-62- frakties van de PvdA, het CDA, de GB/S en de BSD uitzicht hebben gegeven aan de goedkeuring van de begroting in tweede termijn. Enige zorg baart natuur lijk de opvatting van de VVD, dat het oordeel over de begroting nog moet wachten op een discussietje wellicht over de sporttarieven. Ik zal me tot het financiële deel beperken. In de commissie financiën hebben wij ons ervan vergewist, dat de commissie ook de bereidheid had om dekking aan te geven. Dat maakt het begrotingsdebat in ieder geval eenvoudig. Als wij er inhoudelijk -maar daar zal de heer Dekkers wel wat over zeggen- niet uitkomen, dan heeft de commissie financiën in ieder geval qua dekking de oplossing ook aangereikt en kan de begroting alsnog worden goedgekeurd. Ik ben het eens met de fraktie van de PvdA, dat de begrotingsbehandeling het moment bij uitstek is om over prioriteitsstelling te praten. Ik heb in eerste termijn alleen maar willen aangeven, dat er zich ook situaties zullen kunnen voordoen in een bepaalde financiële situatie, dat er wel eens besluit genomen moet worden over een zaak die iedereen op enig moment wil, zonder dat er dan prioriteitendiscussies kunnen plaatsvinden. Als je goed in de slappe was zou zitten, dan is het gevaar voor dat soort situaties veel groter dan wanneer je over tekort-situaties praat. De OGB. Ik denk dat het goed is dat de heer Westerhof die vraag nog even gesteld heeft, omdat er geen misverstanden over mogen bestaan. Natuurlijk, de opbrengst wordt bepaald door de heffingsgrondslag maal het tarief. Wat we nu gedaan hebben in de ramingen is de opbrengst vaststellen. In die zin, -en daar ging de vraag over van de PvdA- is er in de ramingen dus geen rekening gehouden met heffingsgrondslag of tarievenwijzigingen in een van die beide componenten, X x Y Z, inderdaad. Maar waar ik het nu over gehad heb, is, dat er binnen die X, de heffingsgrondslag, iets kan gebeuren als er opnieuw getaxeerd wordt. Want die X bestaat ook uit een aantal componenten. Tussen de waarden van die componenten kan iets gebeuren en dan kan er dus toch wel eens in een van die componenten een vervelend effekt optreden naar aanleiding van hertaxatie. Dat is het enige wat ik heb willen zeggen. Maar het is natuurlijk zo, als de opbrengst wordt vastgesteld en na her taxatie is de heffingsgrondslag vastgesteld, dan is het tarief bekend. En zo werkt het. Ik ben de heer van Es erkentelijk voor zijn opmerkingen, ik moet vaststel len, dat wij het geheel eens zijn. Daar kan ik het bij laten in tweede termijn. De heer RONNES, wethouder: Mevrouw Veraart van de PvdA wijst er nog eens op, dat ook het financiële kader bij het raadsbesluit, inzake de lokatiekeuze voor het nieuwe stadskantoor, van buitengewoon groot belang is. Ik denk dat het college dat met u onderschrijft. U pleit ervoor om te komen met twee voorstellen in de gemeenteraad, met name wanneer het financiële kader niet gehaald zou worden met behoud van villa, is het beter om dan te komen met ook een voorstel zonder behoud van villa. Ik heb in eerste termijn gezegd, dat wijWat heb ik gezegd, op korte termijn, meneer van der Kallen? Ik moet het misschien weer kwantificeren, maar De heer V.D. KALLEN: Korte termijn, dat was bij de vraag van mevrouw v.d. Putte met betrekking tot de geluidswal. De heer RONNES, wethouder: Ik zei nu weer op korte termijn, maar ik heb het straks wat nader aangeduid door ook te zeggen, voor de verkiezingen. Het voorstel van het college zal een aantal elementen bevatten, mogelijker wijs ook uw gedachte, maar daar kan ik niet op vooruitlopen. Dat zal er vanaf hangen zoals u ook al hebt aangegeven, onder welke voorwaarden. Mevrouw VERAART: Wij wachten af, voorzitter. -63- De heer RONNES, wethouder: De VVD, de heer van der Stoel, buurtaanpak of fietspaden. Ik denk dat ik u inderdaad toch goed wel goed heb begrepen. Maar ik denk bij fietspaden langs hoofdroutes, en ik denk dat daar het misverstand zit, aan autosnelwegen en daar liggen meestal geen fietspaden langs. Ofschoon sommige vierbaanswegen dat wel hebben. Randweg-West bijvoor beeld heeft er voor een groot deel fietspaden langs lopen. Maar als u met hoofdroute b.v. ook de Antwerpsestraatweg bedoelt, dan is toch het verhaal als volgt. Met name voor zo'n Antwerpsestraatweg moeten wij eerst toch eens goed weten wat de funktie van een dergelijke weg is. Wij noemen dat op dit moment een hoofdontsluitingsweg. Als die funktie, door het aanleggen van de Markiezaatsweg, zou veranderen, kan het ook wenselijk zijn, ook funktioneel gezien heel wenselijk, om de inrichting van die straat anders te maken, dan wanneer daar geen Markiezaatsweg komt. Dat is één belangrijk element om te besluiten, al dan niet over te gaan tot een apart fietspad of fietsvoorzie ning langs een dergelijke weg. Waar het gaat om een afweging, b.v. ook bij snelwegen, van fietspaden aan leggen, spelen er verschillende elementen mee, t.w. de intensiteit van het gebruik, maar ook het financiële kader waarover je kunt beschikken. Als je het vervolgens ook nog zou moeten afwegen tegen de continuering van de buurtaanpak, zoals wij die nu al enkele jaren kennen, dan denk ik dat het college er geen voorstander van is om die buurtaanpak nu af te breken. Het blijkt van groot belang te zijn voor de leefbaarheid in die wijken dat wij de buurtaanpak continueren. Maar ik zeg u, het college ziet dat op dit moment zo. Er zouden nieuwe elementen aan de discussie dienen te worden toegevoegd, om te komen tot een andere afweging, of zelfs tot een andere prioriteitsstelling en dan te komen tot fietspadenaanleg. Waarbij ik mijn discussiepunt van straks nog overeind houd, dat bij een zekere vorm van buurtaanpak ook voor fietsers een aantal voorzieningen worden meegenomen. Maar dat bedoelde u niet zo expliciet, begrijp ik. De plantsoenendienst. Er wordt zeer planmatig gewerkt, inzake onderhoud en schoonmaken van plantsoenen en van de groenvoorziening in het algemeen, bomen snoeien, onderhoud gras enz.. Het neemt niet weg, dat het best wel eens kan gebeuren dat hier en daar door omstandigheden of omdat er niet toegekomen wordt aan het normale onderhoudswerk om wat voor reden dan ook, wat blijft liggen. Dus ik sluit niet uit dat er wel eens een vuil plekje overblijft, maar in de regel moet alles een beurt krijgen. Meneer van Es van GB/S. Ik ben blij dat u begrepen hebt dat het management ontwikkelingsprogramma in uw ogen ook menselijk is. U verstaat management volgens mij heel goed. Bij het management-ontwikkelingsprogramma heb ik ge sproken over 92 leidinggevende personeelsleden binnen ons gemeentelijk apparaatIk denk dat daarmee uw vraag beantwoord is. Uw vraag over De Poort, inderdaad geen woningen. Bij bedrijven mag een be drijfswoning wel. De VOORZITTER: Weet u dat zeker? De heer V.D. WATER: Bij het bestemmingsplan De Poort mochten er geen woningen gebouwd worden in de zin van sociale woningbouw e.d., maar er is naderhand een besluit genomen, dat wel degelijk bedrijfswoningen mogelijk zijn. De heer RONNES, wethouder: Zullen we daar in de commissie op terugkomen? De heer V.D. WATER: Het mag wel, maar ik weet het zeker. De VOORZITTER: Het lijkt mij nuttig dat de raad hier vanavond geen uitspraak over krijgt. Meneer v.d. Water heeft gelijk, de wethouder heeft waarschijn lijk ook gelijk, maar het antwoord op zo'n probleem is dat we het even voor

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 36