-22- voorbeeld het Tuinderspad. Ik meen dat het goed is als tijdens college besprekingen het enge plekkenplanwat al in de lade ligt, nog eens naar boven gehaald zou worden. Ik denk dat dit een mooie gelegenheid is om er weer eens naar te kijken. De heer STUART, wethouder: Ik zou niet graag voor mijn rekening willen nemen dat het uitdrukkelijk de bedoeling is om door middel van deze werkzaamheden enge plekken te creëren. Integendeel. Ik ben gaarne bereid om daar met de dienst nog eens over te praten, om vast te stellen of dit soort door u vermoede effekten ook daadwerkelijk zouden kunnen optreden. Maar dat dat vermeden zou dienen te worden, dat wil ik gaarne met u eens zijn. Dat kan niet de bedoeling zijn. De VOORZITTER: Ik zal eens nagaan of de toezegging om het wat oudere plan, wat in de leeskamer voor de raadsleden ter inzage gelegd zou worden, Ik kan me niet voorstellen dat het niet uitgevoerd is, maar een grote kans dat ik mij vergis De heer VAN DEN OUDEN: Ik had begrepen dat we daarover nog eens een keer zouden gaan discussiëren. De VOORZITTER: Ja, maar ik zou om te beginnen het ter inzage leggen en dat is kennelijk niet gebeurd? De heer VAN DEN OUDEN: Bij mijn weten niet. De VOORZITTER: Ik ga het na en zal het alsnog ter inzage leggen. Dan kunnen we er een keer in de commissie APF'Z over spreken. Tegen de kredietvotatie als zodanig heeft u geen bezwaren, u wenst geen stemming, geen aantekening, dan is aldus besloten. 16Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het schilderwerk aan de^brugvan de Burg. Peterssluis c.a. Nr. SOB/75. 17Voorstel tot hetrealiseren van eenobjekt-bewegwijzeringssysteemin _de binnenstad^ Nr.SOB/81". Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen 16 en 17 aangenomen. 18Voorste 1 tot de herinrichting van_/" t_Vi er kan t j e Nr. SOB/82 De heer AERTSSEN: Ik wil beginnen met de opmerking dat wij erg positief gestemd zijn over het voornemen op het initiatief van de ondernemers in 't Vierkantje. Ik denk dat het alle lof verdient, wat deze mensen hebben ge daan. En het heeft ook nog geleid tot een kwalitatief goed rapport en een redelijk goed plan. Een plan waarmee wij in ieder geval uit de voeten kunnen. Twee opmerkingen van inhoudelijke aard willen wij toch wel even maken. Wij vinden dat er een zeer zinnige suggestie wordt gedaan over de entree van een stadhuis. Wellicht dat het college ook deze suggestie eens kan onderzoeken, in het kader van de onderzoekingen die misschien toch al plaats gaan vinden. Ten tweede heb ik een opmerking over de armaturen... De VOORZITTER: Is daar steun voor in uw fraktie, voor deze variant? -23- De heer AERTSSEN: Ja voorzitter, daar is steun voor. Een inhoudelijke op merking over de armaturen. Daar is nogal wat over gepraat. Ik wil alleen nog de volgende opmerking kwijt, dat wij toch liever wand-armaturen hadden gezien, omdat wij vrezen dat die lantaarnpalen toch een sta m de weg gaan vormen voor zowel de consument als de ondernemers. Tot slot tegelijk nog een kritische note. Ik heb het ook in de commis gezegd. Een bijdrage mag natuurlijk nooit obstakels opwerpen voor een objek- tieve besluitvorming. Ik denk dat een bijdrage zeer toe te juichen is, maar la/L andere kant moet de raad rich ,oed realiseren dat het met nag leaden tot een vergemakkelijking van de besluitvorming. De heer VAN DE WATER: We hebben ook opmerkingen gemaakt over de armaturen. Maar omdat de ontwerpers en de gebruikers daarmee ingestemd hebben, Rebben wij gezegd, we kunnen daarmee akkoord gaan. Alleen mag het in de toekomst niet zo zijn, als de onkosten zo hoog blijken te zijn, en dat is verwachten, kun je wel instemmen met een plan van een architekt en van degenen die het graag willen, maar het onderhoud en de kosten Rijven tot in lengte van jaren voor de gemeente en dat vinden wij toch bezwaarlijk. De heer STUART, wethouder: Ik wil gaarne de woorden van waardering die de heer Aertssen heeft uitgesproken in de richting van de ondernemers in t Vierkantje onderstrepen. Het vraagstuk van de entree van e s a meegenomen in de vraag die het college gesteld heeft aan de d:lenst Stads ontwikkeling en Beheer: is er nu uit dat rapport van De Hcmdt, ^vilten d direkte voorstellen tot herinrichting, nog iets anders te halen wat p interessante beleidsvoornemens zou kunnen duiden. Die entree is er duidelijk een van. Met andere woorden, we hebben aan de dienst advies gevraagd, met die suggestie om te gaan. Dat zal dus nog wel een keer ter sprake komen. De discussie over de armaturen, ik begrijp dat niemand die opnieuw wil doen. Daar zijn de standpunten en de persoonlijke voorkeuren in de commissie en tijdens de hoorzitting uitgebreid aan de orde geweest. Een interessant vraagstuk is wel, denk ik, waar we m de toekomst allicht aandacht aan moeten besteden, hetgeen de heer Aertssen aansnijdt. Hij heef met zijn opmerking natuurlijk gelijk, dat een bijdrage nooit een objektieve besluitvorming in de weg mag staan. Toch was het voor ons de JJ^heid Als zoiets zou groeien en je zou komen tot konstruktieszoa s ij in Goes, waarbij gemeente in samenwerking met ondernemers ook gezamenlijk projekten financiert, dan denk ik toch dat we tot formulering zullen moeten komen van wat ieders rechten en plichten bij dat soort overeenkomsten zijn. Dat is misschien toch iets interessants voor onze juristen. De VOORZITTER: Dank u wel. Niemand voor de tweede termijn? U wenst geen stemming, geen aantekening, dan is aldus besloten. 19. Voorstel tot de aanpassing van de openbare verlichting in de omgeving van de Marurietschool aan de Sweelinckstraat e.o.._ Nr" SOB/76 Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 20Voorstel tot het nemen van^njvoo_rbexeidLngsbesluit--yan e^_geMelt^?an de Bandijk. Nr. SOB/77. De heer VAN DEN OUDEN: Een korte opmerking. Wij steunen dit voorstel van harte. Misschien dat het een aanzet kan zijn tot plaatsing van nog meer

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 226