-80- wakkeren het enthousiasme en de participatie alleen nog maar verder aan. De direkte en indirekte effekten van dit beleid zijn in heel de stad zichtbaar. Ook voor 1990 wordt de lijn doorgetrokken, ondanks de "problemen" die het college daarbij ondervindt. De aandacht van beleid is goed gespreid over de verschillende sektoren van de stadsvernieuwing. Naast renovatie en restaura tie is er ook volop aandacht voor wijken en buurten. Onze fraktie kan met het verdeel-besluit instemmen. Stadsvernieuwing is een continue proces dat voortdurend aandacht verdient en moet krijgen. De gemeente zal hierin een belangrijke rol blijven spelen. Met deze gedachte en met de ervaring van 4 succesvolle jaren zien wij de aange kondigde fundamentele discussie met vertrouwen tegemoet. Ons spreekt de gedachte aan om door inschakeling van het Nationaal Restauratie Fonds een groter volume aan renovatie en restauraties te bereiken. Het subsidiemiddel moet gehandhaafd blijven. Wel zal ook kritisch gekeken moeten worden naar de subsidiegrondslag. Verbetering in de systematiek kan leiden tot lagere bijdragen en dus tot meer projekten. Tot slot zou in de discussie betrokken moeten worden de vraag, welke type projekten nu wel of niet onder stadsvernieuwing vallen. B en W geven zelf al aan dat de huis vesting van de VVV er wellicht toch niet onder moet vallen en wellicht onder een ander hoofdstuk van de begroting terecht had moeten komen. We wachten het af. Het rijtje is wellicht nog langer te maken met projekten als par keervoorzieningen, straatverlichting, herstraten en het realiseren van sociaal-culturele accommodaties. Stadsvernieuwing moet doorgaan, ook in 1990, ondanks een tekort van bijna 700.000,Onze fraktie heeft er vertrouwen in dat het college er in slaagt op de aangegeven creatieve wijze dekking voor dit bedrag te vinden. Mocht het evenwel niet lukken en zal er geschrapt moeten worden in het uitvoeringsprogramma, dan zal het gespreid over alle sektoren moeten plaatsvinden. Tot slot ingaand op de suggestie van de heer Muller. Ik heb al aangegeven dat wij het een evenwichtig voorstel vinden. Ik heb begrepen dat de rekonstruktie van de Vismarkt weliswaar zeer noodzakelijk is, maar dat ook andere objekten, die de heer Muller daar tegen wil inwisselen, ook erg urgent zijn. Met name denk ik aan de omgeving van de Kleine Kerkstraat, waar we een stadsvernieuwingsproces op gang moeten brengen en waar aankopen soms direkt noodzakelijk zijn. Dat kun je zomaar niet schrappen. De Engelsestraat zit van het jaar in de pen en ik denk dat ook de Faurestraat onze aandacht verdient. Dus wij staan niet te springen om in deze zin het voorstel aan te passen. De heer V. KEMENADE: In eerste instantie had ik mijn vingertje niet opge stoken, maar de suggestie van de heer Muller heeft mij daartoe genoopt. Ik vind het een prima suggestie. Wij hebben dat in diverse commissievergade ringen in eerdere instantie ook al eens in andere vorm geopperd. Onze fraktie denkt dat het van groot belang is dat het St. Catharinaplein (de Vismarkt) op korte termijn wordt aangepakt. Wat onze fraktie betreft, steun aan de suggestie van het CDA, waarbij ik wel graag van de wethouder wil horen of het ook allemaal mogelijk is. Ik weet niet of bijvoorbeeld andere plannen al zodanig voorbereid zijn, dat het daarom niet zou kunnen. Maar de suggestie op zich steunen wij. De heer BOLSIUS: Mijn fraktie kan akkoord gaan met in de eerste plaats de tijdelijke maatregelen die genomen zijn om het Fonds Stadsvernieuwing niet droog te laten vallen, oftewel de motor onder de stadsvernieuwing in deze stad niet stil te laten vallen. Wat betreft de fundamentele discussie rond het stadsvernieuwingsfonds het volgende. We kunnen dan wel een fundamentele discussie hebben, maar het heeft ons heel lang ontbroken aan enig zicht op de financiële stand van -81- zaken rond dit stadsvernieuwingsfonds. Ik vraag mij af wat er, los van het voornemen om fundamenteel te discussiëren, op het punt van de financiële informatievoorziening verbeteren zal in de toekomst. Want ik weet niet meer hoeveel maanden al de commissie financiën gevraagd heeft om een aktuele stand van zaken rond dit fonds. Het is enige malen geweest en dat is natuur lijk een hele rare gang van zaken. Pas in december kwamen deze gegevens boven tafel. Fundamenteel discussiëren zonder behoorlijke informatie is een hele slechte discussie. Mijn fraktie heeft in het verleden meerdere malen aangegeven, dat als er prioriteiten gesteld moeten worden, dat die in de eerste plaats dienen te liggen bij de restauratie van de woonmonumenten in onze stad. Omdat je daar, met een bescheiden bijdrage, een veelvuldig resultaat hebt voor wat betreft het opknappen van panden in deze stad. En wat dit in sommige straten voor positieve gevolgen heeft, hoef ik maar te wijzen op o.a. de Lievevrouwe straat. Wij denken ook, dat mocht het stadsvernieuwingsfonds in de problemen komen door een nog veelvuldiger ingreep, dan zit er toch nog wel wat reserve ook in de komende jaren. Reserve door autonome groei voor wat betreft de taxatie van onze panden in het kader van de 0GB. Wij denken dus dat er toch ook voor de toekomst niet zo ontzettend donker hoeft te worden gepraat over de fondsen voor de stadsvernieuwing. Dan wat het voorstel van de heer Muller betreft. Voorzitter, wij vinden het juist zo'n evenwichtig verdeel-besluit, in die zin dat er rekening is gehouden met een zeker evenwicht tussen het opknappen van woonstraten en -laten we het noemen- plaatsen met een meer economische funktie. Daarom zien wij eigenlijk dit niet zitten. Dat heeft niks te maken met de hele grote prioriteitsstelling voor het St. Catharinaplein dan wel voor de woonstraten die genoemd zijn. Nee, het zit hem juist in de evenwichtige aanpak van hele delen van de stad. Wij denken dat die evenwichtigheid in dat verdeel-besluit zit, dus wij steunen dit gaarne. De heer V.D. WATER: In de commissie ROSOV hebben wij onze stem voorbehouden in verband met de financiering van het geheel. Naar aanleiding van de discussie in de commissie financiën ondersteunen wij nu het voorstel zoals het gebracht is. Alleen, mochten de financiële uitkomsten niet zo zijn als nu verwacht wordt, dan vinden wij dat binnen het huidige budget eigenlijk datgene gedaan moet worden door het stellen van prioriteiten. Dus dat dan een nadere keuze gemaakt moet worden. De VOORZITTER: Dan is het woord aan wethouder Ronnes. Ik denk dat wethouder Stuart aanstonds over de financiering ook nog wel wat zal willen zeggen. De heer RONNES, wethouder: Meneer van der Kallen, u zegt, en dat is natuur lijk een vrij fundamenteel probleem wat meerdere mensen aanraken, wanneer je een tekort hebt, dan vind je altijd dat het een iets te veel of te hoge prioriteit heeft en het andere iets te weinig. Het is een kwestie van keuzes maken, het is een kwestie van budget, prioriteiten stellen, plannen die gereed zijn. U zegt, er had meer in moeten zitten voor de verhuizing van milieu-onvriendelijke bedrijven. Zoals wij die zaak bekijken, menen wij dat wij dat op deze manier goed hebben ingevuld. Ik denk in dat opzicht, en dat geldt voor velen, het van belang is dat vast te stellen en dan kom ik bij het probleem van de heer Muller. U weet, het Fonds Stadsvernieuwing, wat daarin gedeclareerd wordt, dat is op basis van ingediende declaraties. Die komen als het werk uitgevoerd is. En dan moet nog in hetzelfde jaar, waarin het is uitgevoerd, ook de rekening worden ingediend en dan wordt die op dat jaar afgeboekt. Ik denk te moeten zeggen namens het college, dat voor de herinrichting bijvoorbeeld van het St. Catharinaplein de plannen niet klaar zijn. Dat betekent, dat wij in de loop van dit jaar het plan klaar hebben, dat wij wellicht in het najaar -als

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 45