-76-
overbodige motie. Als u dat desgewenst zo wilt, dan hebben we er op zich
geen moeite mee.
De heer WESTERHOF: Houd hem dan maar in de binnenzak tot hij wel nodig is.
De VOORZITTER: Dan vindt mevrouw Veraart het ook goed dat we op dit moment
niet tot stemming overgaan en als het evident is dat wij onze stem zo moeten
laten horen, halen wij hem weer uit de binnenzak. Akkoord daarmee?
Mevrouw VERAART: Prima, voorzitter.
De VOORZITTER: Dan, dames en heren, heb ik genoteerd bij de behandeling dat
de frakties van de BSD en van de PvdA tegen subsidieverlening aan het con
cours hippique zijn.
De heer BOLSIUS: En D66 traditioneel tegen dit traditionele concours.
De VOORZITTER: En dat D66 zich daar traditioneel bij aansluit, waarbij ik
vaststel dat deze partijen nog niet een meerderheid in deze raad vormen.
De heer BOLSIUS: Nee, jammer genoeg niet.
De VOORZITTER: Ik denk dat dat een hele pragmatische vaststelling is voor
toch een al wat traditioneel wordende stellingname.
Dan heb ik genoteerd dat de fraktie van de BSD tegen een verhoging van de
OGB is en dat de fraktie van GB/S aantekening wenst tegen de financierings
methode van het detoxificatiecentrum te zijn. Andere mededeling heb ik van u
niet vernomen.
De heer BOLSIUS: Voorzitter, en op speciale vraagstelling van de heer
Stuart. Wij hebben de eerste en tweede termijn afgewacht. Wij zijn verder
akkoord met de rest van de begroting, de budgetprognose en de tariefs
vaststelling.
De heer WESTERHOF: Voorzitter, dat tegenstemmen tegen die verhoging van de
OGB, dat lijkt me nog veel meer prematuur dan die motie van het CDA, want
dat duurt nog 3 jaar voordat dat aan de orde komt.
De VOORZITTER: Maar regeren is vooruitzien, zou meneer van der Kallen u
zeggen.
De heer V.D. KALLEN: Ik wil daar wel even op ingaan. Bij dat BD-Fin/13 staat
het wel degelijk genoemd als een mogelijke consequentie in
De heer WESTERHOF: Dat bekijken we over 3 jaar.
De heer V.D. KALLEN: Met die mogelijke consequentie die staat in dat stuk.
De wethouder van financiën heeft het klaarblijkelijk niet prematuur geacht
om dat op te nemen. Ik zeg, het staat in dat stuk en ik heb tegen die regel
bezwaar.
De VOORZITTER: De aantekening is u hierbij verleend. Wenst een uwer nog een
stemverklaring af te leggen?
De heer V.D. STOEL: Voorzitter, het is al eerder opgemerkt dat de heer
Stuart wat schooierde om instemming. Hoewel, als je het punt 1 ziet en er
niks van zegt en het gaat door, is het dus ook aangenomen. Maar hij heeft
er expliciet gevraagd of wij dat even wilden zeggen. Toen hebben wij in
-77-
eerste termijn gezegd we willen eerst de discussie over de sporttarieven
afwachten, alvorens wij ons uitspreken. De discussie hebben we uitgezeten en
we zeggen daarvan, dat het een signaal is dat het de volgende keer niet zo
moet en dat de begroting 1990, wat ons betreft, mag worden aangenomen.
De VOORZITTER: Ik constateer, dames en heren, met de aantekeningen die
verleend zijn, dat de begroting voor de algemene dienst, het grondbedrijf en
het woningbedrijf met algemene stemmen kan worden aangenomen? Dan is aldus
besloten en van de daarbij behorende bijlagen heeft u kennis genomen.
2. 1. Sanering/actualisering, begroting 1990.
2. Budgetprognose 1990-1993.
3Inkomstenbeleid
Nr."BD-Fin/13.
De VOORZITTER: U gaat akkoord met de sanering en actualisering van de begro
ting? De budgetprognose wordt dienovereenkomstig vastgesteld? De notitie
over het inkomstenbeleid eveneens?
Dan constateer ik dat de begrotingsbehandeling hierbij is afgesloten.
3 Vaststelling van de notulen van de vergadering van 21 december 1989_.
De VOORZITTER: Ik deel u mede dat mevrouw Dirker mij heeft gevraagd om op
pagina 28 van de notulen, in de derde alinea waar mevrouw aan het woord is,
het woord meldplichtig te vervangen door MER-plichtig (dat betekent milieu
effekt rapportage) en dat zal worden veranderd.
4Notitie met betrekking tot het eindrapport herstructurering PNEM-concern in
relatie tot het voortbestaan vanENWA West Brabant.
Nr. BD-BeZ/1.
De VOORZITTER: Wenst u hier het woord over te voeren, wenst u stemming, zo
niet is aldus besloten. Naar aanleiding van de behandeling van dit agenda
punt in de commissie deel ik u mede, dat ik ervoor zal zorgdragen dat in uw
bibliotheek het Drinkwater en -Winningsplan van de provincie ter inzage zal
worden gelegd en dat wij daar nog met elkaar over komen te spreken.
5Voorstel tot vaststelling van de bedragen voor het jaar 1990, zijnde de
vergoeding voor werkzaamheden en tegemoetkoming in de kosten, verbonden aan
het raadslidmaatschap.
Nr. BD-Bez/5.
De heer V.D. KALLEN: Voorzitter, ik zou daar graag hoofdelijke stemming over
willen.
De VOORZITTER: Die wordt u bij deze gaarne verleend. Andere leden van de
raad die daar het woord over wensen te voeren?
De heer HAGENAARS: Het punt over de vergoeding van de commissieleden, niet-
raadsleden, is al eens eerder aan de orde geweest in de commissie AJPZ. Er
werd toen o.a. gesproken over het al of niet betrekken van mensen in de
inkomstenbelasting. Het is namelijk zo dat de burgerleden, die nu op het
ogenblik alleen maar in de loonbelasting vallen, door het bijwonen van 11
commissievergaderingen met deze vergoeding in de inkomstenbelastingssfeer
zouden vallen, namelijk neveninkomsten meer dan 1000,-. Ik wilde daarom
voorstellen, om na de nieuwe raadssamenstelling en commissiesamenstelling
van 1 mei, waarbij nog steeds het instituut burgerleden aan de orde is, deze
vergoeding alsdan of bij een volgend begrotingsjaar, dus 1991, aan deze