-70- uit Bergen op Zoom die gratis mag storten en voor een burger uit Willemstad die gratis mag storten maar wel in Bergen op Zoom, dat, als je dat afzet tegen de verevening, het een zekere rechtsongelijkheid inhoudt. Dat heb ik gezegd. De heer BAKX, wethouder: Oké. Daar gaf ik ook een reaktie op, dat wij van onze kant straks die verevening zo toepassen dat we solidair zijn met de andere gemeenten en dat dat dus wel extra geld kost. De heer V. KEMENADE: Betekent dat nu concreet dat de portefeuillehouder zegt dat hij tegen de motie is? De heer BAKX, wethouder: Nee, dat heb ik helemaal niet gezegd. De heer V. KEMENADE: Dan begrijp ik de opmerking niet, want waar de heer van der Stoel op wees, was juist dat je, als je die motie aanvaardt, in feite tegen de gewestraad straks gaat zeggen, u moet een stukje rechtsongelijkheid inbouwen, want die man die van Hoeven komt, mag weliswaar gratis storten maar moet er op en neer ongeveer 60 km voor rijden. U zegt, daar ben ik het mee eens, daar zou je toch ook een verevening voor moeten maken. Maar de heer van der Stoel zegt terecht, wij gaan die man geen tientje cadeau doen. De heer WESTERHOF: Dat is een zaak voor het streekgewest De heer BAKX, wethouder: Dat is de consequentie die je zeer zeker als streekgewest moet onderkennen. Tenslotte nog over de motie. Ik heb gezegd, op dit moment is hij overbodig omdat de lijn wordt doorgezet, tot op het moment dat het tarief weer verandert, zodat de onderliggende stukken daarbij zoals de voorwaarden die daarin vermeld zijn, ook aan verandering onderhevig zouden zijn. Ter ondersteuning zeg ik, ik heb er geen enkel probleem mee om bij de eerstvolgende commissievergadering over de afvalverwijdering nadrukkelijk het gevoelen daar op tafel te leggen, dat Bergen op Zoom die lijn zou willen doorzetten ook in de toekomst. De heer WESTERHOF: Dan is er toch ook geen enkel bezwaar om die motie nu aan te nemen en op een komende discussie op besluitvorming is dat alvast een schot voor de boeg van Bergen op Zoom. De heer BAKX, wethouder: Maar een motie vaststellen die pas volgend jaar, bij wijze van spreken, zijn uitwerking zou hebben. Daarvan zeg ik, dat is dan overbodig. De heer WESTERHOF: Dan is die besluitvorming al zo ver op weg, dat die motie als mosterd na de maaltijd komt. Laten we hem nu maar aannemen. Ik vind hem beslist niet overbodig. De heer BAKX, wethouder: Voorzitter, ik kijk nog even verder naar de vragen en dan zou ik binnen het college de standpunten willen vragen omtrent de motie. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan is het woord aan wethouder Dekkers. De heer DEKKERS, wethouder: Ik heb in eerste instantie bij De Stoelemat, richting PvdA, wat meer naar de funktie van De Stoelemat gekeken dan naar de exploitatie. Ik begrijp dat de PvdA mede het oog had gericht dat de exploitatie binnen de perken moest blijven. Dat is ook uiteraard het voor nemen van het college. Wat dat betreft is er niets veranderd. -71- Mevrouw VERAART: Gaat het college er nog steeds vanuit dat de exploitatie van 2 gebouwen bijna net zoveel kost als de exploitatie van 1 gebouw? De heer DEKKERS, wethouder: Wij hebben een exploitatie-opzet gemaakt des tijds en wij gaan er nog steeds vanuit dat we binnen die contouren van de estijds opgezette exploitatie-opzet moeten gaan opereren. Die exploitatie- opzet is zo verwerkt in de begroting 1990. Uiteraard is het jaar 1990 een nog niet direkt goed maatgevend jaar. Daar zul je een volledig kalenderjaar voor moeten hebben, maar het is in de begroting zodanig verwerkt, dat wij onszelf de verplichting hebben opgelegd binnen de doelstelling, die destijds is verwoord, te gaan werken. Mevrouw VERAART: Wij zullen die ontwikkeling nauwlettend volgen. De heer DEKKERS, wethouder: Maar met De Stoelemat in de richting van funktie als evenementenzaal. Ik dacht dat u in eerste instantie met name naar die funktie vroeg. Mevrouw VERAART: Beide, voorzitter. De heer DEKKERS, wethouder: Ten aanzien van de Turkse en Marokkaanse jonge ren. Ik heb in eerste termijn willen aangeven dat ook wij voornemens zijn een goed plan voor te leggen en dat we er naar streven daar, als het kan in tebruari, nog iets aan de commissie en de raad van te laten zien. Ten aanzien van de begroting constateer ik dan dat we straks nog even bij net concours hippique moeten stoppen. *eB aanzien van het creatief centrum ontstond er een interessante discussie ..ussen en DSD. Ik denk dat de heer van der Stoel heeft gezegd, ik vraag voor de volgende periode feitelijk aandacht. Het gaat uiteraard zeker niet, denk ik, althans zo heb ik het voorstel van de zijde van de VVD-frak- tie zeker niet verwoord, om dezelfde bedragen. Alleen het gaat er om waar aan ac e voor gevraagd is. Als men van mening is dat in Bergen op Zoom een creatief centrum waarde heeft en wanneer je daar waarde aan wilt toekennen, moe je nereid zijn met elkaar te overwegen wat die waarde je waard is. heb aangegeven dat één onderdeel op dit moment eerst uitgezocht moet woraen. Dat is namelijk, wat zijn de consequenties, waar het bestuur niet onderuit kan Dat is de algemene toepassingsverklaring van de CAO in de culturele sektor. Daar wordt op dit moment aan gewerkt. Het bestuur heeft ij ORo op tafel gelegd het verlangen tot, als het kan, één huisvestings situatie te komen. Nu, beide partijen speuren hier en daar eens rond of die zich aandient. We houden dat in de gaten, maar hebben tegelijkertijd met e aar a gesproken, dat de eerste zaak voldoende duidelijk moet zijn, omdat nie ui ges oten moei worden geacht, dat dat al consequenties met zich zou -nnen mee ^engen, die leiden tot nadere discussie over het creatief centrum. Dan de duwvaart. Ik heb daarvan gezegd, wat op dit moment de situatie is in Bergen op Zoom, maar ten aanzien van de suggestie van de VVD gezegd, dat het me 1S daar op dit moment echt een serieus antwoord op te geven om ren e haalbaarheid. Ik denk ook niet dat men dat vanavond had verwacht. i™.een 1166 aïldere zaak en wel de sporttarieven in relatie tot de begroting i y yu ^argezegd, wij zijn er onzorgvuldig mee omgegaan. Dat rechtvaardigt -en ijs e ling ten aanzien van het voornemen om die tarieven met ingang van januari 1990 te laten ingaan, zoals de commissie financiën dat heeft verwoor Volgens de schriftelijke commissie-aantekening unaniem, als ik de eer Aertssen goed begrijp, niet unaniem. Maar dat even terzijde. Ik denk aat dat van ondergeschikt belang is. De onzorgvuldigheid, daar ben ik het niet mee eens.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 40