- 36 - Zijn uitlatingen in deze commissie zijn derhalve aan te merken als schadelijk voor de gemeente en derhalve zeer onzorgvuldig. Ook vind ik het onjuist be drijven in het openbaar van iets te beschuldigen, dat is in wezen gebeurd mid dels dit openbaar onderzoeksrapport, als je tevens denkt de beschuldiging niet hard te kunnen maken. De onderzoekers komen tot hun conclusies op grond van be vindingen van het Hoogheemraadschap in de periode 1987-1989. Mij dunkt een goed uitgangspunt voor de bewijsvoering. Tevens leidt deze kennis tot de vraag hoe het in hemelsnaam mogelijk is dat anno 1987 - 1989 het nog mogelijk is dat bedrijven dergelijke, voor het riool schadelijke, lozingen kunnen doen, zonder hiervoor door het Hoogheemraadschap en/of de gemeente tot de orde te worden ge roepen. Reeds eerder in deze raad heb ik het college erop gewezen dat het Hoog heemraadschap metingen doet om de zuiveringsheffingen vast te stellen en dat het een goede zaak zou zijn als deze m; tingen gebruikt worden om de vergunningen te controleren, c.q. aan te passen. Ik moet nu constateren dat er nog altijd geen uitwisseling van gegevens plaatsvindt met als doel de vergunningen te con troleren c.q. bij te stellen, en dat het dus mogelijk is voor deze bedrijven stoffen te lozen die schadelijk zijn voor het rioolstelsel, zonder dat daarte gen wordt opgetreden, terwijl die kennis in wezen zo voor handen was. Nu iets over de schade zelf. Wat is er eerder, de kip of het ei. Zijn de breuken in het rioolstelsel veroorzaakt door of medeveroorzaakt door de aantasting van het beton door agressieve stoffen of niet. Zijn de verzakkingen veroorzaakt-dor een slechte grondstructuur of door de lekkages die zouden kunnen ontstaan door de aantasting door agressieve stoffen. Er zijn geen betonafdichtingen -bestand tegen pH variaties van 3,9 tot 13 zoals bij lozing van een bedrijf in die periode 1987 - 1989 zijn voorgekomen. Bij dat soort lozingen zijn lekkages in onze riool systemen bijkans onvermijdelijk. Het is gewoon schandalig dat dit soort lozingen kon plaatsvinden zonder dat er opgetreden werd. Deels is dit, naar de mening van de BSD mogelijk, door de verhoudingen tussen meter en beheerder van het riool stelsel. De meter, het Hoogheemraadschap, interesseert de lozing nauwelijks. Hoe slechter het water, hoe hoger de door hem te innen heffing. Zolang hun lei dingen en zuiveringsinstallaties maar niet aangetast worden. Die kans is door de verdunning relatief klein. Wij als beheerder hebben geheel andere belangen en daar praten we nu over, de vervanging van een aangetast en beschadigd riool stelsel. De BSD wil van het college weten: worden de meetgegevens in het algemeen van het Hoogheemraadschap aan de ge meenten ter beschikking gesteld. Zo ja, worden deze getoetst aan de verleende vergunningen. Zo ja, wordt er bij afwijkingen opgetreden. Welke maatregelen zijn er naar aanleiding van dit onderzoeksrapport tegen deze bedrijven geno men Is er bij de rioolbreuken vastgesteld of de bodem ter plekke verontreinigd is, welke maatregelen zijn hieromtrent genomen. De BSD verlangt van het college toetsing van de meetresultaten van het Hoog heemraadschap aan de vergunningen en indien hier afwijkingen worden aangetrof fen verlangd de BSD verhaling van de ontstane schade op de bedrijven die hier verantwoordelijk voor zijn, maar dan wel schade in brede zin. Dus eventueel inclusief schade die ontstaat door lekkages, breuken, door verzakkingen. Bodemverontreiningen die correleerbaar zijn naar directe schade aan het riool door agressieve stoffen. Ook willen wij dat het college stappen neemt om aan deze lozingen een eind de maken, zulks mede voor het behoud van het straks nieuwe rioolsysteem. Ik twijfel er niet aan of de juiste materiaalkeuzes zullen worden gemaakt, maar ook in een riool kunnen, buiten agressieve stoffen, ook mechanische be schadigingen optreden, waardoor agressieve stoffen alsnog aantastingen kunnen veroorzaken. De juiste weg is dus agressieve stoffen weren uit het riool. Vergunningverlening en afdwinging daarvan is dan de enige te volgen weg. - 37 - De heer VAN KEMENADE: In de commissie Financiën heb ik namens mijn fractie^ steun verleend aan de suggestie te doen onderzoeken of het zinvol en mogelijk is een procedure te starten teneinde te bereiken dat de vier in het onderzoek genoemde bedrijven met betrekking tot de kosten van vervanging en herstel van dit riool aangesproken kunnen worden. De VVD-fractie steunt dat onderzoek naar procedurele mogelijkheden, omdat wij van mening zijn dat de bedrijven op geen enkele wijze aanspreekbaar zijn., Welaan, dat dient dan maar te worden vastgesteld, opdat bedrijven en instellingen in deze stad in de toekomst verschoond blijven van lichtvaardige discussies in commissies en raad, waarbij hun goede naam schade wordu aangedaan. Uit informatie welke wij bij juristen hebben ingewonnen, blijkt zonneklaar dat bedrijven op dit gebied niet aanspreekbaar kunnen zijn aangezien zij produceren en lozen op basis van wet en regelgeving van de overheid en gecontroleerd wor den door die overheid op naleving van wetten en regels. Men is slechts dan aan spreekbaar als aantoonbaar de hand wordt gelicht met de voorschriften. Daar is in het onderhavige geval naar onze mening geen sprake van. Dan was er nog de kreet, ik heb hem ook teruggevonden in het schrijven van de Socialistische Partij, die in het commissie-overleg werd geuit, de kreet: de vervuiler moet betalen. De vervuiler betaalt reeds. Terecht merkte de voorzitter van de commissie Financiën op dat de vier bedrijven gezamenlijk meer dan een ton op jaarbasis betalen. Wij dienen dan als tegenprestatie voor een goede infra structuur te zorgen. Als de VVD-fractie dan ook nog uit de stukken heeft kunnen constateren dat de medewerking van de bedrijven positief is, zeker gezien het feit dat men een duiker ter beschikking stelt om tot een goede en complete in frastructuur te kunnen komen, dan zal het u niet verbazen dat onze fractie vol ledig accoord gaat met het voorstel. De heer V.D. KIEBOOM: Mijn fractie is voor de aanpak van de problemen die in het voorstel worden geschetst. Waarom Omdat wij denken dat vanuit milieu- oogpunt het gewoon geen uitstel duldt. Punt twee is er ook in deze situatie sprake van mogelijk gevaarlijke situaties, niet alleen bij de Grebbe, maar ook bij andere wegen waar dan de rotte riolering ligt. Ik moet toch wel even zeggen dat het natuurlijk niet een zaak is die is ontstaan doordat de afgelopen jaren agressieve stoffen door de riolen zijn gegaan. Dat is een zaak van jaren geweest. Wellicht dat wei genoemd werden de stoffen die er niet doorheen mochten, maar als er niet gezegd wordt welke wel dan kunnen we natuurlijk in de situatie komen dat er wat lichtvaardig met de lozing van die stoffen wordt omgegaan. Daarmee wil ik niet zeggen dat hetgeen gebeurd is een goede zaak is. Mijn fractie zegt vanuit milieu- en veiligheidsoogpunt, aanpakken die handel, maar wij dringen er toch bij u op aan om juridisch te onderzoeken of het mogelijkis de aantoonbare schade bij een of meer bedrijven te verhalen. De heer V.D.' OUDEN: Ik kan me aansluiten bij het verhaal van de BSD. m de commissie Fianciën hebben we ook even gesproken over het juridisch onderzoek, wat de mogelijkheden zijn op het verhalen van een deel van de kosten bij de bedrijven. Mijn vraag is, gaat dat onderzoek plaatsvinden en binnen welke ter mijn krijgen wij daar uitsluitsel over Mevrouw DEMMERS: Uit het bij ons ter inzage rapport, behorend bij het onderhavige raadsvoorstel blijkt dat die schadebeelden bij het onderzoek van het riolerings systeem bestaan uit aantasting, veroorzaakt door met naam en toenaam, daar zit al een groot probleem van de onderhavige discussies, genoemde agressieve stof fen en bedrijven en scheuren en daaruit voortvloeiende lekkages. Plus blijkt uit de rapportage dat door het waarschijnlijk niet of onvoldoende werken van de vetafscheider bij de Fridor de riolering veelvuldig gereinigd moet worden. Daarbij komt nog dat het rapport nog niet eens volledig is, omdat een groot aantal riolen niet kon worden geïnspecteerd vanwege te grote lozingen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 192