-84-
En de parallel met andere door externe financiering betaalde kosten is
natuurlijk wat dat betreft heel aardig, voorzitter.
Ik denk dat dat de opmerkingen zijn die antwoord verdienen. Ik denk dat de
heer Ronnes volstrekt gelijk heeft dat...
De heer BOLSIUS: Ik heb de laatste opmerking niet begrepen, voorzitter.
De VOORZITTER: Die opmerking heb ik veroorzaakt. Ik begrijp dat er externe
middelen binnenkomen en een verantwoording op de funktionele post van het
eigendom vindt eigenlijk niet plaats, is de stelling van de heer Stuart.
Waarop ik zei, als je die virtuele waardevermeerdering feitelijk zou willen
maken, dan zou er een dienovereenkomstige huuropbrengst tegenover moeten
staan. Hij antwoordde mij op de opmerking mijnerzijds, dat die huuropbrengst
gerelateerd is aan het primaire bedrag en gaf mij tevens antwoord.
Nu begrijp ik dat het voor u wat ingewikkeld was, maar het is een onderwerp
waar wij wel eerder over gesproken hebben.
De heer STUART, wethouder: Ik ben blij dat ik dat in ieder geval niet meer
uit hoef te leggen.
Tenslotte voorzitter, ik denk dat collega Ronnes volstrekt gelijk heeft en
dat dus de declaratie van het St.Catharinaplein in 1991 aan de orde zal
zijn. Derhalve kan er onverwijld met het werk begonnen worden.
De VOORZITTER: Akkoord. Dames en heren, wenst u in tweede termijn nog het
woord te voeren?
De heer MULLER: De portee van mijn opmerking is geweest, dat er vaart achter
de plannen gemaakt moet worden voor het St.Catharinaplein en ook de uitvoe
ring. Als dan een aantal collega's in deze raad zeggen dat die zaak even
wichtig is opgebouwd, voorzitter, is dat niet helemaal waar. Want als ik
naar de schijf 1990 kijk, kan ik zo een aantal gaten schieten in de plan
voorbereiding en in de uitvoering. Kortom, wij vinden het heel belangrijk
dat het St. Catharinaplein in relatie met het Vierkantje als eerste wordt
aangepakt. Dat mag, wat mij betreft, gaan ten koste van de planvoorbereiding
en uitvoering in het jaar 1990 van een aantal zaken, zoals die daar zijn
opgesomd.
De heer AERTSSEN: Ik wil nog even reageren op wethouder Ronnes. Ik proef een
beetje uit zijn woorden dat hij de haalbaarheid van restauratieprojekten in
relatie tot het inkomen ziet. Ik heb in dit kader niet gepleit voor een
soort inkomenstoetsvoor alle duidelijkheid. Los van de vraag of ik daar
eventueel een voorstander van zou zijn.
Wat ik bepleit, is de zuiverheid of de herijking van de subsidiegrondslag en
in het kader van de elementen, die echt te maken hebben met puur de restau-
ratiezorg en met de woningverbetering. Maar niet, laten we het maar heel
oneerbiedig noemen, de toeters en de bellen. Daar gaat het mij om, dus dat
inderdaad goed gekeken wordt wat daar de elementen zijn die voor subsidie in
aanmerking komen.
Wat wethouder Stuart nog opmerkte over het VVV. De uitkomst is hetzelfde als
wat ik gezegd heb, het is een dekking die je vindt voor een probleem. Die
komt dan waarschijnlijk uit de algemene dienst en het Fonds Stadsvernieuwing
is er goed mee.
Tot slot. Ik vind echt dat het CDA met de verrassing van de avond komt, door
nu voor te stellen om het St.Catharinaplein, of de Vismarkt in goed Bergs,
in te ruilen voor een aantal andere projekten. Wij zullen dat voorstel niet
steunen.
De heer V. KEMENADE: Ik had in eerste termijn die plannen al genoemd. Het
-85-
moet planmatig mogelijk zijn. Dus ik heb ook begrip voor de opmerkingen van
wethouder Ronnes als hij het heeft over de plannen en de declaraties. Toch
meende ik dat hij iets ruimte liet daar waar hij zei, zoals het college er
nu tegenaan kijkt. Ik zou dan eigenlijk van het college, en met name van de
portefeuillehouder, willen vragen, als er een moment komt in de loop van het
jaar waarop plannen veranderen, om dan de wens van in ieder geval de CDA-
fraktie, want die stellen het voor, en van onze fraktie daar in die overwe
ging mee te nemen.
De heer RONNES, wethouder: Ja meneer Muller, ik had u ook goed begrepen, de
vaart erin houden, ook de vaart in de planning, in het maken van plannen en
in de uitvoering, als het gaat om herinrichting van het St. Catharinaplein.
Dat vinden wij ook. De vaart zit er ook in. Elementen die hier een rol bij
spelen zijn nogmaals financiën. Maar ook, plannen maken betekent dat je
mensen beschikbaar moet hebben, die ook inderdaad op een moment kunnen
werken aan de zaken. Wat dat betreft, is het niet allemaal onverdeeld
gunstig. Er is nogal wat verloop, met name in de hoek van stedebouw, ruim
telijke ordening en verkeer van de dienst stadsontwikkeling, waar hier enige
wijzigingen hebben plaatsgevonden. Ik wil niet verstoppen dat dat van
invloed is soms op het voorbereiden van plannen. Maar toch, er zit vaart in
en zoals het hier gepland is, is ook de planning voor werkzaamheden binnen
die dienst, met name voor het Fonds Stadsvernieuwing.
Ik wil ook in herinnering brengen, de heer Aertssen deed dat ook, wat wij in
1989 hebben gedaan, dat is ook consequent de plannen opstellen en uitvoeren
in 1989, zoals wij ons dat hadden voorgenomen. Het mag een illustratie zijn
van een vrij nauwkeurige planning, maar ook een daarop aansluitende uitvoe
ring. Ik denk dat het niet ongunstig is om dat toch eens in herinnering te
brengen.
We hebben ook de gewoonte daarbij, meneer van Kemenade, tijdig zeker de
commissie maar ook de raad op de hoogte stellen van de voortgang. En zoals
nogmaals gememoreerd, we hebben ook, omdat dat nodig was, door de raad een
herverdeel-besluit laten vaststellen, waarin enkele wijzigingen, die zich
hebben voorgedaan in de loop van 1989, zijn vastgelegd in een nieuw besluit
om zo nieuwe plannen, anders dan wij dachten in januari 1989, te kunnen
uitvoeren. Ik denk dat het juist is dat het college op uw voorstel of uw
verzoek, meneer van Kemenade, ja kan zeggen op veranderingen meenemen in het
programma, als dit in de loop van dit jaar zou wijzigen. Of het dan dit is,
dat zou ik niet hardop durven zeggen. Dit zit volgens het college keihard in
een goede planning.
De heer V. KEMENADE: Ik had het natuurlijk over dit.
De heer RONNES, wethouder: Ik sluit het niet uit, maar ik zou niet hardop
willen zeggen dat dat het enige is.
Een opmerking nog naar de heer Aertssen. Meneer Aertssen, ik denk dat het
goed is in de fundamentele discussie, die wij over de financiering nog aan
moeten gaan, ook opmerkingen van inhoudelijke aard, zoals u die maakt over
toeters en bellen, om die dan in de discussie te betrekken.
De VOORZITTER: Hoe nuttig, na restauratie overigens, een bel in het huis ook
kan zijn.
Dan denk ik, dames en heren, dat wij thans in twee termijnen over het
verdeel-besluit 1990 van het Fonds Stadsvernieuwing gesproken hebben. U
wenst geen stelling, en de heer Muller is met de toezegging, omtrent het St.
Catharinaplein, tevreden? Dan is het verdeel-besluit aldus vastgesteld.
16Voorstel tot vaststelling van het aktieplan ter uitvoering van het Volks-
huisvestinasplan 1989 t/m 1992.