- 56 -
De heer VAN KEMENADE: Ik was het niet van plan toen u voorstelde het aan te
houden tot augustus, voorzitter., maar gezien de heer Franken ook op voorhand
enige schoten voor de boeg lost, wil ik dat ook maar heel eventjes doen.
Ik ben het met hem oneens. Ik denk dat als via managementrapportage, waar we
zelf om gevraagd hebben, wij de zaken kritisch kunnen volgen en ik denk dat
de commissie Financiën daar zeer wel toe in staat is, je zo kunt zien of zaken
redelijk of niet redelijk zijn en dat die bijsturing dan plaatsvindt via be
grotingswijzigingen, vind ik dat een goede zaak. Het is ook duidelijk naar de
commissie Financiën toe. Wat mij betreft had het nu gewoon behandeld kunnen
worden. Ik denk dat we er ook mee moeten leren omgaan. Je krijgt daar natuur
lijk ook op den duur bepaalde trends in te zien. Dan ben je echt mee aan het
sturen.
De heer AERTSSEN: Mijn fractie wil zich graag houden aan de principe-afspraak
die we in de commissie Financiën hebben gemaakt om het stuk inhoudelijk in
augustus te behandelen en eventueel dan ook de begrotingswijziging vast te
stellen. Inhoudelijk wou ik er dus niet op ingaan,want dat lijkt me een niet
erg efficiente wijze van vergaderen om nu en straks nog een keer in augstus
hierop in te gaan.
De heer VAN DER KALLEN: Nu de discussie toch klaarblijkelijk in mijn ogen is
geopend, wil ik wel het volgende zeggen. Ik geef de heer Franken in grote
lijnen gelijk. Ik ondersbhrijf zijn betoog. Ik vind dat je met betrekking tot
de begrotingswijziging deze feitelijk in stukjes tot stand moet laten komen
via alle functionele commissies die dat betreffen, zodat je inderdaad niet
alleen naar dit theoretisch boekhoudkundig verhaal kan kijken, maar ook kan
kijken naar de lessen die uit het stuk zijn te leren. Pas daarna kun je tot
de conclusie komen of je de begrotingswijziging wel of niet in deze zin wilt
doorvoeren. Een begrotingswijziging nu in de begroting doorgevoerd kan ook
zeker structurele consequenties hebben en die heeft het ook zeker met deze
managementrapportage voor de toekomst. Als bepaalde dingen niet zo blijken te
zijn zoals ze blijken te zijn uit deze managementrapportage dan kan het best
zo blijken te zijn dat wij daar gelukkig mee zijn. Ik denk dat we er niét;ge
lukkig mee zijn het best tot uiting komt door behandeling in de functionele
commissies. Pas daarna kunnen we besluiten of we die conclusie aan deze manage-
mentsrapportage verbinden dat de begroting in deze mate moet worden gewijzigd.
De heer VAN WIJK: Met de suggestie om in de maand augustus de managementsrap-
portage, de eerste, in de functionele commissies te behandelen gaan wij uiter
aard accoord. Wellicht is het dan mogelijk, maar dat hoor ik dan graag van u
of de wethouder van financiën om dan het eerste half jaar in beeld te hebben.
De heer STUART, wethouder: Om met de laatste vraag te beginnen, ik denk dat dat
haast september zal worden voordat de tweede rapportage beschikbaar is. De
vakanties breken aan, ik denk dat augustus niet haalbaar is.
In het algemeen nog de volgende opmerking. Ik denk dat de heer Franken gewezen
heeft op iets wat volop aan de gang is en waar wel eens bij stilgestaan mag wor
den en dat is dat er inderdaad sprake is van een enorme cultuurverandering en
een geheel andere werkwijze, een geheel andere financiële organisatie waar men
als het ware op een rijdende trein de boel verandert. Dat is een zeer inspannende
en spanningsvolle operatie. Ik zou gaarne de woorden van waardering /oor ons
apparaat die daar in dat verband zijn uitgesproken willen onderstrepen.
Het gebeurt dus echt, die noodzakelijke verandering die tot meer informatie voor
onze raad moet leiden. Ik zou ervoor willen waarschuwen om al te grote verwachtin
gen te hebben van de behandeling in de functionele commissies, omdat het een
eerste rapportage is over een paar maanden, die natuurlijk nog absoluut geen
structurele informatie kan opleveren. In het stuk staat dan ook geschreven dat
voor de meeste budgetten geldt dat goede kwalitatieve en kwantitatieve presta
tiebeschrijvingen nog ontbreken. Het is niet denkbaar dat we op basis van deze
eerste rapportage tot structurele inzichten kunnen geraken nu al. Op zichzelf
- 57 -
is er uiteraard alles voor te zeggen om die onderdelen waar wijzigingen op
aangebracht zouden moeten worden volgens deze rapportage m de functions] e
commissies eens te bekijken. Het gaat ons college vooral om de hoofdlijn en
dat is dat er eigenlijk geen aanleiding is om aan de uitgavenkant 2,5 ^on
te snoeien, omdat we denken dat het overall wel op nul zal uitlopen omdat
er aan de inkomstenkant ook wel wat onbetrouwbaars zit.
De VOORZITTER: Accoord dames en heren. Het zal duidelijk zijn. Het is les 1
van een nieuw systeem. Het is wel zo dat je daar geen lessen uit leert, maar
het heel nuttig is om les 1 onder de knie te hebben voordat je met les 2 be
gint. Dat is iets wat in de maanden augustus/september begint en pas nadat
we eigenlijk een heel jaar zo doorgelopen zijn kun je daar structurele ver
wachtingen enz. aan koppelen. Nu moet je wel degelijk tot beoordeling van
incidenten komen, achtergronden ervan weten en als zodanig verschaft e u
dus interessante informatie. twe,nfn„ 7
Zullen wij de behandeling over deze aangelegenheid voortzetten m augsutus
Dan is aldus besloten.
34. Voortgang Stadsschouwburg "De Maagd"
(Nr. WE/BD-Fin/48
De heer VAN DER KALLEN: De BSD is altijd een tegenstander geweest van de rea
lisering van een theater in Bergen op Zoom. Wij waren en zijn van mening da
een dergelijke voorziening niet nodig was gezien de hoge daaraan verbonden
kosten en de andere zaken die de BSD liever voor dat geld verwezenlijkt zag.
Ook vreesden wij een aanzienlijke overschrijding van de begroting door moge-
NÏJmoetenewijvconstateren dat wij ons op het punt van mogelijke
tegenvallers vergist hebben. De portefeuillehouder heeft zich zowel bijhet op
stallen van de begroting als bij het beheer van de uitvoering van de beste
kant laten zien en dat waarderen wij.
1 a 2% overschrijding bij een dergelijk gecompliceerd object, een schouwburg
in een te restaureren kerk, is zo minimaal dat zelfs de BSD de portefeuill
houder daarvoor moet complimenteren.
Gedane zaken nemen geen keer. Gezien de gerealiseerde feiten, kan de BSD m
de nu ontstane situatie geen bezwaar meer hebben tegen dit voorstel.
Nu de ruimte er eenmaal is moet zij zo optimaal mogelijk gebruikt kunnen worden.
Derhalve heeft de BSD geen moeite meer met deze kosten voor Je
de bovenzaal, hoewel wij dit voorstel wel een stukje salami-taktiek vind.
Maar gezien de beperkte omvang is het de protefeuillehouder vergeven.
De VOORZITTER: Dank u wel. Ik begrijp dat u op de opening komt op 30 augustus,
mijnheer van der Kallen.
De heer VAN DER KALLEN:Dat weet ik niet, ik heb nog geen uitnodiging ontvangen.
Maar het zou kunnen.
De heer STUART, wethouder: Ik kan het niet laten, maar als er nu iemand is in
ons raidden die een theater nodig heeft, dan is het de heer Vah der Kallen toch
wel denk ik.
De heer VAN DER KALLEN: Ik zeg altijd dat het beste schouwtoneel of theater
deze zaal is.
De VOORZITTER: Nu het applaus nog.
De heer STUART, wethouder: Voorzitter, misschien dat we toch nog even serieus
moeten ingaan ip de opmerking van de heer Van der Kallen. Ik vind toch de op
merking-we beschouwen het als een stukje salami-taktiek"niet helemaal eer ij
omdat ons college en dan kijk ik speciaal naar de voorzitter die zich daar-
voor ernstig heeft ingespannen,omdat we toch ook geprobeerd hebben om die stu -
jes worst door een ander te laten betalen. Die inspanningen hebben inmiddels