SfdëSLSdrKLiLSrsLdLL^e^LeLoktLer ,989, ingesteld had moe-
ten worden om discussiesontwikkelingen e.d. te kanaliseren en politiek-
bestuurlijk af te dekken. Dat is onvoldoende gebeurd
- 66 -
De heer VAN DER STOEL, wethouder. De heer Linssen beklaagt zich over het feit
dat er geen waarborgsom wordt gevraagd. Toch als hij kijkt naar artikel 4 van
de algemene huur- en leveringsvoorwaarden stadsschouwburg De Maagd, dan vindt
hij daarin dat de huurder binnen 14 dagen na dagteking van de faktuur deze
moet hebben voldaan en in het tweede artikel vindt u, ik zal het voluit lezen
"bij wijze van zekerheidstelling tot juiste naleving van het gestelde in arti
kel 4.1 zal huurder uiterlijk 14 dagen voorhet plaatsvindend evenement een ge
deelte van de huurprijs, te weten een bedrag gelijk aan de netto huurprijs
voldoen, een en ander ten genoege van de stadsschouwburg.Het bedrag zal dienen
als eerste aanbetaling op het verschuldigde."
Of dat helemaal overeenkomt met wat de heer Linssen wil, een waarborgsom, daar
zou over gediscussieerd kunnen worden, maar het dunkt mij dat de tegenstellingen
niet zo scherp meer zijn als gesuggereerd was.
Als de heer Linssen vervolgens zegt als ik de voorwaarden goed lees dan kan bin
nen een mum van tijd de schouwburg gebruikt worden voor alle mogelijke buitenge
woon interessante shows en beurzen, dan denk ik dat hij toch wat overdrijft als
hij dat zou suggereren. Het moet mogelijk zijn dan mensen onderdelen van de
ruimte huren en zeker waar het een samengesteld gebruik betreft. Er kan natuur
lijk commerciële verhuur plaatsvinden van de grote zaal. Als iemand dan in een
bijruimte of de foyer produkten wil verkopen, dan is dat mogelijk. Er moet ab
soluut niet gedacht worden aan een constante verhuur van allerlei toevallige
verkoopaktiviteiten waarmee rechtstreeks de plaatselijke middenstand zou worden
beconcurreerdpat is absoluut niet de bedoeling. Ik denk dat we in de praktijk
moeten bekijken waar we uitkomen. Maar als de conclusie van de heer Linssen
door de hele raad gedeeld zou worden, dan zou er dus nooit wat in de schouw
burg verkocht mogen worden, hoogstens programmaboekjes. Ik denk dat dat ook wat
aan de preutse kant is.
Mevrouw Veraart zegt in de toekomst in de gaten te zullen houden hoe het gaat
met de huren die gevraagd worden aan plaatselijke verenigingen. Ik denk dat het
college daar eigenlijk alleen maar kennis van kan nemen.
De heer VAN WIJK: Ik wil even vragenof die correctie al is aangebracht op de
voorwaarden die nu officieel voor ons liggen. Ik vind het jammer dat er dus
eigenlijk aanbiedingen naar buiten uit gaan die dus fouten vertonen.
De VOORZITTER: De heer Van der Stoel heeft het niet helemaal verstaan.
De heer VAN WIJK: Het middag- en avondgebruik. Dan tel ik op f. 2500,-, als
u dat rijtje even pakt, f. 450,-, f 225,-.. Daar staat dus als totaalsom, ik
heb het ook in de commissie gezegd en de heer Heek zou het onmiddellijk ver
anderen. Nu komt hier de officiële aanbieding, kennismaking daarmee want het
is dus een mandaat van het gemeentebestuur. Ik vind het slordig dat daar ge
woon een telfout in is gemaakt.
Deheer LINSSEN: Als ik het heb over de waarborgsom, dan heb ik het over de
bijkomende kosten zoals extra dienstverlening etc. Niet over de huur, want
dat is me duidelijk. Het gaat mij zuiver over de bijkomende kosten. Als ik
mijn ongerustheid uitspreek over verkooppunt, dan is dat ook omdat het elders
in het land gebeurt en wij moeten voorkomen dat bijv. schilderijen worden ver
kocht of tapijten. Ik bedoel niet dat er geen CD's of casettebandjes mogen
worden verkocht van iets wat zich in het theater afspeelt. Zo ver ga ik niet.
De heer VAN DER STOEL, wethouder: De heer Van Wijk heeft denk ik gelijk. In de
commissie heeft hij aangetoond dat een van de sommetjes in de verhalen niet
klopte. Het verslag van die commissie heb ik eigenlijk nog niet in handen ge
had, dus de correctie zal nog niet officieel hebben plaatsgevonden. Het is
wellicht goed dat nu in de raad wordt gezegd en wordt vastgelegd dat er een
fout in de berekeningen zit, die nog hersteld moet worden.
In de richting van de heer Linssen wil ik zeggen dat ik denk dat we het toch
niet helemaal eens kunnen worden. Ik kan alleen maar toezeggen dat wij ons
best zullen doen om als gemeente met de schouwburg niet al te direct in aan
varing te komen met de plaatselijke middenstand. Omgekeerd zijn we natuurlijk
- 67 -
exploitant van een gebouw dat verhuurbaar is. Ik denk dat we^ 0"geveer
wijs midden moeten zoeken. Als de neer Linssen dan zegt, ja u vraa0t we
huur vantevoren maar wellicht niet voor alle diensten die huurders van e-
voren vragen, dan heeft hij misschien gelijk. Het zou best zo kunnen zij
dat we na een aantal maanden moeten zeggen, we hadden dit wat passer aa
moeten pakken, de heer Linssen heeft gelijk. Tot nu toe heeft intern beraad
nït opgeleverd dat we de suggestie moeten overnemen om de waarborgsommen
op"die manier toe te passen die de heer Linssen liever had gezien De prakti,jk
zal uitwijzen wie het meest praktisch is geweest en wie gelijk heeft gehad.
ne heer LINSSEN* Eén ding is me nog niet duidelijk, waarom was dat wel tot op
heden bij de Stóelemat hft geval. Daar was het wel voor de bijkomende xosten.
Waarom is dat veranderd
De heer VAN DER STOEL, wethouder: In derde termijn, voorzitter, maar in de
commissie is daar al over gesproken. Daar is ook gezegd dathe ind rdaad
vroeger in de Stoelemat wel zo was en nu niet. Dat is ook toeSe1-'-
een beetje onzinnig om dat hele verhaal hier nu weer te gaan houden.
De VOORZITTER* Mag ik ervan uitgaan dat u met deze tarieven verder akkoord
gaat en de toelichting daarop in de commissie strikt duidelijk geweest is
Dan is aldus besloten.
I; heer VAN DO KALLEN: De BSD staat afwijzend tegen dit «darzoe^naa^e^
gerich^op^e'financieel-economsiehe kant van de Lak, Larbij naar onze «-
d Volkshuisvestingskant van de zaak onderbelicht zal blijven, terwij
deze LLrLfdeLÏÏoit „t de huisvestingsproblematiek
He mnc-oi ükheid voor het ontstaan van mkomenswijken, wel eenö he.l erg d
langrijk kan wordenOok vinden „ij de opzet van het onderzoek te beperkt door
het ven tevoren uitsluiten van een aantal opties.
Ook achten wij het onjuist dat het onderzoek verricht zal worderv door hechts
één onderzoeksbureau Dit kan er toe leiden dat dit onderzode een zekere
vooringenomenheid zal plaatsvinden en vergelijking van de cijfers
DitSachtndeSBSDJongewenst bij zulk een gewichtige zaak als de mogelijke status-
verandering van het gemeentelijk woningbedrijf.
De hee- OATS* In tegenstelling tot de vorige spreker is onze fractie een groot
voorstander van het voorgestelde vervolgonderzoek maar dat zal u op zich o
verbazen. Ik wil best even, voordat ik mijn verhaal begin een korte react
op de vorige tornaar niet teer in
beeld zijn gebracht^ Daar is net zo goed een discussie aan voorafgegaan. Die
zijn op goede gronden afgevoerd.
WijLinden^de^betrokkenheid Lu^t'personeel,ook bij het verdere onderzoek,
SMi ^Lber^dLgenomen besluit tot het instellen van een
Als derde punt zullen wij het college noutc. eventuele statusverandering
kwartaal van 1991 definitieve besluitvorming ^^^^igsoperaties wel
moet kunnen plaatsvinden. Wij m®^b^eid Jienen te worden, maar niet mogen ver-
iswaar buitengewoon zorgvuldig n hiermee de betrokken belangen, vooral
vallen tot slepende operaties, g meest woeden geschaad,
die van het in onzekerheid verkerende personeel, nog het meest wo.