besef dat er nu eindelijk iets moet gebeuren ten aan zien van de buitenlandse jongeren. Een slechte kant, behelsend de uitwerking van het activiteitenplan en de locatieaanwijzing nu. In Oost wil het college en naar het zich laat aan zien een raadsmeerderheid deze voorziening realiseren, terwijl een niet gering deel van de omgeving dit afwijst op een wijze die de raad tot na denken zou moeten stemmen. Tijdens een hoorzitting in deze zaal spraken veel bewoners zich uit, waarvan één heel kernachtig. Hij zei: Ik ben bang. Hoeveel moet er gebeuren voordat een volwassen mens in een omgeving die hij alleen kent van officiële plechtigheden uit zijn leven in het volle licht voor de verzamelde goegemeente, in de aanwezigheid van de media, zegt: Ik ben bang.Niemand vroeg hem waarvoor bent u bang. Sprak het misschien voor zich De voorzitter van de hoorzitting nam ook die ontboezeming, net als vele anderen, voor kennisgeving aan. Waarom? Het antwoord is naar mijn me ning dat zodra je die vraag stelt je een antwoord mag verwachten waarvan velen zullen zeggen, dat zijn vooroordelen, dat is discrimineren, dat is stigmatiseren. Het niet in reële termen bespreken van de werkelijke achtergronden lost niets op. Het spijt mij te moeten constateren dat ook collegeleden meewer ken aan het onder het tapijt vegen van de werkelijke achtergronden middels het wekken van de suggestie dat men discriminerend bezig is.Als ik in de commissie Juridische en Algemene Zaken om optreden vraag tegen cafetaria in de binnenstad die wel zwakalcoholische dranken verkopen en niet beschikken over een toiletvoorziening beschuldigd niemand mij van discriminatie, valt er niemand uit en is er ook voor de media geen aanleiding tot geschrijf. Als ik hetzelfde soort opmerking, nog geen jaar later in de commissie Wel zijn ineen voorbeeldsituatie over koffiehuizen geëxploiteeerd door buiten landers maak, valt de voorzitter met vlammende ogen bits uit, ben ik vol gens velen discriminerend bezig en stigmatiserend en scherpen de vertegenwoor digers van de pers hun potloden om ze vervolgens bot te schrijven. Toen iemand in de commissie Sociale Zaken een opmerking maakte in de zin van aanpak van jeugdwerkeloosheid dient prioriteit 1 te zijn, want een jeugdige werkeloze volgens Rotterdamse cijfers een 7x grotere kans om met justitie in aanraking te komen dan een werkende jeugdige, knikt iedereen instemmend. Maar als hij had verteld dat veel jeugdige buitenlanders met justitie in aanraking komen, waren al die instemmingsknikkers over hem heen gevallen voordat hij het verband met jeugdwerkeloosheid had kunnen leggen. De dis cussies over dit onderwerp zijn naar mijn mening zuiver geweest, zonder de intentie te willen discrimineren. Ik zou graag zien dat collegeleden ook open zouden staan voor een onbevooroordeelde discussie in deze. Zeker in Oost is de lokatie gelegen in een omgeving die sterk afwijzend is. Vele bewoners vrezen de geluidsoverlast en het vandalisme wat eigen schijnt te zijn aan groepen jeugdigen. Maar velen zijn ook bang voor specifieke, aan deze groep jeugdigen toegedachte misstanden als drugsverslaving en daaruit voortkomende kriminaliteit. Toen ik puber was stuurde mijn opvoeders mij naar de voetbal, de gym, de mondharmonicaclub en de zangvereniging.Als hij maar van de straat is werd er dan tussen de volwassenen gezegd. De straat werd ver eenzelvigd met alle kwaad, verkeerde ideeën, nieuwsgierigheid, vieze woorden en baldadigheid. Bewoners van Oost denken dat nu hetzelfde speelt, alleen is de omschrijving van het kwaad van de straat aanzienlijk harder geworden. Hebben ze ongelijk Zou een gemeentebestuur zoveel geld en moeite spenderen als er geen problemen waren Ook betwijfel ik of de gebruikte argumenten in het stuk, in het voorstel zoals dat er nu ligt, zuiver zijn. Als ik tij dens een bijeenkomst in het Spuihuis hoor dat men voornemens is om in het weekend de tent tot 's avonds 12 of 1 uur open te houden, rijst bij mij twij fel over het educatieve aspect en of dat educatieve aspect wel dat belang heeft dat er in het onderhavige voorstel aan wordt verleend. Dan komt automatisch de gedachte op dat men wel eens voornemens kan zij" een gesubsidieerd koffiehuis op te zetten en het mag bekend worden geacht - 9 - dat de BSD een broertje dood heeft aan paracommsrcieDie gedachten worden versterkt als men wel weet welke gebouwen nodig zijn en waar, terwijl nen noff geen uitgeweekt plan heeft waaruit zou kunnen blijken welke gebouwen en inrichting men waar behoeft. Naar de mening van de BSD behoort een goed gemeentebestuur de lusten en lasten evenredig te verdelen over haar Naar de mening van de BSD gebeurt dat in dit geval onvoldoende en leidt dit tot een ronduit afwijzende houding van de omgeving ten opzichte van dit jon gerencentrum, hetgeen de infiltratie niet zal bevorderen. Ik constateer dat het college nauwelijks geïnteresseerd is in de angsten van haar burgers, noch in reële termen bereid is naar de burgers te luisteren. Ik betreur die houding. Ik onderschrijf het voorstel a.het ontwikkelen van een activiteitenplan, ik verwerp voorstel b. de aanwijzing van de locatie. De heer BOLSIUS: Gezien de wijze waarop in de raadsvergadering van .30 oktober door de fracties van de VVD en D'66 uitdrukkelijk gevraagd is om te komen tot een opzet waarbij nu al bekend zou zijn hoe, de wijze waarop, de vorm waarin, de vorming van allochtone jongeren georganiseerd gaat wor den, denk ik dat het stuk wat nu voor ons op tafel ligt niet voldoet aan die precieze vraagstelling die in oktober hier, in deze raad, is uitgespro- ken. Wij hebben daar best begrip voor, maar wij vinden dat het project sowie van start moet gaan, Dat er een voorfase in dit project zit en een rea satiefase biedt ons de mogelijkheid om het college de Kans te geven om die voorfase de noodzakelijke uitwerking te doen, om vrijwilligers op te leiden, om de mogelijkheden van de realisatiefase terdege te oestuderen en vervolgens, na die 8 maanden, naar de raad toe te komen en te zeggen. hebben wij uitgewerkt in goed overleg met elkaar en wij denken dat op deze wiize het project voor scholing en opvang van Turkse en Marokxaanse jong...- gestalte kan krijgen, wat wij naast deze precieze definiëring van wat er nu exact gaat gebeuren, maar die we dan over 8 maanden wel wi.den hebben, missen is de rol van meisjes en vrouwen. Dat is ook de reden waarom wijin ons amendement, wat wij samen met de VVD hebben ingediend, verwezen e naar het Internationaal Vrouwencentrum, waar nu ook activiteiten plaatsvinden waarvan wij eigenlijk ook vinden dat zij in hetzelfde kader zouden worden geplaatst als voor Marokkaanse en Turkse jongeren van het mannelijke geslacht. Wij denken namelijk dat de achterstanden m die groep zeker zo groot zijn en dat die een net zo gestructureerde aanpak rechtvaardigen. De randvoorwaarden, waarvan wij dus vinden dat ze moeten worden geformu- leerd voordat het project in de realisatiefase komt, zijn niet al een voo. ons als bestuurder om duidelijk te maken welke speciale doelstelling aa het project ten grondslag ligt, maar ook voor de jongeren zelf, want duide lijk moet zijn waar men zich aan te houden heeft. Tenslotte voor de bewoner*, omdat beide locaties in een woonomgeving liggen. Wij hebben begrip voor het' feit dat er nu, op dit moment, nog niet een uitge stippeld urenplan klaar is. Vooral hei, succes dus van do vorming van vrij willigers zal al of niet de realisatiefase invulbaar maken. Daarom vinden wij dat het amendement zoals het nu ingediend is, een absolute voorwaarde.i* om accoord te kunnen gaan met de start van dit project, omdate.. a. de mogelijkheid biedt om het project volwaardig te star oen en b. toch nog enige controlemogelijkheden in de toekomst biedo. De heer VAN WIJK: Integratie is een proces wat tijd en inspanning vraagt. Die uitspraak staat te lezen in het slotwoord van een notitie van de maat schandelijk werkerde heer Sbinu. Er dijn facetten die integratie kannen bevorderen. Ik denk hierbij aan onderwijs,hetvervolg daarvan, het deelneme alTnarbeidsproces, venting en scholing. Ook hel "tief zijn in verenigingsverband vormt een bijdrage aan de mteg, at

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 62