-26- stellen. Tegelijkertijd dringen wij er bij uw college op aan om alles in het werk te stellen dat er, ook vanuit de provincie, zo snel mogelijk kan worden meegewerkt aan een saneringsonderzoek, zodat uit verschillende variaties die daaruit rollen, een definitief saneringsplan op tafel kan komen. De heer SMITS: De commissiebehandeling, de voorlichtingsavond plus de bijge voegde stukken hebben de noodzaak van aanpak van deze bodemverontreiniging aangetoond. Met de wijze van aanpak kunnen wij ons verenigen. Wij zijn zeer benieuwd naar de uitslag van het luchtonderzoek in de kruipruimten, zeker naar de bewoners toe. Op de wijze van aanbieden van dit probleem aan de provincie klonk kritiek tijdens de voorlichtingsavond. De provincie zou de noodzaak van de grote prioriteit niet hebben kunnen opmaken uit de rapporte ring. Het grote tijdsverschil tussen eerste klacht en serieuze reaktie is daarmee misschien verklaard, maar niet goedgepraat. De heer VAN DE WATER: Ook wij betreuren de lange tijd dat deze zaak nu loopt. We zijn blij met de instemming van D'66 om een hoger krediet vast te stellen. Een paar vragen blijven echter over. Bij het afgraven in verband met de bouw is er volgens mij ongeveer 2 meter grond afgegraven. Als men van de gemeente leidingen legt dan gaat men onge veer 70 cm onder het maaiveld. Dus het verbaast mij dat delen van leidingen toch -om het zo maar te zeggen- besmet raken. Ik vraag me af of te achter halen is of de tanks, die indertijd in de grond hebben gezeten bij de pomp, verwijderd zijn. Want ik denk dat het probleem over een groter gebied verspreid zit dan alleen bij de woningen. Dus een duidelijke vraag is: is te achterhalen hoever dat er afgegraven is tijdens de bouw en of er nog tanks in de grond aanwezig zijn. De heer VAN DEN OUDEN: Ook wij maken onszelf zorgen om de situatie. Het is al door meerdere collega's van mij gezegd. Zorgen niet alleen om de lichame lijke gezondheid maar vooral ook om de psychische aspekten die dat met zich mee brengt. Daarom vinden wij dat er zo snel mogelijk wat aan gedaan moet worden. Wij vinden het jammer dat dat toch enige tijd gekost heeft. Verder heb ik nog een vraag, of in deze situatie het uitgangspunt van, de vervuiler betaalt, nog van toepassing kan zijn. De heer BAKX, wethouder: Bij aanpak van dit probleem, waarvan gesteld moet worden dat dat in het kader van de Interimwet Bodemsanering een bevoegdheid is in feite van de provincie en waarbij je dan ook altijd op medewerking van de provincie moet rekenen, kwamen wij een paar jaar geleden al snel tot de conclusie dat wij met dit soort zaken vooruit wilden. Het probleem echter bij dit soort situaties -wij kennen in Bergen op Zoom 40 tot 50 van dit soort zaken die wij hebben doorgegeven aan de provincie- is dat, welke stap wij ook zetten, ondanks dat wij de eerste opzet en de eerste kosten moeten maken, wij altijd de medewerking nodig hebben van andere in stanties. Die andere instanties moeten ook prioriteiten afwegen. Dat is hier moeizaam gegaan. Toen uit nadere de nadere studie bleek dat hier ernstige problemen waren, hebben wij gemeend de GGD te moeten inschakelen, omdat noodzakelijkerwijs wij vonden dat de prioriteit geen geweld mocht worden aangedaan, maar dat wij zelfs een veel betere aandacht en een hogere prioriteit wilden heb ben. De provincie was dat uiteindelijk met ons eens. Dat heeft nu geresulteerd in het onderzoek waar u vanavond een krediet voor geeft. Dit laatste onderzoek betekent dat men enerzijds nog een aantal metingen zal verrichten, ander zijds zal men nog een aantal voorstellen doen tot daadwerkelijke sanering. Op dat moment betekent dat ook dat de provincie, de prioriteit in ogenschouw nemend, dit vrij hoog geplaatst heeft. Dat bleek ook overduidelijk op de -27- informatieavond dat dit probleem erg hoog scoort, zodat in ieder geval voortgang, ook dadelijk wanneer er daadwerkelijk gesaneerd moet worden, erin blijft. De heer Withagen gaat nog eens in op technische aspekten en de afweging naar de volksgezondheid. Dat vonden wij ook. Hier was duidelijk een kwestie aan de hand, dat op aandrang van de bewoners nadrukkelijk gevraagd werd van, hoe zit dat probleem? Dat hebben wij diepgaand laten onderzoeken. De GGD raadde ons aan een onderzoek te starten, wat nu voor ligt, naar de kruipruimten, de aanwezige lucht in de woningen en zelfs nog een proefneming op verdere diepten onder de woningen. a De heer van der Kallen vindt -en dat heeft hij duidelijk laten blijken op de informatieavond, waarvan ik eigenlijk vind dat die voor de bewoners is be doeld en niet direkt voor de politiek- en heeft dat ook luidkeels verkondigd dat door de filter 21 al 2 panden ontruimd dienen te worden. We hebben op die avond een technische explicatie gehad van twee deskundigen. Ook de deskundigen kunnen het niet met elkaar eens worden. Maar onze deskundige heeft nadrukkelijk geventileerd: u dient eerst nog dat onderzoek te doen voordat ik uitspraak doe of er risico's zijn voor de volksgezondheid. De heer van der Kallen zei toen, en hij beweert het in feite op dit moment weer: nee, dat risico moet je helemaal uitsluiten, nu ontruimen. Daarvan heb ik gezegd -en dat waren de bewoners geluking met mij eens- dat wij eerst dit onderzoek willen afwachten om dan daadwerkelijk te komen tot een aanpak die dan leidt tot saneringsvoorstellen, in welke mate dan ook. Mevrouw Demmers pleit nadrukkelijk voor niet alleen technische benadering maar ook medische benadering. Wij hebben inderdaad gezegd. Wij zullen in die indicatieve opzet, dus in die vooronderzoeken, nadrukkelijk contact dienen te onderhouden met de GGD. Ze er meteen bij te betrekken of er al in de beginfase bepaalde zaken moeten worden meegenomen of niet. Ik heb met de heer Stuart afgesproken dat hij dadelijk op de 100.000, zal ingaan. Dat hoort u dus via de wethouder financiën. De heer van de Kieboom zegt in feite: ik ben blij met het plan. De sanering als zodanig, doordat de provincie het voor volgend jaar op de elfde plaats heeft gezet, betekent dat de voortgang van dit projekt is gewaarborgd. Het kan niet zo zijn dat, als er dadelijk voorstellen liggen die m welke richting dan ook gaan, de provincie dan in een keer kan zeggen: ja, maar dat kan niet. Duidelijk is het nu gehonoreerd op een veel hogere plaats. Wat gewoon betekent dat de provincie 90% meesubsidieerd en wij uiteindelijk nog 10% voor lief moeten nemen. Maar het zal duidelijk zijn dat de provincie zich nu ook dient in te spannen om dit probleem de baas te worden. Meneer Smits, ik heb een verklaring trachten te geven voor het oppakken met name vanuit de beginfase tot nu toe. Inderdaad moet ik zeggen, zeker bij e eerste aanmeldingen hebben wij dat een beetje afgehouden. Zeker in begin jaren tachtig, want daar was indertijd de grond bouwrijp gemaakt. U heeft dat ook in het verslag aangetroffen. De tanks zijn, voor zover op die plaatsen bekend onder woningen, verwijderd. Daar is grond op aangebracht en dat was het eigenlijk wel voor die tijd. Uit nadere onderzoeken blijkt dat er toch het een en ander aan de gang is. Dan heb ik inderdaad rekening te houden met elke stap in de aanpak van de provincie. Ik heb het pas in een sneller tempo kunnen krijgen toen uiteindelijk de arts van de GGD nadrukke lijk zijn licht over dit geheel liet schijnen. De heer van de Water gaat in op het feit of het gebied niet groter zal zijn. Dat is op de informatieavond inderdaad niet uitgesloten. We hebben zelfs gezeqd: er wordt op ongeveer 250 meter afstand o.a. door Nedalco water, wat onttrokken wordt aan het grondwater, opgepompt. Dat zou ook een indicatie moeten zijn, want het grondwater volgt de westelijke richting. Dus onder die huizen door en dat wordt aangetrokken door Nedalco. Ook daar willen wij opnieuw monsters van laten nemen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 228