-16- Het tweede is dat er een meerderheid in de raad is die de lokatie aan de Zwarteweg onderzocht wil vinden. Onduidelijkheid bestond mede door de door u ondertekende motie, wat ik nu precies moest begrijpen onder: behoud van de villa dient voorop te staan. Dat hebben we inmiddels begrepen. U wilt een onderzoek hebben, ook naar de bestuurlijke en naar de juridische en plano logische implicaties van sloop van de villa. We zijn op zichzelf bereid dat onderzoek voor u te verrichten als u daar om vraagt. Er is dus van de zijde van het college niet een voorstel gedaan, integen deel, er is een vraag aan de raad gesteld, nadat er twee constateringen gedaan zijn. Die vraag is door u beantwoord. Door het merendeel uwer in positieve zin. De heer van der Kallen en de heer Linssen maken daar een uit zondering op. Het college heeft als zodanig omtrent alle complicaties, die zich zouden kunnen voordoen met betrekking tot de consistentie van je beleid en met be trekking tot het beschermd stadsgezicht, niet een afgerond oordeel gevormd op dit moment. Hetgeen niet wegneemt dat wij, als u daar om vraagt, een onderzoek willen doen, zodat u tot een afgewogen besluitvorming kunt gera ken. Dat is de vraag die ik u gesteld heb en die, dunkt mij, thans beant woord is. Dan denk ik, dames en heren, samenvattend, dat u van ons een onderzoek wenst naar de lokatie Westersingel, waarbij het afbreken van de villa niet uit gesloten wordt. Dat u geïnformeerd wilt worden over de beleidsconsequenties die dat heeft op diverse terreinen. Dat u het probleem op zo kort mogelijke termijn, d.w.z. zo mogelijk op 1 januari 1993, als zodanig opgelost zou willen zien. Dat de randvoorwaarden, zoals die 22 maart j.l. de revue hebben gepasseerd, overeind blijven. In bijzonderheid is over de randvoorwaarde parkeren door twee frakties in deze raad nog gesproken. Het tijdspat, wat u daar voor afgezet heeft, zal wat ons betreft een eerste herkenbare datum hebben op 27 september a.s.. Ik constateer dat... De heer VAN DER KALLEN: Even een vraagje nog. Ik begrijp dus dat u volgende maand -want de heer Cats sprak over oktober- dit al hebt afgerond? De VOORZITTER: Tenzij bij praktische uitwerking blijkt dat dit het onmoge lijke vragen is, maar anders zullen wij dat met deze snelheid doen. Zoals u ook, ik breng dat in herinnering, nog voor de vakantie op de hoogte bent gesteld van de resultaten van de compositiestudie. En dat slechts de vakantie, die in dit land zelfs tot eind augustus voortduurt als we naar de temperatuur kijken althans, daar een interregnum is geweest. Dames en heren, wij doen dit uiteraard met het oogmerk om het draagvlak zoveel mogelijk te verhogen. De heer van der Kallen heeft daar zo af en toe ook, toch met een zekere cynische ondertoon, over gesproken, terugkijkend op zijn ervaring als eenmansfraktie in maart. Ik had eerder gedacht dat hij verheugd zou zijn dat, datgene wat hij toen wilde, inmiddels aansluiting gevonden heeft bij zovelen. Ik maak daarbij ook een opmerking. De breedte bij uw raad bestaat uit de wens om nadere informatie omtrent dat onderzoek te krijgen. Ik heb niet begrepen dat een uwer inmiddels een heel afgewogen oordeel heeft over de aktie als zodanig. Ik denk dat het ook goed is om niet al te veel valse verwachtingen te wekken, dat we het slechts over het onderzoek met deze breedte eens zijn. Als u het goed vindt, met waardering voor de vragen die gesteld zijn, en voor zover die in de rest van de procedure van eminent belang blijken te zijn, zullen wij daar schriftelijk ook op ingaan. En vindt u het wellicht goed dat wij op dit moment met de rest van de agenda doorgaan. Akkoord daarmee, dames en heren? Dan is aldus besloten. -17- 3. Managementsrapportage per 1 mei 1990 Nr. BD-Fin/50. De heer A. FRANKEN: Reeds eerder heb ik betoogd dat deze managementsrappor- taqe een goede zaak is, waarmee iedereen, ook de raad, nog moet leren leven. De commissie financiën was unaniem om de begroting te doen laten wijzigen voor wat betreft echte fouten in de begroting en ook voor wat betreft de gevolgen van de eenmalige calamiteiten, zoals de stormen welke we m begin van het jaar hebben gehad. Dit betekent dat er overige posten, welke met budgetten te maken hebben, vooralsnog niet m aanmerking komen voor e grotingswijziging. Eerst komt de vraag aan de orde of binnen het budget geen compensatie gevonden kan worden. nriV Wij vertrouwen erop dat de raad het advies van de commissie financiën ook ïan overnemen. Het besluit moet dus zijn dat we de begroting wijzigen conform het overzicht dat we hedenavond op onze tafels aantroffen. De heer VAN ES: Weer een stap in de goede richting van een betere verslag legging en een financiële verantwoording van de gemeentelijke huishouding Er waren wat kinderziektes. De commissie financiën heeft dat onderkend. E van de resultaten van dat onderzoek ligt nu nog voor ons. Ik sluit me aan bij de vraag van de heer Franken, wat de waarde is van dat advies, zoals nu ons gegeven is. Want er is inderdaad geen besluitvorming bij het herziene raadsstuk BD-Fin/50 te vinden. De heer VAN KEMENADE: De kinderziektes die reeds genoemd zijn, daarvan heeft onze fraktie ook kennisgenomen. Desondanks acht de WD-frakUe het systeem van de managementsrapportagezoals u dat aan ons voorgelegd heefteen hele goede zaak. Wij als raad, in eerste instantie de commissie financiën, worden nadrukkelijk Üetrokken hij zaken «aarin financieel -randerangen „oefen worden aangebracht. We kunnen dat goed controleren en tijdig oordeel uitspreken. Onze fraktie zal dat ook in de komende jaren ^itisch blijven doen, kritisch blijven beoordelen. Maar voor het systeem op zich hebben wij zeer veel waardering. De heer BOLSIUS: De managementsrapportage is een nieuw instrument. Een ni®"w instrument dat beoogt om in de loop van het begrotingsjaar wijzigingen aan te brengen die nodig zijn, omdat gebleken is dat bepaalde begrotingsposten in de plus of in de min uit de hand lopen. Ook de raad moet wennen aan dat nieuwe instrument. Normaal gesproken had managementsrapportage in de funktionele commissies u t-en-te-na behande d moeten worden. Kritische vragen terug naar de budgethouders hoe kom je erbij om nu al met zo'n overschrijding te zitten en hadden we hier een kant en klaar voorstel gekregen, ook met antwoorden van de budgethouders. De raa^ moet hier aan wennen, dus ook de fraktie van D'66. Wij hopen wel dat de volgende managementsrapportage een meer inhoudelijke behandeling m funktionele commissies te zien zal geven. Wij zijn van mening dat het compromisvoorstel van de commissie financiën om althans bij die posten, waar duidelijk sprake is van een overschrijding die niet veroorzaakt wordt door welke beleidswijziging dan ook, een begrotings wijziging te laten volgen. Wij staan achter dat voorstel. Wij denken dat we in de volgende managementsrapportage al die andere getallen, die nu niet in een begrotingswijziging aan de orde komen, versterkt terug zullen "«- Jan is inhoudelijk de vraagstelling aan de budgethouders mogelijk en een bij stelling van het beleid, eventueel door de raad, waar tenslotte dit mstru ment voor bestemd is. De heer AERTSSEN: Wij hebben als fraktie ook begrip voor de wat a^eUnde start waarmee deze managementsrapportage is begonnen. In de commissie

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 223