-72- Dat de sporttarieven op een wat laat tijdstip zijn aangekondigd, dat klopt. Maar de onzorgvuldigheid heeft met name post gevat, denk ik, op grond van het feit dat de sportraad gemeend heeft, naar aanleiding van de brief die ze gekregen heeft -van 7-12-1989, waarin ze de opzet ten aanzien van de verhoging van de sporttarieven werd toegestuurd, waarin aangegeven was dat we op 4 januari nog met ze zouden willen overleggen- dat zelfstandig te kunnen afhandelen, en derhalve niet naar de verenigingen behoefde te gaan. In de commissie van december is, kennisnemende van dat voornemen van het college toch nog met de sportraad te overleggen zij het in begin 1990, men met de tarieven al akkoord gegaan. In de gemeenteraadsvergadering van december is alleen van de zijde van GB/S over de sporttarieven gediscussieerd. Op 4 januari 1990 hebben wij met de sportraad gesproken. Daar hebben ver tegenwoordigers van de sportraad aangegeven dat ze wel wat problemen hadden, zeker als dat gemiddeld om 6% ging. Wij hebben in die bespreking uitgelegd, dat het niet om gemiddeld 6% ging. Dat er wel degelijk een behoorlijke variatie in de verhoging van de verschillende tarieven zat. En aan de orde is toen geweest of er nog een mogelijkheid zou bestaan, in het kader van de jeugdsportsubsidies enige tegemoetkoming te doen, zodat de verenigingen toch minder pijn zouden hebben van deze verhoging, die dan toch per 1 januari 1990 zou kunnen ingaan. In de commissievergadering van januari heeft de commissie COS ingestemd en was het zelfs eerst in tweede termijn, bijna op uitnodiging van de commis sie, dat iemand van de sportraad zei: we blijven feitelijk tegen, want we willen of we kunnen niet anders. Maar daar bleef het dan ook bij en dat heeft in de commissie COS niet geleid tot een andere standpuntbepaling. En voorzitter, dan kom ik terug naar de systematiek bij de begroting. Bij de vaststelling en de samenstelling van deze begroting is in de procedure binnen het college van B en W veelvuldig gediscussieerd om te komen tot het sluitend maken van de begroting. In die discussie hebben -om het zo maar even te noemen- vakwethouders de opdracht gekregen bij onderdelen te kijken op welke wijze zij een bijdrage konden leveren tot het sluitend aanbieden van de begroting 1990. Wij hebben daar, van de zijde van de dienst welzijn, voorstellen voor gedaan en één van die onderdelen was 55.000,zien in te brengen, middels ta riefsverhoging. Die taak hebben we, middels gesprekken met de sportraad, middels besprekingen in de commissie COS, gerealiseerd. Dan is het merk waardig dat daarna kennelijk de mogelijkheid bestaat om te zeggen, we halen dat terug, we gaan er toch wat anders mee doen, van de zijde van de commissie financiën. Waarbij onduidelijk is of men dan de sporttariefsver- hoging wel wil laten ingaan voor iedereen die geen vereniging is per 1 januari. In Bergen op Zoom is het altijd gebruikelijk geweest dat sport tarieven, zowel voor verenigingen als voor individuele gebruikers of voor niet door ons gesubsidieerde verenigingen, per 1 januari gelijkelijk in gingen, dus geen onderscheid. Als er wel onderscheid gemaakt zou moeten worden, zou dat allereerst betekenen dat we van nu tot 1 september met verschillende tarieven moeten gaan werken. Wat administratief-technisch een onding is. Vervolgens ligt 1 september middenin een kwartaal en werkt de gemeente Bergen op Zoom met kwartaalrekeningen voor de verenigingen. En tenslotte, wanneer doortrekkend de lijn van 1 januari helemaal verlatend en alles laten ingaan op 1 september 1990, zou betekenen dat er op dit moment in de post onvoorzien een greep wordt gedaan van 30.000, Uit de stukken voor de raad mag blijken dat de post onvoorzien, om moverende redenen, al een keer is opgehoogd met 100.000,omdat gedacht wordt dat die al aan de magere kant is in de begroting. Ik begrijp dan niet dat, wanneer een dienstonderdeel -en we hebben vanavond verschillende keren gesproken over budgetten en bijdragen- die taak goed -73- invult, er langs de andere kant wordt gezegd: ja, maar feitelijk hebt u nu wat overbodig werk gedaan, wij hebben er wat moeite mee, want wij gaan nu als commissie van financiën afwegen hoe die verenigingen er tegenaan kijken. Terwijl deze commissie, naar mijn stellige overtuiging voorzitter, tot taak heeft om te kijken of de financiën van de gemeente Bergen op Zoom goed lopen. De heer V.D. STOEL: We hebben in eerdere termijnen duidelijk gemaakt dat we uw verklaring, waarom de begroting zo laat is, en dus ook deze maatregel kunnen billijken. We hebben gezegd dat we de uitkomst kunnen billijken, want we verzetten ons niet tegen de tariefsverhoging. Waar we ons tegen verzet hebben, waar de wethouder buitengewoon omstandig omheen wandelt, is dat de betreffende verenigingen, die doodgewone verenigingen zijn met een begroting en een penningmeester, eind december worden verrast met een tariefsverhoging per 1 januari. Dat vond de commissie financiën op dat moment niet juist en daarom hebben we gezegd, dat zou niet moeten kunnen. Ook al kan de gemeente de prachtigste verklaringen vinden, de situatie blijft zo. Zo treed je als gemeente niet op tegen je verenigingen die je in je gemeente hebt. Dus het moet anders. Daar moet de wethouder antwoord op geven en niet omslachtig uit de doeken doen hoe het allemaal zo ver is kunnen komen, want dat wisten we eigenlijk al. De heer DEKKERS, wethouder: Meneer van der Stoel, ik denk dat het allereerst aan mij is om de wijze te bepalen waarop ik antwoord geef. Ik kan nog anders op die zaak ingaan. Dat heb ik in de commissie COS ook gezegd. Als wij de begroting in oktober hadden vastgesteld met de aankondiging van dezelfde tariefsverhoging, zou het probleem van tussentijds in het verenigingsjaar met een tariefsverhoging komen voor de sporthallen of voor de sportvelden, exact hetzelfde zijn geweest en was door die verenigingen hetzelfde argument aan te voeren geweest als thans aangevoerd wordt, nu de aankondiging in december heeft plaatsgevonden. Dus wat dat betreft, verandert er ten opzichte van die verenigingen niets. Dan zou je naar een systeem toe moeten, maar dat lijkt mij een goede discussie voor de volgende zitting, dat je zelfs in januari 1991 aankondigt dat de tarieven in 1992 worden verhoogd. Dan voer je een goede en wellicht de meest beste methode. Maar aangezien het nog regelmatig voorkomt, dat begrotingen niet sluitend zijn op het moment dat alle getalletjes, die zijn aangeleverd, op een rijtje zijn gezet, zijn er tussentijds maatregelen nodigDat is niet alleen in deze kwestie van de sport, maar dat is ook in andere sektoren, waar het dan meestal gaat om het korten op subsidiebedra gen. De heer V. KEMENADE: Dat is ook precies mijn intensie geweest in de commis sie van financiën. De sporttarieven waren de aanleiding, maar ik denk dat, in de richting van alle huurders en gebruikers van gemeentelijke zaken, je die zorgvuldigheid als overheid -en het is niet specifiek kritiek op het college, ik betrek het op ons als college en raad- op een of andere manier moet inbreien, zodat men tijdig weet waarvoor men het jaar daarop moet opdraaien. Welke verhogingen dat er aan zitten te komen, hoe die verwerkt moeten worden in verenigingen naar de leden toe en al dat soort zaken. In de commissie financiën heb ik daar ook begrip van de voorzitter voor aangetroffen, die ook toegezegd heeft daar, dat in verband met het terug halen van de termijn van begroting, dat in de toekomst ook mogelijk moet zijn. Dat signaal hebben we heel duidelijk als commissie financiën afge geven. De heer AERTSSEN: Voorzitter, mag ik daar even wat aan toevoegen? Mijn invloed in de commissie financiën was niet zo groot, maar gezien de uitleg

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 41